Als socialistische schepen van de gemeente Sint-Agatha-Berchem speelde Arthur Percque een veelzijdige rol in het lokale verzet. Hij stond bekend als een fervent tegenstander van de bezetter die zich onder andere bezighield met het verspreiden van clandestiene pers en het helpen van politieke gevangenen. Nadat hij werd vrijgelaten, kon hij zijn activiteiten in het verzet verderzetten tot het einde van de bezetting.
Een socialistisch politicus
Arthur Percque werd geboren op 5 februari 1899 in Brussel. Zijn vader, Aimé Percque, kwam oorspronkelijk uit Ieper, terwijl zijn moeder, Maria Smolders, afkomstig was van Stabroek. Hoewel hij zijn hele leven in het centrum van de stad Brussel had gewoond, verhuisde Arthur Percque in 1931 naar de Vlaamse gemeente Sint-Agatha-Berchem, nabij Brussel. Vanaf 1920 was hij werkzaam als leerkracht in het lager onderwijs in Sint-Jans-Molenbeek. Daarnaast was hij lid van de Commissie voor Openbare Bijstand in Sint-Agatha-Berchem. In 1939, vlak voor de inval van de Duitsers en het begin van de bezetting, werd hij verkozen tot schepen van Openbaar Onderwijs voor de Belgische Werkliedenpartij (BWP) in dezelfde gemeente. Tijdens de bezetting werd hij echter afgezet, maar kon hij toch nog handig gebruik maken van zijn connecties in het gemeentebestuur om actief deel te nemen aan het verzet.
Van clandestiene pers tot gewapend verzet
Arthur Percque startte zijn engagement in het verzet oorspronkelijk als verzamelaar en verspreider van verschillende clandestiene bladen op regelmatige basis, waaronder L’Espoir, Le Peuple en La Voix des Belges. Hij werd gerekruteerd door de Belgische Socialistische Partij (PSB) en werkte onder meer onder Freddy Legrand, Secretaris van de Brusselse Federatie van de BSP. Hij gebruikte voornamelijk zijn positie als leraar om clandestiene bladen uit te wisselen met zijn collega’s en (oud-)leerlingen. Bovendien was hij lid van de lokale afdeling van Winterhulp, waar hij ook clandestiene pers verspreidde.
Zijn bijdrage bleef echter niet beperkt tot het verspreiden van clandestiene pers. Arthur Percque was namelijk ook lid van meerdere gewapende verzetsorganisaties, waaronder de Belgische Nationale Beweging (BNB), het Onafhankelijkheidsfront (OF) en de Organisation militaire belge de Résistance (OMBR). Het lijkt er echter op dat zijn activiteiten als gewapend verzetslid voornamelijk beperkt zijn gebleven tot de OMBR, waar hij enkele concrete acties uitvoerde zoals het saboteren en stelen van granaatkoppen en raketten uit de EGE-fabriek in Ukkel. Zijn rol als gewapend verzetslid was dus relatief klein in vergelijking met zijn andere activiteiten binnen het verzet.
Het keerpunt
Op 18 april 1942 werd Arthur Percque gearresteerd door de Gestapo en overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis. Later werd hij overgeplaatst naar de gevangenis van Leuven. Hij werd ervan beschuldigd actief campagne te voeren tegen het Duitse Rijk en folders en kranten te verspreiden in de scholen van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Hoewel beide beschuldigingen klopten, slaagde hij er in om de Duitsers ervan te overtuigen dat hij valselijk beschuldigd was. Bijna acht maanden na zijn arrestatie, op 5 december 1942, werd hij vrijgelaten. Zijn arrestatie zorgde ervoor dat zijn focus verschoof van het uitdelen van clandestiene pers naar het actief hulp bieden aan (politieke) gevangenen en hun families tijdens en ook na zijn tijd in de gevangenis.
Hij werd lid van het netwerk Socrates waarin hij benoemd werd tot "chef de secteur" voor de regio in en rond de gemeente Sint-Agatha-Berchem. In het kader van zijn functie als lid van Socrates en zijn positie als (afgezette) schepen vormde hij een belangrijke link tussen het lokale bestuur van Sint-Agatha-Berchem en de lokale hoofden van verzetsorganisaties. Hij zamelde geld in voor Socrates en smokkelde voedsel, tabak, sigaretten en brieven van en naar de gevangenis van Leuven. Daarnaast voerde hij pro-Engelse propaganda met de hulp van een Engelse echtgenote van een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog. Samen gaven ze cursussen Engels om de nazipropaganda tegen te gaan.
Na de bevrijding
Arthur Percque overleefde de oorlog zonder opnieuw gearresteerd te worden door de Duitsers. Hij werd uiteindelijk erkend als burgerlijke weerstander, weerstander door de sluikpers, gewapende weerstander en politiek gevangene. Na de bezetting zette hij zijn politieke betrokkenheid bij de BSP verder. In 1946 werd hij benoemd tot burgemeester van Sint-Agatha-Berchem. Hij vervulde deze functie tot 1952. Nadien bleef hij actief als gemeenteraadslid onder zijn opvolger. Bovendien was hij nog twee keer schepen geweest onder twee verschillende burgemeesters. Hij overleed op 3 oktober 1971 in Kortrijk.
Bibliografie
Heemkundige Kring Sint-Achtenberg
Brussel, CegeSoma/Rijksarchief, Dossier weerstand door de sluikpers, Arthur Percque.
Brussel, CegeSoma/Rijksarchief, Dossier burgerlijke weerstand, Arthur Percque.
S.N., "Berchem fête son nouveau bourgmestre", Le Peuple, 1947.