België in oorlog / Artikels

Liberté Chérie, een loge in het kamp van Esterwegen

Thema - Verzet

Auteur : Mortier Pierre (Instelling : Vrijwilliger bij Cegesoma/Rijksarchief)

Een vrijmetselaarsloge in een concentratiekamp : erg ongewoon ! En toch heeft een groep Belgische vrijmetselaars inderdaad tijdens de winter 1943–1944 in het kamp Esterwegen een loge opgericht die clandestien actief was tot maart 1944. 

De vrijmetselarij in bezet België

Al tijdens de eerste weken van de bezetting deed de Gestapo - dikwijls samen met collaborateurs - invallen in de logelokalen in Brussel en elders. De bedoeling was de tempels, de archieven , de kunstwerken en andere artefacten in beslag te nemen. In de herfst van 1940 werd trouwens de anti-vrijmetselaarsliga “De Bezem - L’Epuration” opgericht. Zij was de drijvende kracht achter de Anti-vrijmetselaarstentoonstelling die tussen 30 januari 1941 en 31 mei 1942 veertien Belgische steden aandeed.

Op 20 augustus 1941 vaardigde de bezetter een verordening uit die de loges officieel verbood.

Vanaf eind 1942 werden verschillende bekende vrijmetselaars vermoord, vooral door collaborateurs. Maar toch werden de vrijmetselaars niet als dusdanig vervolgd; hun eventuele aanhouding gebeurde omwille van verzetsdaden. 

ord-20-8-1941.png
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Oorspronkelijke legende : Verordnungsblatt, 23 augustus 1941.

Het concentratiekamp Esterwegen (afdeling “Zuid”)

kaart-esterwegen.jpg
Instelling : United States Holocaust Memorial Museum
Collectie : Holocaust Encyclopedia
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Concentratiekampen 1933-1934

Esterwegen ligt in noordwest Duitsland op een twintigtal kilometer van de Nederlandse grens. Het kamp werd in 1933 opgericht voor tegenstanders van het nazi-regime; het kamp “Zuid” bestond van 22 mei 1943 tot 23 mei 1944.Tijdens die periode telde het 2695 totaal geïsoleerde Nacht und Nebel (NN)-gevangenen (« nacht en nevel ») .

Van die 2695 NN-gevangenen waren er ongeveer 2300 Belgen; 270 kwamen uit Noord-Frankrijk. Meer dan 95 % van de gevangenen sprak dus Frans of Nederlands.

Het kamp werd niet bewaakt door SS’ers maar door negen burgerlijke wachten. Tot midden februari 1944 was de bewegingsvrijheid in het kamp overdag vrij groot. De gevangenen moesten enkel ’s nachts in de barakken blijven.

Er zaten geen gevangenen van gemeen recht, enkel verzetslui, politieke gevangenen . Zij konden het kamp niet uit. Maar het systeem van de « Kapos » bestond niet. De barakhoofden waren NN-gevangenen zoals de anderen . De gevangenen moesten licht werk doen zoals het sorteren van hulzen en het ontrollen van condensatoren.

De hygiënische omstandigheden waren zeer slecht , het ontbreken van voedsel was nog erger. Elke gevangene kreeg een rantsoen van gemiddeld 800-1000 calorieën per dag. Velen vermagerden tussen 4 en 5 kilo per maand. 85 gevangenen (dus 3 %) overleden in het kamp. Maar veel meer stierven tussen maart 1944 en mei 1945.

Oprichting van de loge “Liberté Chérie”

De loge "Liberté Chérie" (Geliefde Vrijheid) werd opgericht in december 1943 of begin januari 1944. Op dat ogenblijk zaten er minstens veertien vrijmetselaars vast in Esterwegen. Al voor de oprichting van de loge ontmoetten ze mekaar in een broederlijke kring met de naam "Liberté Chérie". 

De tussen eind november 1943 en begin februari 1944 veertien aanwezige Broeders die wij kennen waren in volgorde van aankomst : Jean Allard, Franz Rochat, Jean-Baptiste Sugg, Guy Hannecart, Paul Hanson, Octave Tiquet, Jacques Dehem, Louis Camu, Herman De Clercq, Roger Vanbiesbrouck, Luc Somerhausen, Laurent Degueldre, Albert Van Den Heede en Amédée Miclotte.

Drie andere vrijmetselaars, Herman Bertiau, Raymond Volckerick en Louis Schmidt, maakten misschien deel uit van de broederlijke kring maar kunnen geen lid geweest zijn van de loge omdat zij op 26 augustus en 11 november 1943 uit het kamp overgeplaatst werden.

Luc Somerhausen heeft de hoofdrol gespeeld in de omvorming van broederlijke kring in loge. Op dat ogenblijk bleef het relatief gemakkelijk gevangenen uit verschillende barakken overdag samen te brengen.

De meeste vrijmetselaars zaten in barak 6 ; logisch dat daar de meeste zittingen plaatsgrepen. Het blijft een feit dat het moeilijk was “met zekerheid leden van oprichters te onderscheiden” zoals Luc Somerhausen in juni 1946 verklaarde.

esterwegen-baraque-6.png
Instelling : https://bel-memorial.org/documents/liberte_cherie_Rob_TROUBLEYN.pdf
Oorspronkelijke legende : Rob Troubleyn, 75 jaar geleden: de loge "Liberté Chérie", een licht in de duisternis en gruwel van Nacht und Nebel
ph-05.jpg
Oorspronkelijke legende : Esterwegen, zicht op de baraken 4, 5 en 6

Werking van de loge "Liberté Chérie"

We beschikken natuurlijk over weinig bronnen maar toch weten we een aantal zaken. De oprichters kozen voor simpele statuten. Ze vroegen Fernand Van Horen (Horn van de krant Le Soir) om een tekening die de strijd voor de vrijheid symboliseerde. Hij wist trouwens niet waar de tekening voor moest dienen.

Oprichtingsakte en statuten werden in conventionele taal opgesteld. De loge kwam wekelijks samen tot in maart 1944. Het ging hem om hulp en ondersteuning en om morele en sociale vervolmaking. Tijdens elke zitting stelde een Broeder een werkstuk voor dat dan in de volgende zitting besproken werd. Thema’s waren o.a. de vrouw in de vrijmetselarij, het symbool van de Opperbouwmeester of de toekomst van het land.

Paul Hanson werd Achtbare Meester en Luc Somerhausen Eerste Opziener. Franz Rochat was Secretaris en Amédée Miclotte Redenaar. Het is onzeker wie fungeerde als Tweede Opziener.

In februari-maart 1944 kwamen er vier Broeders bij: Jean-Baptiste De Schrijver, Léopold Stiers, Jean Dardenne en Henri Story. Zij werden waarschijnlijk ook lid van de loge.

In totaal ging het dus wellicht om minstens achttien maçons, lid van de loge "Liberté Chérie".

Fernand Erauw heeft altijd bevestigd dat hij als enige ingewijd werd in "Liberté Chérie". Sommige bronnen hebben het ook over Jean Tytgat. Hoe dan ook werden deze inwijdingen niet erkend door het Grootoosten van België (GOB). Wel staat vast dat beiden contact hadden met de vrijmetselaars in Esterwegen. Fernand Erauw zat in barak 6 en Jean Tytgat in barak 5. Deze laatste werd ingewijd in de loge Septentrion op 9 augustus 1945 en Fernand Erauw in de loge Balder in januari 1946.

Nog andere vragen stellen zich. Hoe functioneerde de werkplaats na het vertrek van Eerste Opziener Luc Somerhausen op 10 februari 1944 en van Achtbare Meester Paul Hanson op 24 februari 1944 ? En welke gevangenen namen hun plaats in?

tabel-vn-april-2024.jpg
Auteursrecht : Pierre Mortier
Oorspronkelijke legende : Vrijmetselaars en toekomstige ingewijden in het kamp van Esterwegen

Een unieke gebeurtenis

Buitengewoon dus: een loge – "Liberté Chérie" – opgericht door Belgische vrijmetselaars in het concentratiekamp Esterwegen in de winter 1943–1944 en die gedurende maanden regelmatige zittingen hield. Het bleek de enige loge die door gevangenen in een concentratiekamp werd opgericht !

Een andere internationale, Franstalige loge kwam ook in een concentratiekamp tot stand maar dit op 6 mei 1945, dus na de bevrijding: de loge "Les Frères captifs" van Allach.

De loge "L’Obstinée" dan weer werd opgericht in een Oflag eind 1943. Ze telde 27 Belgische maçons uit een barak van het Oflag X-D te Fischbeck-Hamburg. Ze werd door het GOB erkend.

stAle-lb.jpg
Instelling : Belgisch Museum van de Vrijmetselarij
Auteursrecht : Henri Francart
Oorspronkelijke legende : Bronzen gedenksteen "Liberté chérie"

Erkenning van de loge "Liberté Chérie"

esterwegen_liberte_cherie_3.jpg
Instelling : Bel-Memorial
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Monument ter ere van de vrijmetselaarsloge "Liberté chérie"

Op de zeventien gekende vrijmetselaars en lid van "Liberté Chérie" overleden er dertien tijdens de wegvoering. Slechts vier kwamen in mei 1945 naar België terug: Louis Camu, Laurent Degueldre, Luc Somerhausen en Albert Van Den Heede.

De twee andere in Esterwegen opgesloten maçons overleden ook in gevangenschap. Fernand Erauw en Jean Tytgat konden naar België terugkeren.

Hoewel Luc Somerhausen in zijn brief van 26 augustus 1945 het GOB vroeg om de loge "Liberté Chérie" te erkennen, was het op basis van een verslag van twee vrijmetselaars van de Gentse loge Septentrion, Louis Camu en Albert Van Den Heede, leden van de loge "Liberté Chérie", dat deze laatste op 18 november 1945 "officieel erkend - gewone loge -" werd door het GOB.

Ondanks deze beslissing werd ze meer dan veertig jaar lang niet opgenomen in de lijst van het GOB. Het was wachten tot 22 oktober 1987 voor het GOB zich een tweede maal uitsprak voor een officiële erkenning: “de tijd is gekomen om aan de erkenning van "Liberté Chérie" een meer symbolische dan administratieve zin te geven en er wordt beslist "Liberté Chérie" in de officiële lijst op te nemen”.  Dat gebeurde dan ook als nr. 29bis sedert eind 1989. 

Bibliografie

Jean Allard, « La vie des Prisonniers politiques wallons en Allemagne » in La Wallonie libre – 6e jaar Nr12 – Aug. 1945.

Franz Bridoux, GOB - Loge : Liberté Chérie - Camp de concentration d'Esterwegen en Allemagne - 1943, L'Edifice, 2010. https://www.ledifice.net/H003-1.html

Franz Bridoux & Catherine Teman, Liberté Chérie - L'incroyable histoire d'une LOGE dans UN CAMP de concentration - A la croisée d'une vie de militant, Paris, Editions La Boîte à Pandore, 2014.

Fernand Erauw, l'histoire de liberté chérie, https://bel-memorial.org/documents/liberte_cherie_Fernand_ERAUW.pdf

Rob Troubleyn, 75 jaar geleden: de loge "Liberté Chérie", een licht in de duisternis en gruwel van Nacht und Nebel, 75 jaar geleden: de loge "Liberté Chérie", een licht in de duisternis en gruwel van Nacht und Nebel | VRT NWS: nieuws

Pierre Verhas, Liberté Chérie - Une loge maçonnique dans un camp de concentration, Bruxelles, Editions Labor, 2004.

Archieven

Archieven "Tweede Wereldoorlog", CEDOM.

Correspondentie uit 1945 tussen Luc Somerhausen en het Grootoosten van België (GOB).

Verslagen 1945 en 1946 van de vergaderingen van de Grootcommissie en het GOB.

Archieven mbt Esterwegen en zijn politieke gevangenen in het CegeSoma, de Dienst Oorlogsslachtoffers en in de archieven van Arolsen.

Erkenningsdossiers voor het statuut van weerstander, van de Documentatie- en opzoekingsdienst en van de Nationale erkentelijkheid voor het statuut van Politiek gevangene van meer dan 60 gevangenen 


Deze pagina citeren
Liberté Chérie, een loge in het kamp van Esterwegen
Auteur : Mortier Pierre (Instelling : Vrijwilliger bij Cegesoma/Rijksarchief)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/liberte-cherie-een-loge-in-het-kamp-van-esterwegen.html