Charles Leroux vertegenwoordigt goed het Terhulpens verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De verschillende fases van zijn verzetscarrière vallen namelijk mooi samen met de verschillende fases van het verzet in deze gemeente.
Zijn leven voor de Tweede Wereldoorlog
Charles Leroux werd geboren op 22 maart 1895 in Ferrière-la-Grande in het noorden van Frankrijk. Hoewel hij in het buitenland geboren was, had hij de Belgische nationaliteit. Hij vocht in de Eerste Wereldoorlog mee aan Belgische kant als oorlogsvrijwilliger. Daarvoor ontving hij verschillende eretekens (het Burgerkruis 1914-1918 en de Oorlogsherinneringsmedaille 1914-1918). Omdat hij in de Grote Oorlog gewond was geraakt, werd Charles Leroux in 1922 wegens invaliditeit uit het leger ontslagen. Vanaf dan werkte hij als handelsvertegenwoordiger voor de "Papeterie de Belgique" in Brussel. Begin van het interbellum trouwde hij met Jeanne Marie Florentine Thieffry, een Belgische huisvrouw, geboren in Elsene op 27 februari 1890. Samen kregen ze één kind. Jean Christian Constant Leroux werd geboren op 8 oktober 1922 in Ukkel. Hij ging nog voor de oorlog aan het werk als handelsbediende. Het gezin woonde in Sint-Gillis en verhuisde op 11 juni 1926 naar de Pierre Broodcoorensstraat nummer 60 in Terhulpen, waar het ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef wonen.
Vroeg engagement bij het Terhulpens verzet (1940-1943)
Aan het begin van de oorlog was Charles Leroux 45 jaar. Hij sloot zich al in de winter van 1940 aan bij het verzet, meer bepaald bij het netwerk Zero. Daarvoor verzamelde hij militaire inlichtingen (over de Duitse bezetter, de strategische infrastructuur van de gemeente, goederentreinen, enz.) en administratieve inlichtingen (over de plaatselijke politieke situatie, de samenstelling van de gemeenteraad, enz.) in Terhulpen tot in 1941. In datzelfde jaar sloot hij zich aan bij de ontsnappingslijn Comète, maar om onbekende redenen vertrok hij daar snel. Dat Charles Leroux koos voor Zero en Comète is niet toevallig. Het waren op dat moment de enige clandestiene organisaties die actief waren in Terhulpen.
Vanaf 1942 richtte Charles Leroux zich meer op de ondergrondse pers. In juni van dat jaar startte hij met het leveren van papier voor en het verdelen van nummers van La Libre Belgique (Peter Pan), een sluikblad dat dicht aanleunde bij Zero. In diezelfde periode werden Charles Leroux en zijn vrouw lid van het Onafhankelijkheidsfront, waarvoor ze papier leverden voor de sluikbladen. Hun keuze voor het OF maakten ze op het moment dat deze verzetsgroep steeds dominanter begon te worden in Terhulpen. Via het OF wist Charles Leroux zijn eerste contacten te leggen en relaties aan te knopen met andere invloedrijke verzetsmensen in de gemeente. Zo ontstond er in Terhulpen een samenwerkingsverband tussen het OF en de al gevestigde inlichtingsnetwerken Zero en Comète. In februari 1943 trad ook zoon Jean Leroux toe tot het OF, nadat hij twee maanden als gijzelaar gevangen had gezeten in de citadel van Hoei. Tussen 1942 en 1943 was Charles Leroux het slachtoffer van contraspionage, maar wist hij wel te ontsnappen aan een arrestatiepoging van plaatselijke collaborateurs in samenwerking met de Duitse politie.
Een nieuwe start bij Groep G (1944)
In november 1943 stopte Charles Leroux met zijn activiteiten in de ondergrondse pers en werd hij door Charles Mahieu gerekruteerd voor Groep G. Charles Leroux speelde een sleutelrol in de snelle en massale ontwikkeling van de groep in Terhulpen en Franstalig Brabant. Hij richtte een lokale cel op in Terhulpen en werd commandant van Groep G voor “Waals Brabant”. Vanaf november 1943 werd hij een van de belangrijkste figuren in het Terhulpense verzet. Hij wierf andere invloedrijke verzetsmensen van Terhulpen aan en vertrouwde hen in Groep G op lokaal niveau verantwoordelijke functies toe, zoals materiaalbeheerder en hoofd van de cel van Gaillemarde.
Tijdens het laatste jaar van de bezetting organiseerde Charles Leroux een reeks sabotageaanvallen op strategische infrastructuren in Terhulpen, zoals het treinstation en de papierfabriek. Hij werkte ook samen met andere verzetsgroepen in de gemeente om geallieerde soldaten te redden. Het voorbeeld dat het vaakst wordt aangehaald in de ooggetuigenverslagen, is de redding van drie Amerikaanse piloten die neergestort waren in Terhulpen in de nacht van 5 op 6 juni, onder leiding van Terhulpense verzetsleden van de Belgische Nationale Beweging (BNB) en Groep G. Charles Leroux was de schakel tussen alle verzetsgroepen en -netwerken die nog actief waren in Terhulpen. Terwijl geweldloos verzet dominant was in de gemeente, geraakte Charles Leroux steeds meer verwikkeld in het gewapend verzet. Zijn laatste wapenfeit was zijn actieve deelname samen met andere verzetsleiders, onder wie Roelof Kroese, Louis Lallemand, Noël Thomas en Arthur Tempelaere, aan de bevrijding van Terhulpen in september 1944.
Naoorlogse erkenning
Na de Tweede Wereldoorlog ontving Charles Leroux een reeks onderscheidingen voor zijn verzetsactiviteiten. Hij werd erkend als inlichtings- en actieagent in de graad van hulpagent eerste klasse (datum van erkenning niet gekend), als gewapende weerstander (op 15 maart 1947) en als weerstander door de sluikpers (op 24 juli 1952). Verder werd hij ook onderscheiden met het Oorlogskruis België 1940-1945, de Verzetsmedaille en de Oorlogsherinneringsmedaille 1940-1945. Ook zijn vrouw en zoon werden beiden erkend als gewapende weerstanders.
Na de oorlog werkte Charles Leroux opnieuw als handelsvertegenwoordiger. Het gezin Leroux verliet Terhulpen uiteindelijk op 25 september 1948 en vestigde zich in Rixensart.
Bibliografie
Brussel, Algemeen Rijksarchief, Ministerie van Defensie, Dossiers van de gewapende weerstand 40-45, BE-A 0510/F 1944, Doos 1807, Nr. V/522, Charles Leroux.
Brussel, Algemeen Rijksarchief, Ministerie van Defensie, Dossiers van de gewapende weerstand 40-45, BE-A 0510/F 1944, Doos 1807, Nr. V/532, Jean Constant Christian Leroux.
Brussel, Algemeen Rijksarchief, Ministerie van Defensie, Dossiers van de gewapende weerstand 40-45, BE-A 0510/F 1944, Doos 2922, Nr. V/534, Jeanne Marie Florentine Thieffry.
Brussel, CegeSoma/Rijksarchief, Fonds ARA, Doos 1173, Dossier n° 32672: Charles Leroux.
Brussel, DAO, Fonds van de Sluikpers, Statuut van weerstander door de sluikpers, Nr. 608.815/1737/1648, Charles Leroux.
François DE TROYER, L’impossible oubli: récits de la résistance et de la collaboration en Brabant wallon, Rixensart, Cercle local d’éducation populaire de Rixensart, 1987.
ID, Tenace mémoire: résistance et espionnage en Brabant wallon, Rixensart, Cercle local d’éducation populaire de Rixensart, 1989.
Pierre JACQUET, “La Résistance dans le Brabant wallon”, in: Alain COLIGNON en Dirk MARTIN (ed.), 1940: Belgique, une société en crise, un pays en guerre, Brussel, 1993, pp. 435-440.
Christophe KORNIS, La Hulpe sous l’occupation allemande (1940-1944), in: Seminarie van Lory Jacques (dir.), Louvain-la-Neuve, Université Catholique de Louvain, 1987.
Jacques STASSER, Événements survenus à La Hulpe entre 1940 et 1945, Terhulpen, Cercle d’Histoire de La Hulpe, 2009.