Met het opslaan van dynamiet en munitie in een kerk, het vervalsen van documenten, het verdelen van sluikpers, het spelen van een pioniersrol in de Belgische Nationale Beweging van Courcelles, het lid zijn van zowel het Belgisch Legioen als van het Onafhankelijkheidsfront en het werven van verzetsleden beschikt pastoor Bougard over een geheel atypisch profiel. Uiteindelijk werd hij in februari 1943 gearresteerd en naar Duitsland gedeporteerd. Op 20 november overleed Alphonse Bougard in Gross-Rosen.
Zijn priesterschap
Alphonse Ferdinand Bougard werd op 15 juli 1900 geboren in Carnières. Als arbeiderszoon studeerde hij in Morlanwelz, La Louvière en Rèves. Na een glansrijk schoolparcours vertrok hij naar het buitenland om zijn humaniora in Fribourg en in La Rochelle bij de Marianisten af te werken. Daarna trad hij toe tot het Klein Seminarie in Bonne-Espérance en het Groot Seminarie in Doornik. Vervolgens werd hij in 1927 tot priester gewijd. Vijf jaar later werd hij predikant in Pâturages, ten zuidwesten gelegen van Bergen. Hier stond Alphonse Bougard in nauw contact met de plaatselijke bevolking en bekommerde hij zich om de zorgbehoevenden. Zo schoot hij in 1934 als één van de eersten te hulp voor de slachtoffers van de mijnexplosie in Fief de Lambrechies.
Op 35-jarige leeftijd werd hij aangeduid als predikant van de Saint-Lambert kerk in Courcelles. Naast zijn werk als priester onderwees Bougard ook godsdienstles aan de École Moyennes des filles in Trazegnies, in het westen van Courcelles. Trouw aan zijn filosofie stond hij in nauw contact met iedereen. Gedurende de Achttiendaagse Veldtocht werd hij gemobiliseerd als aalmoezenier voor het Vijfde Regiment Jagers te voet. Nadat hij door een Duits projectiel geraakt werd in de nieren, was hij genoodzaakt terug te keren naar zijn parochie in Courcelles. Hier zou zijn kerk het vertrekpunt worden van zijn inzet voor het verzet.
Zijn rol in het verzet
Fel gekeerd tegen de bezetter trad pastoor Bougard meteen de dag na de Belgische capitulatie toe tot het verzet. Zo verdeelde hij de eerste exemplaren van het sluikblad La Libre Belgique (Peter Pan) voor de afdeling van Courcelles en verspreidde hij ook de Patriote en L’Union Belge. Blijk gevende van zijn inzet sloot hij zich aan bij verschillende verzetsorganisaties. In 1941 voegde hij zich bij de sectie Witte Hand van het Belgisch Legioen en even later werd hij lid van het Onafhankelijkheidsfront (OF). Pastoor Bougard was vooral bekend geworden voor zijn rol in de oprichting van de lokale afdeling van de Belgische Nationale Beweging (BNB), waarvan hij in oktober 1942 tot brigadehoofd werd benoemd.
Alphonse Bougard was niet alleen actief in de sluikpers, maar rekruteerde ook leden voor het gewapend verzet tegen de bezetter. Hij was ook bekend geraakt voor zijn hulp aan verzetsstrijders. In samenwerking met de gemeentelijke administratie vervalsde hij zo documenten, waaronder identiteitskaarten en distributiebonnen, en creëerde hij valse domicilies. Hij nam ook deel aan het verzamelen van bevoorradingsbonnen. Dit alles werd ter beschikking gesteld van zij die in de illegaliteit moesten leven, hetzij verzetsstrijders, Joden of werkweigeraars.
Ook de locatie van zijn religieus werk kwam het verzet ten goede. Zo stelde pastoor Bougard zijn kerk ter beschikking van de Gewapende Partizanen en van de BNB. Deze plaatsten er wapens en dynamiet afkomstig uit de omliggende mijnen. Dit materiaal stelde de verzetsstrijders in staat in en rondom Courcelles verschillende sabotageacties uit te voeren. Een dergelijke samenwerking tussen de in essentie communistische Gewapende Partizanen en een katholiek is een zeldzaam gegeven. Op deze manier onderscheidt het profiel van pastoor Bougard zich duidelijk met het algemeen aangenomen profiel van religieuze verzetsleden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het keerpunt
De aanslagen tegen de collaborateurs gepleegd door de Gewapende Partizanen vanaf maart 1942 resulteerden in de verharding van de repressie. Deze verscherpte nog verder na de moord op Prosper Teughels, de rexistische burgemeester van Groot-Charleroi. Hij werd op 19 november 1942 om het leven gebracht door de groep Victor Thonet. Tijdens de hierop volgende klopjacht werd verzetsstrijder Désiré Paquet op 21 december gevat. Onder druk van de ondervraging loste hij inlichtingen die leidden tot de arrestaties van tientallen verzetsleden in de regio Charleroi tussen december 1942 en april 1943. Dertien van hen kwamen uit Courcelles, onder wie politieagent François Druine. Gelinkt aan het OF en de BNB werd hij opgepakt op 30 december in Tamines. In de daaropvolgende dagen werden uit diezelfde bewegingen verschillende verzetsleden uit Courcelles gearresteerd. Het verband met eerdere aanhoudingen is duidelijk. Ook pastoor Bougard werd door zijn banden met al gevatte verzetsleden op 11 februari 1943 gevonden door de Duitsers. Hij werd overgevracht naar Breendonk en vervolgens gedeporteerd naar Duitsland. Dit lot deelde hij met de helft van de verzetsleden uit Courcelles. Via Esterwegen belandde hij zo in Gross-Rosen. In 1944 liep hij een flegmone op aan één van zijn vingers. De onverzorgde wonde kostte hem op 20 november 1944 het leven.
Na de oorlog
Postuum kreeg Alphonse Bougard erkenning als gewapend weerstander in de rang van luitenant en als politiek gevangene. Hij werd ook tot Ridder van de Orde van Leopold II verheven en ontving het Oorlogskruis 1940 met palm. In zijn eer is het Ferrerplein, waar de Saint-Lambert kerk gelegen is, omgedoopt tot het Abbé Bougardplein.
Vastbesloten zijn nagedachtenis te bewaren komen de inwoners van Courcelles ieder jaar op de dag van zijn arrestatie samen in de kerk van Saint-Lambert samen. Die 11 februari-herdenking wordt georganiseerd door het Comité Abbé Bougard in samenwerking met het Comité de gestion de bâtimens paroissaux, la Fabrique d’église Saint-Lambert, La Confrérîye dès Courcèlagn’s en enkele patriottische organisaties. Ter ere van pastoor Bougard vindt dan een religieuze dienst plaats te midden van de parochie die hij met zijn priesterschap en verzetsstrijd diende. Na de dienst worden steeds de klokken geluid en een krans neergelegd aan het monument van pastoor Bougard, gelegen aan de façade rechts van de kerk.
Bibliografie
Evere, Centrum voor historische documentatie van der krijgsmacht, Dossiers Belgische Nationale Beweging, Dossier n°4770: Alphonse Bougard.
Mark VAN DEN WIJNGAERT, L’Église et les catholiques sous l’occupation. L’angle belge, in: MAERTEN Fabrice e.a., Entre la peste et le choléra: vie et attitudes des catholiques sous l'occupation, Brussel, CegeSoma, 1999, (Sillages, IV), p. 9-19.
Josse ALZIN, Martyrologe 40-45. Le calvaire et la mort de 80 prêtres belges et luxembourgeois, Aarlen, Fasbender, 1946, 404 p.