België in oorlog / Persoonlijkheden

Romainville Joseph

Thema - Verzet

Auteur : Bagnoud Martin

Joseph Romainville (1916-1955) richtte twee grote verzetsnetwerken op die de geallieerde zaak aanzienlijke diensten bewezen. De jongeman wordt op 11 april 1916 geboren in Bad-Oha, vlakbij Hoei. Hij studeert boekhouding, burgerlijk recht, fiscaal recht en handelsrecht voordat hij directiesecretaris wordt bij de Fabrique nationale d’armes de guerre in Herstal. Hij vervolledigt zijn militaire dienst in 1936. Op het moment dat de oorlog uitbreekt, wordt Romainville teruggeroepen in het leger en dient hij als sergeant in de 18-daagse campagne. Na de nederlaag wordt hij gedemobiliseerd en keert hij terug naar Hoei, naar het huis dat hij met zijn vrouw Suzanne bewoont. Hij hoort dat de Belgische regering naar Londen is gevlucht en besluit op 24-jarige leeftijd naar Engeland te gaan om de strijd voort te zetten. 

Aansluiting bij Engeland

Dit land trok iedereen aan die het Verenigd Koninkrijk en zijn bondgenoten wilde steunen in de strijd tegen het nazisme. Maar er bij horen tijdens de oorlog brengt ook grote moeilijkheden met zich mee. Joseph Romainville verlaat verlaat Hoei op 31 januari 1941 en zet pas het jaar daarop voet op Britse bodem. De eerste etappe van de reis verloopt echter voorspoedig.: de jongeman, die samen met zijn neef Auguste Dubuisson reist, passeert zonder problemen de demarcatielijn bij Dijon. Van daaruit reizen de twee mannen naar Marseille en vervolgens naar Montpellier waar ze er dankzij de tussenkomst van een Franse onderofficier in slagen om op 16 maart 1941 in te schepen in Algiers. In Algiers ontmoeten ze de broers Pierre, Antoine en Emmanuel Jooris die ook naar Engeland willen. In oktober 1941 verkrijgt de voormalige Belgische consul in Algiers via de Amerikaanse consul Belgische paspoorten en vervalste certificaten van militair ontslag op hun naam. Met deze documenten bereiken Romainville en zijn metgezellen Lissabon op 18 december en daarna Gibraltar aan het einde van de maand. Op 6 januari 1942 komen ze aan in Greenock, Schotland.

carte-guArin.png
Instelling : Cegesoma/Rijkarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville
portrait-de-groupe.png
Oorspronkelijke legende : Knielend, Emmanuel Jooris, Antoine Jooris en Romainville. Staand, Pierre Jooris, Snyers, Dubuisson, Albert Regout. Van Charles-Albert de Behault, 1940, drie broers en een vriend

Opdracht met Luc, toen medeoprichter van de Britse-Botte service

full0002.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville
full0003.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville

Joseph Romanville reist van Schotland naar Londen. Hij wordt onmiddellijk ondervraagd door de Belgische Staatsveiligheid: hij beschrijft zijn reis en geeft rechtstreekse informatie over de situatie in Hoei, in he bijzonder over de pro-Duitse activiteiten van enkele vooraanstaande personen in de stad. Hij uit ook zijn verlangen om te vechten. Op 27 januari 1942 wordt hij ingelijfd bij de Belgische geheime dienst.

In Engeland volgt de jongeman een opleiding van 4 maanden als parachutist en radiozender. Romainville wordt belast met de communicatie met Londen voor de inlichtingendienst Luc, die nog steeds geen rechtstreeks radiocontact had. Op 28 mei parachuteert de nu onderofficier in Frankrijk voordat hij naar België gaat. Romainville klaagt over de roekeloosheid en vijandigheid van sommige van zijn leiders tegenover hem. In juli 1942 verlaat hij Luc (dat ook te kampen had met ernstige intern onenigheid) en vraagt zijn superieuren om toestemming om een nieuwe inlichtingendienst op te zetten, de Brise-Botte (BB) dienst. Dit is het resultaat van zijn hereniging met Emmanuel Jooris (zijn vroegere metgezel op de reis naar Engeland, parachuteerde op 25 mei 1942). BB wordt opgericht door het combineren van de pseudoniemen van de twee oprichters: Jooris, bekend als Brise, en Romainville, ook bekend als Botte. Onder hun leiding groeit het netwerk en verdeelt het zich in talrijke sectoren. BB krijgt financiële steun van de Staatsveiligheid, verkregen via contacten met verbindingsstructuren in Frankrijk (het ontving tot 140.000 Belgische frank per maand). Het netwerk  lijkt tot volle tevredenheid van de leiders in Londen te werken en speelt informatie door van “enorme waarde”. In december 1942 geeft een afgezant van de Staatsveiligheid de volgende beschrijving van het netwerk: “serieus, zonder overdaad, maar misschien een beetje onvoorzichtig omdat het te ver reikte en veel mensen met elkaar verbond”. Enkele leiders van het netwerk worden gearresteerd, waaronder Emmanuel Jooris op 3 september 1942. Romainville’s neef Auguste Duboisson (die samen met A,toine Jooris de inlichtingendienst Bayard had opgericht) wordt ook gearresteerd op 23 november 1942. Dit lijkt Romainville hard te raken. Op 14 januari 1943 stuurt hij een telegram naar Londen waarin hij aangeeft dat hij naar Engeland wil terugkeren, op grond van gezondheidsproblemen. Hij verlaat België uiteindelijk op 11 april 1943. 

28079.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Inlichtingsdiensten : [1940-1945].

Arrestatie in Spanje

Op 28 april 1943 slaagt Romainville erin dit bericht naar Londen te sturen: “Ik ben in de gevangenis van Figueras waar de situatie betreurenswaardig is. Ik heb vandaag een boodschap van de Engelse consul voor u bezorgd. Ik hoop dat u het onmogelijke voor mij zult doen.” De jongeman wordt daarom gevangen genomen in Spanje. In juli wordt hij zelfs overgebracht naar het kamp Miranda. Kapitein Jean Nicodème, hoofd van de operationele afdeling van de Staatsveiligheid, vraagt zijn Britse collega om Romainville een Brits visum te sturen zodat hij zijn reis kan verderzetten. De jongeman wordt in augustus 1943 vrijgelaten. Op 12 september bereikt hij Lissabon en uiteindelijk Engeland dat hij drie dagen later per watervliegtuig bereikt. 

image-nA-47561-goed.jpg
Instelling : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Kamp Miranda de Ebro, Spanje.

Collaborateur met Job, toen oprichter van de Belgische Dienst in Zwitserland

la-station-de-leysin.jpg
Auteur : Médiathèque Valais - Martigny.
Oorspronkelijke legende : Het vakantieoord Leysin in de Alpen in 1952, waar Romainville naartoe ging om zijn tuberculose te behandelen. Alphonse Kammacher, vliegveld La Blécherette,

Het succes van het BB netwerk wekt de argwaan van de Duitse contraspionage, die Romainville’s beschrijving had en zijn huis in Hoei bezocht. De spion zou in november 1943 terugkeren naar België maar de missie werd te riskant geacht. In maart 1944 wordt uiteindelijk besloten om hem per parachute naar Zwisterland te sturen waar zijn ervaring nuttig zou kunnen zijn. Zwitserland is het toneel van een geheime oorlog waarin veel buitenlandse spionnen, clandestiene vluchtelingen en diplomaten uit alle lagen van de bevolking actief zijn. Sinds 1942 is een Belgische agent van de Staatsveiligheid, Max Bejai belast met de ontwikkeling van een inlichtingenwerk. Romainville wordt gestuurd om Bejai (zijn schuilnaam was Job) te helpen banden met België te ontwikkelen. In de opdracht van de missie staat dat hij postlijnen moet opzetten tussen België en Zwitserland, Zwitserland en België en Zwitserland en Spanje. Dit is een belangrijke opdracht voor de man die ondertussen tot kapitein is gepromoveerd. Romainville (die opereert onder de valse identiteit van Armand Guérin, een kleermaker met de Franse nationaliteit) werd op 4 maart 1944 naar Frankrijk geparachuteerd. De ontvangst van de agent wordt georganiseerd door de dienst Phénix die hem een adres moet geven om naar Zwitserland te gaan en contact op te nemen met Bejai. Op 15 maart 1944 steekt hij de Zwitserse grens over.

In die tijd zijn er drie Belgische netwerken actief in Zwitserland: Job die in opdracht van de Staatsveiligheid werkt en de diensten Rivert en Tempo die gespecialiseerd zijn in de verzending van post tussen België en de Zwitserse Confederatie. Er breekt al snel een conflict uit tussen Romainville en Job, waarbij de eerste de tweede ervan beschuldigde dat hij fondsen van de Staatsveiligheid had verspild zonder dat daar een echte tegenprestatie tegenover stond. De Staatsveiligheid spreekt van  “meningsverschillen”, maar het is duidelijk dat de schade diep zit. In mei 1944 verklaart Job zelfs dat het voor hem onmogelijk is om met Romainville samen te werken op zijn afdeling. Tegelijkertijd schrijft Romainville een brief aan de premier om zijn ongenoegen over Job te uiten. De leiders in Londen willen de drie Zwitserse organisaties al samenvoegen tot één enkele tak die beter gecontroleerd en georganiseerd zou zijn. Deze interne ruzies zetten hen daartoe aan. Romainville die in hoog aanzien staat, krijgt de taak om in de lente van 1944 de Belgische Dienst in Zwitserland (SBS) op te richten. De SBS breidt geleidelijk haar invloed uit op Rivert en Tempo maar Job raakt steeds meer geïsoleerd. Tot september 1944 zet het netwerk een ontsnappingsroute op en specialiseert zich in het verzenden van post tussen België en Zwitserland. De missie wordt echter voortgezet na de bevrijding van België: de SBS wordt een inlichtingennetwerk over Duitsland, actief tot eind juni 1945. Honderden mensen die Duitsland via Zwitserland vluchten, worden ondervraagd. Romainville is ook persoonlijk verantwoordelijk voor het vervoer van Belgische diplomatieke post naar Zwitserland. Zijn missie eindigde op 30 juni 1945. 

De naoorlogse dagen

De naoorlogse periode is er ingewikkeld voor Joseph Romainville. Hij werkt voor de Staatsveiligheid tot 1946 en krijgt de status van inlichtingen-en actieagent. Hij wordt ook verschillende keren geëerd, onder andere met de Verzetsmedaille, het Vluchtelingenkruis, het Franse oorlogskruis en als lid van de Orde van het Britse Rijk. Zijn situatie verslechtert echter snel. Ondanks van de geboorte van zijn dochter kort na de oorlog, overleeft zijn huwelijk zijn terugkeer naar het burgerleven niet. Vanaf 1946 overleeft hij door van het ene baantje naar het andere te gaan. In 1947 solliciteert hij voor een baan bij de Belgische Société Anonyme d’Exploitation de la Navigation Aérienne maar deze krijgt hij niet. Vanaf 1950 lijdt hij aan tuberculose wat hem ertoe aanzet om bij de dienst Militaire Pensioenen een aanvraag voor oorlogsinvaliditeit in te dienen. Hij reist regelmatig naar Zwitserse sanatoria voor behandelingen. Ongetwijfeld uitgeput door zijn beproevingen tijdens de bezetting, verslechtert Romainville’s gezondheid en sterft hij vroegtijdig in Brussel op 5 april 1955. Vandaag de dag is een straat in Bas-Oha naar hem vernoemd. 

rue-romainville.png
Oorspronkelijke legende : Straat vernoemd naar Romainville

Bibliografie

Cegesoma/Algemeen Rijksarchief, AA 1333, Archief van Staatsveiligheid, persoonlijk dossier, nr. 43937.  

Charles-Albert de Behault. "1940, trois frères et un ami s’évadent de Belgique." Artikel online beschikbaar : 73384livor.pdf (francaislibres.net).

Emmanuel Debruyne. "Le nerf de la guerre secrète. Le financement des services de renseignements en Belgique occupée, 1940-1944." Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 13-14 (2004): 223-265, https://www.journalbelgianhist....

Fernand Strubbe. Services Secrets Belges 1940-1945, Union des services de renseignement et d’action, 2000, 672p, passim.

Léon Schillings. "Aventures d’un 'agent secret amateur' à la fin de la guerre 40/45  Bibliothèque Georges Orwell des Territoires de la Mémoire, online beschikbaar : doc_num.php (territoires-memoire.be).


Meer weten...

28079.jpg Artikels Belgische verzetsnetwerken in Zwitserland Bagnoud Martin
Deze pagina citeren
Romainville Joseph
Auteur : Bagnoud Martin
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/romainville-joseph.html