William Grisar (1891-1962) is de belangrijkste grondlegger van het rechtse, militaire verzet in de stad Antwerpen. Hoewel hij al in december 1941 naar Londen moet vluchten, legt hij in 1940 de basis voor wat later het Geheim Leger in Antwerpen zal worden.

Voor de oorlog




Tijdens de Eerste Wereldoorlog is William Grisar vrijwilliger en klimt hij op tot officier. Na 1918 heeft hij verschillende leidende functies in oudstrijdersverenigingen. Grisar behoort ook tot een bekende Antwerpse familie met brede vertakkingen in het Antwerpse zakenleven. Tijdens het interbellum leidt hij een maritieme verzekeringsmaatschappij en is hij lid van diverse buitenlandse vennootschappen. Hij is ook lid van het Belgisch Olympisch Comité. Hij heeft ook zakelijke contacten met Duitsland als Belgische vertegenwoordiger van de Duitse vliegtuigbouwer Junker. In die hoedanigheid treedt hij op als tussenpersoon in de verkoop van passagiersvliegtuigen aan Sabena. Hoewel hij geen uitgesproken politiek profiel heeft, kan hij eerder als liberaal bestempeld worden. Politiek zit hij duidelijk aan de rechterzijde. Hij ondertekent bijvoorbeeld de petitie die de ‘Union Belge pour la Reconnaissance de Franco’ (een initiatief van het rechts-autoritaire en anti-communistische ‘Action et Civilisation’) richt aan de koning, voor de erkenning van het Francistische regime door België.

grisar.jpg
Originele legende : William Grisar

Grondlegger van het Antwerpse militaire verzet in 1940

van-overstraeten.png
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : Generaal Raoul Van Overstraeten

Grisar heeft een breed militair netwerk en goede contacten met het hof. Als lid van de entourage rond de koning steunt hij de beslissing van koning Leopold III om te capituleren. Niettemin verwacht hij in juni 1940 politieke actie van de koning. Hij wenst zelfs dat de koning het ordewoord zou geven voor een clandestiene militaire strijd. Tussen november 1940 en september 1941 ontmoet hij minstens drie keer generaal Van Overstraeten, de militaire raadgever van Leopold III. Hij onderhoudt ook contact met luitenant-kolonel Robert Lentz en met Fernand Van den Heuvel, de commandant van de koninklijke paleizen.

Kort na de 18-Daagse Veldtocht start Grisar met het hergroepen van militaire netwerken in Antwerpen, onder meer via de oudstrijdersverenigingen UFAC en COFAG. Hij noemt zijn netwerk de ‘Groupement Mobile Anversois’ en presenteert dit naar buiten toe als een sociaal steunfonds voor militairen. In november 1940 integreert Grisar op vraag van Lentz zijn groep in de Antwerpse afdeling van het Heropgericht Belgisch Leger.

De Antwerpse groep van Grisar wordt aanvankelijk ingedeeld bij de zogenaamde Mobiele Reserve van kolonel Jules Bastin. Grisar organiseert met ongeveer twintig beroeps- en reserveofficieren de zeven regimenten in Antwerpen. Daaronder bevinden zich de 3de Lanciers met als vertegenwoordiger kapitein Paul Boussemaere, die dan voor ORAF werkt, de 2de Gidsen met advocaat en reservekapitein Etienne Van Cutsem en reservemajoor Gaston Mesmaekers, het Transportkorps van de 2de Infanteriedivisie met advocaat en reserveluitenant Jozef Van Cuyck, het Transportkorps van het 2de Legerkorps met drukker en reservecommandant Eric Dessain, en de Garde Territoriale Aérienne met wisselagent en reservecommandant Maurice Beauvois. Grisar wil in 1940 vooral de vooroorlogse militaire regimenten opnieuw organiseren. Zijn belang blijkt wanneer Charles Claser (de oprichter van het Belgisch Legioen) hem in 1940 ook polst om een Antwerps leider voor het Belgisch Legioen te vinden. Grisar stelt Paul Housmans voor, maar blijft over diens schouder meekijken. Het Antwerpse Heropgericht Belgisch Leger overlapt deels met het Belgisch Legioen. In juli 1941 fuseert de groep van Grisar en die van Housmans tot het eengemaakte Belgisch Legioen in Antwerpen.

ufac.png
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : Union des Fraternelles de l'Armée de Campagne (UFAC). Lidmaatschapskaart van een aanhanger (1934)

Agent van Zero




Fernand Van den Heuvel brengt hem in september 1940 in contact met Fernand Kerkhofs en Jean Moens, de leiders van het pas opgerichte inlichtingennet Zero. Grisar gaat werken voor Zero met codenummer 017 (alias Puma). De stad Antwerpen is een hotspot voor inlichtingen en Grisar bezorgt Van den Heuvel en Kerkhofs een jaar lang diverse rapporten. Bijzondere aandacht besteedt hij aan Duitse vliegvelden. Generaal Keyaerts zou hem aangeraden hebben zijn functie bij Junkers te behouden, om inlichtingen door te kunnen spelen. Grisar houdt zijn activiteiten voor Zero gescheiden van de Groupement Mobile Anversois en het Heropgericht Belgisch Leger. De enige mensen in Antwerpen die hij betrekt bij het inlichtingennetwerk, zijn Carlos Meerbergen, de medevennoot van zijn verzekeringsbedrijf en een invalide uit de Eerste Wereldoorlog, en Jeanne Schuyten, die in 1940 koerier wordt tussen Antwerpen en Brussel. Dat is wellicht een veiligheidsoverweging, maar misschien ook een teken dat Grisar zijn militaire organisatie in 1940 nog niet als een echte verzetsorganisatie ziet. Deze clandestiene militaire diensten moeten in 1940 nog vooral dienen als paramilitaire ordetroepen om de koning bij te staan, wanneer deze een nieuw autoritair Belgisch regime zou vestigen.

fernand-kerkhofs.png
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : Fernand Kerhofs, overleden op 10 april 1947. Oprichter van het netwerk Zero

Vlucht naar Londen

In mei 1941 is Grisar aanwezig op een vergadering met Lentz en Claser om wapenleveringen uit Londen te bespreken. In november 1941 is hij aanwezig op de ontmoeting met Jean Cassart, die begin oktober 1941 is geparachuteerd en op 23 november 1941 Antwerpen heeft bereikt. Cassart brengt financiële en materiële steun met zich mee. Cassart wordt echter op 13 december 1941 aangehouden, wat voor Grisar de aanleiding is Antwerpen te verlaten en naar Londen te vertrekken waar hij op 21 maart 1942 arriveert. Hij gaat werken voor de 2de directie van het Ministerie van Landsverdediging en probeert het wantrouwen van de regering voor het Belgisch Legioen weg te nemen. Dat is niet eenvoudig gezien zijn eigen uitgesproken royalistische profiel. Ook zijn rol als vertegenwoordiger van het Duitse Junkers wekt wantrouwen. Grisar speelt tijdens de rest van de oorlog geen grote rol meer. Na de oorlog, tijdens de Koningskwestie, is hij een felle stem voor de terugkeer van Leopold III. Na afwikkeling van de Koningskwestie in 1951, blijft hij een invloedrijk persoon in de fanatiek royalistische kringen.

Bibliografie

Jan VELAERS en Herman VAN GOETHEM, Leopold III: de koning, het land, de oorlog, Tielt, Lannoo, 1994.

Francis BALACE, "La droite belge et l’aide à Franco", in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 1987, Nr. 3-4, 618-621.

Nico WOUTERS en Frank SEBERECHTS (eds.), Stad in verzet. Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Tielt, Lannoo, 2024.

Meer weten?

armAe_secrAte-Acusson.jpg Artikels Geheim Leger (Het) Maerten Fabrice
Om deze pagina te citeren
Grisar William
Auteur : Wouters Nico (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)
/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/grisar-william.html