In Vlaams-Brabant (in de regio van Puurs en Tisselt) doet een nieuwe anti-VNV-beweging haar intrede, die zeer actief zal zijn tijdens de zomer: De Zwarte Hand. De oprichters (Albert en Robert De Bondt, Emile De Cat en Remy De Mol) nemen zich zodanig ijverig voor om propaganda tegen de collaboratie te verspreiden dat zij al snel de aandacht trekken van de Duitse politie. In diezelfde maand wordt Hauquier, president van de Nationale Partij/Parti Nationale, alsook zijn plaatsvervanger Emmery, aangehouden door de bezetter. Het merendeel van de leden van deze beweging behouden een laag profiel en richten hun acties tegen de aanwezigheid van de vijand.
