België in oorlog / Artikels

Rekruteringscentra van het Belgisch Leger (RCBL)

Thema - Militaire geschiedenis

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Nieuw bloed voor een toekomstige (en laatste) oorlog ?

In het vooruitzicht van een toekomstige oorlog werkt de Belgische regering een wetgeving uit die een “voor het leger opricht.  Bedoeling is te vermijden in dezelfde onzekere situatie te verzeilen als tijdens de Eerste Wereldoorlog.  Toen immers was het onmogelijk gebleken de militaire verliezen te compenseren en de effectieven terug aan te vullen omdat door de snelle opmars van de vijand heel wat toekomstige dienstplichtigen in het binnenland ingesloten raakten.  Vanaf 1937 moeten alle jonge mannen opgenomen worden in deze reserve, vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 17 jaar worden.  Een Koninklijk Besluit bepaalt verder dat deze mensen, bij een invasie, zullen opgeroepen worden via de radio, de geschreven pers of de overheid.  Vallen ook onder de toepassing van dit besluit, naast  de zestienjarigen die in de loop van dat jaar zeventien worden, de personen tussen 21 en 35 jaar die hun legerdienst nog niet hebben volbracht in casu wie geniet van uitstel, van een vrijlating of een vrijstelling.  Uiteindelijk gaat het hier om ongeveer 300.000 man.  Aanvankelijk worden twee hergroeperingscentra voorzien, één in Binche, een tweede in Eeklo.  De Blitzkrieg zal die plannen evenwel flink in de war sturen.

crab_lesoir.jpg
Instelling : Privé collectie
Auteursrecht : VR
Oorspronkelijke legende : Oproep tot de jongeren van 16 tot 35 jaar.

Wanorde bij het vertrek

de-sellier-dr.jpg
Instelling : Privé collectie
Collectie : F. Balace
Auteursrecht : VR
Oorspronkelijke legende : De lieutenant-generaal de Selliers de Moranville

Op 10 mei ‘s morgens geeft de Directie Rekrutering aan de betrokkenen het bevel om te vertrekken.  Er heeft  voordien nooit een alarmoefening plaatsgevonden.  De jonge mannen worden bereikt hoofdzakelijk via affiches, via  de radio of via de plaatselijke overheid (burgemeesters, rijkswachters en veldwachters).  Talrijke jonge mannen en adolescenten gaan op stap op totaal geïmproviseerde manier.  Zij worden verondersteld “op eigen kracht” Binche of Ekklo  te bereiken.  In theorie moet het Ministerie van Volksgezondheid instaan voor hun vervoer en logement.  Bij gebrek aan mankracht wordt het departement totaal overrompeld door de mensenmassa.  In de nacht van 13 op 14 mei geeft de verantwoordelijke minister, Marcel-Henri Jaspar de bevoegdheid door aan Defensie.  Men gaat ervan uit dat dit departement beschikt over het nodige personeel om de operatie tot een goed einde te brengen.  Helaas ontbreekt de tijd om de overdracht te realiseren.  Overal rukt de vijand op en in de avond van 14 mei wordt het bevel gegeven naar Frankrijk uit te wijken.  De geïmproviseerde centra van Ieper, Roeselare, Kortrijk-Menen en Poperinge lopen langzaam leeg.

"Douce France"?

In de realiteit verlaten niet alle opgeroepen jongeren het land.  Reeds vanaf dag 1 heeft één derde van het contingent (ongeveer 100.000 man) geen gehoor gegeven aan de oproep.  Van degenen die de opvangkampen verlaten geraken zij die pas vanaf 18 mei op weg gingen geblokkeerd door de gevechten in Noord-Frankrijk, meer bepaald rond Rijsel en Duinkerke.  Sommigen onder hen vinden de dood in Gravelines, Abbeville en Escaudoeuvres.  Wat overblijft van de Rekruteringsreserve, ongeveer 100.000 man geraakt uit de omsingeling en vertrekt richting Zuid Frankrijk.  De Vijftiende, Zestiende en Zeventiende militaire gebiedsomschrijvingen  (Nîmes, Béziers en Toulouse) worden aldus de uitvalbasis van al deze mensen.  Hun lot berust in de handen van het Belgische Leger, in de persoon van generaal Carlos de Selliers de Moranville.  Ter plaatse wordt de Rekruteringsreserve omgedoopt tot “Recruteringscentrum van het Belgische Lege” (RCBL).  Er komt een Zeventiende RCBL te Toulouse, een Zestiende in Béziers en een Vijftiende in Nîmes.  De aanwezige Belgische officieren lopen het vuur uit hun sloffen om zo snel mogelijk logies en bevoorrading te organiseren.  Omdat er onvoldoende competent kaderpersoneel voorhanden is doet men beroep op de scouts.  Dit blijkt een lapmiddel te zijn.  De capitulatie van België op 28 mei 1940 maakt de zaken nog ingewikkelder. Op een bepaald ogenblik benaderen de Franse gezagsdragers van de Derde Republiek de jonge Belgen met wantrouwen.  Zij worden ondergebracht in kampen (Agde, Marseillan).  Er is onvoldoende eten, de bewaking gebeurt door het Tsjechisch Legioen, dan weer door Marokkaanse soldaten in dienst van de Franse overheid.  Zij die meer geluk hebben wonen bij Franse burgers; deze mensen tonen over het algemeen meer begrip en empathie voor hun gasten.  Wat voor ieder van hen in hun nadeel speelt is hun onduidelijk statuut; burgers maar toch ook een beetje militairen.

Op naar het Front?

Wat er ook van zij, op 25 mei heeft generaal de Selliers een idee om de mannen  bezig te houden en hen in te zetten voor de gemeenschappelijke strijd: hij richt “Werkcompagnies” op waardoor de meest weerbare mannen worden ingezet in de oorlogsindustrie of voor het werk in de landbouw.  Zijn adjunct, generaal Wibier, gaat nog een stap verder: hij richt tien “Arbeidersbataljons” op.  Daarvoor gaat hij putten uit de “Aanvullings-en Opleidingstroepen“ bestaande uit dienstplichtigen van de klasse ’40, aangevuld met een aantal RCBL-ers.  Duizenden jonge mannen worden naar Noord Frankrijk gestuurd.  Op 6 juni 1940 staan ze aan de oevers van de Marne en graven zij loopgraven.  Er barst evenwel een nieuw Duits offensief los en de Franse linies worden spoedig doorbroken.  Iedereen vlucht in totale wanorde weg.

Een avontuur dat op niets uitliep

Op 19 juni komt de minister van Landsverdediging, generaal Denis, tot de slotsom dat de leden van de RCBL moeten beschouwd worden “ als burgerlijke vluchtelingen”.  Frankrijk capituleert enige dagen later.  De RCBL-ers hebben nu niets meer om handen en wachten op hun repatriëring naar België.  In augustus-september worden zij teruggebracht in beestenwagens.  Velen hebben daar niet op gewacht en zijn op eigen initiatief reeds teruggekeerd.

Uiteindelijk vonden 400 RCBL-ers de dood tijdens die woelige maanden die in niets leken op een geïmproviseerde grote vakantie.

1096-retour-encadrement-scouts.jpg
Instelling : CegeSoma
Collectie : Jean de Launois
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : 18 augustus 1940. Terugkeer naar België - Vertrek vanuit Montpellier. De scouts dragen nog steeds hun uniform.
1003-crab-le-retour.jpg
Instelling : CegeSoma
Collectie : Dirk De Ruyver
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Terugkeer van jongeren uit de RCBL. Streek van Anduze

Bibliografie

Colignon Alain, "Ordre de rejoindre: les '16-35 ans'" in Jours de Guerre/Jours de défaite II, Bruxelles, Crédit communal, 1991, pp. 103-113.

Karel STROBBE, Pieter SERRIEN & Hans BOERS, Van onze jongens geen nieuws : de dwaaltocht van 300.000 Belgische rekruten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, Antwerpen : Manteau, 2015.

Meer weten

33878-manoeuvres-cyclistes.jpg Artikels Militaire plannen. Verdediging van het hele grondgebied of van een deel ervan? Sterkendries Jean-Michel
Deze pagina citeren
Rekruteringscentra van het Belgisch Leger (RCBL)
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/rekruteringscentra-van-het-belgisch-leger-rcbl.html