Tijdens de Duitse bezetting van België tussen mei 1940 en september/oktober 1944, blijft een belangrijk deel van het Belgische bestuursapparaat voortwerken. Er wordt samengewerkt met de Duitse bezetter in het ‘algemeen belang’. Het nationale gezag is verzwakt dus het zwaartepunt verschuift naar economische notabelen, ambtenaren en experten, steden en gemeenten. Een reeks autoritaire hervormingen en een machtsgreep van collaborerende groepen bouwen de Belgische democratie af. Belgische besturen voeren het Nazi-programma mee uit. Na de oorlog moet via de administratieve zuivering en de bestraffing van collaboratie hierover geoordeeld worden. De vragen zijn vandaag relevanter dan ooit : welke bevelen moet je accepteren onder een dictatuur en welke compromissen zijn gerechtvaardigd om een erger kwaad te vermijden?
Veel gezagdragers vluchtten na de Duitse inval in mei 1940 en de Duitser bezetter grijpt stevig de controle over wie nog kan besturen in België : Postverlating en zuivering in 1940
Het staatshoofd neemt in mei 1940 de beslissing te capituleren en als krijgsgevangene in bezet België te blijven om samen te werken met de Duitse bezetter, een beslissing met enorme gevolgen : Koning Leopold III (1940-1944)
Tijdens het unieke jaar 1940 leek alles mogelijk, en werden wilde plannen gesmeed om de Belgische liberale democratie fundamenteel naar een nieuwe, autoritaire richting te sturen : Hervormingen in 1940 [hyperlink]
De Belgische regering verliet het land na de Duitse inval in mei 1940 en een deel van de ministers kwam terecht in Londen, waar ze geleidelijk een grote rol zouden gaan spelen : Regering in Londen
Tot hun eigen verrassing kwamen de Belgische topambtenaren aan het politieke en bestuurlijke roer van het land te staan, de facto ter vervanging van de afwezige ministers : (Comité van) Secretarissen-generaal
Het bestuur van steden en gemeenten werd meteen belangrijk, maar kwam zwaar onder druk van autoritaire hervormingen, infiltratie van collaborateurs en zware Duitse druk : Lokaal bestuur (steden en gemeenten)
De machtsgreep van collaborerende groepen was vooral sterk voelbaar in het lokale bestuur, waar oorlogsburgemeesters en hun naoorlogse beeldvorming één van de gezichten werd van de collaboratie : Oorlogsburgemeesters
Samenwerken en compromissen sluiten vanuit een nationaal, algemeen belang zat tussen collaboratie en verzet, of was het soms een beetje van allebei ? Politiek van het minste kwaad en Accommodatie (bestuur)
Het Belgische bestuur tijdens oorlog en bezetting, werd in 1940-1944 geregeld door diverse internationale en nationale wetgeving, die mee bepaalden welke keuzes gemaakt werden Oorlogsrecht- en wetgeving [hyperlink]
Als deel van de autoritaire hervormingen van het Belgische staatsbestel, werden nieuwe staatscorporaties opgericht die met ruime bevoegdheden en grote autonomie de democratische staat verder afbouwden - Staatscorporaties [hyperlink]
De ordediensten werden gecentraliseerd onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en via administratieve controle en toezicht werd gewerkt naar een politiestaat - Ordehandhaving (bestuur) [hyperlink]
Koningskwestie
Wijnendale (breuk in)
Berchtesgaden (ontmoeting tussen Koning Leopold III en Hitler)
Louis Frédéricq