28079.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Inlichtingsdiensten : [1940-1945].
België in oorlog / Artikels

Belgische verzetsnetwerken in Zwitserland

Thema - Verzet

Auteur : Bagnoud Martin

Oorspronkelijk twee neutrale landen

In 1939 hebben België en Zwitserland een neutrale status die hen buiten het conflict moest houden. De twee landen hebben ook andere overeenkomsten: een relatief vergelijkbare oppervlakte en demografie door hun geografische ligging bufferzones tussen de grote Europese mogendheden. Terwijl de ene niettemin snel onder vuur komt na de Achttiendaagse Veldtocht vervolgens bezet, zal de andere zijn neutrale status gedurende de hele oorlog behouden. Vele factoren kunnen die Zwitserse soevereiniteit verklaren. Eén ervan is de ruige topografie van het land. Andere factoren zijn de inzet van het grootste deel van de Wehrmacht bij de Duitse militaire operaties tegen Frankrijk, vervolgens Engeland en de USSR, het behoud van doorgangsroutes beschermd tegen geallieerde bombardementen en de evenwichtsoefening van de Zwitserse autoriteiten tussen aanpassing aan de Nieuwe Wereldorde en verzet ertegen. Zwitserland wordt, zoals andere neutrale landen, het speeltoneel van een geheime oorlog waarin heel veel buitenlandse spionnen, clandestiene vluchtelingen en diplomaten van alle slag opereerden.

soldats-entrant-en-service-en-1939-A-la-gare-de-genAve-A-keystonephotopress-.png
Collectie : © KEYSTONE/Photopress.
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Soldaten die in 1939 in dienst treden in het station van Genève

De eerste contacten

kinderen-14-18.jpg
Collectie : Le Temps, 17/6/2015
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Beeld ter viering van de opvang van Belgische kinderen in 1914-1918
arrivAe-1.jpeg
Collectie : Journal du Jura, 18/5/1940
Oorspronkelijke legende : De aankomst van Zwitserse repatrianten uit België in Vallorbe

Reeds in 1914 had de schending van de Belgische neutraliteit door Duitse troepen een sterke impact op Zwitserland. Het publieke debat hierover legde een kloof (‘röstigraben’) bloot tussen Franstalige en Duitstalige Zwitsers. Dit verhinderde niet de opvang van ongeveer 2.000 kinderen, 4.500 gehandicapte soldaten en meer dan 6000 Belgische burgervluchtelingen. Het begin van 1940 lijkt een herhaling te worden van wat er zich tijdens de Eerste Wereldoorlog had afgespeeld. Het Duitse leger valt België binnen en de regering slaagt er – met moeite – in om zich in Londen te vestigen. Voor de bevolking begint een lange periode van bezetting. In Zwitserland rijst de spanning ten top: men vreest hetzelfde lot (Hitler had namelijk een militaire operatie – Operatie Tannenbaum – overwogen, die voorzaag in de bezetting van het land door Duitsland en Italië). Het leger wordt naar de grenzen gestuurd, een algemene mobilisatie. Van beide zijden organiseert zich verzet tegen de feitelijke of potentiële agressie. De Belgische regering in ballingschap in Londen wil de strijd aan de zijde van de geallieerden voortzetten en overal in het bezette gebied ontstaan er clandestiene bewegingen. Zwitserland kiest voor ‘de strategie van de nationale aftocht’ (Réduit national) – de terugtrekking van het leger in de Alpen – en zet met Geestelijke verdediging van het land (Défense spirituelle de pays) in op de nationale waarden en de verdediging tegen fascistisch, nationaalsocialistisch en communistisch totalitarisme.

Ondanks de bezetting van België zijn de officiële contacten tussen beide landen niet dood. Ze verlopen via de Belgische legatie in Bern. Onder leiding van de overtuigde leopoldist graaf Louis d'Ursel. In september 1940 stuurt deze man een circulaire – de instructies van Bern – naar de andere diplomaten: België is niet langer in oorlog met Duitsland, noch is het een bondgenoot van Engeland. Uiteraard viel deze toespraak niet in goede aarde bij de regering in ballingschap. Vanaf dat moment worden de contacten met deze legatie tot een minimum beperkt. 

Veel Belgen - meestal mannen tussen 18 en 40 jaar - verblijven niettemin in Zwitserland: velen zijn hun land ontvlucht na de Achttiendaagse Oorlog, anderen bereiken de Confederatie na hun ontsnapping uit Duitse gevangenenkampen. Ze vormen een hechte gemeenschap, verzameld in min of meer afgesloten ruimten: volgens de Conventie van Den Haag worden mannen op gevechtsleeftijd geïnterneerd wanneer zij naar een niet-oorlogsvoerende staat gaan. Velen zullen proberen Engeland te bereiken, door Zwitserland clandestien te verlaten. 

Om de band met het vasteland te herstellen en de regering te informeren over de situatie in het land wordt op 19 november 1940 in Londen de Staatsveiligheid- de Belgische geheime dienst – opnieuw opgericht. De bevoegdheden van deze organisatie variëren van klassieke inlichtingen tot politieke oorlogsvoering en sabotage, met inbegrip van evacuatie, rekrutering en technische transmissiemiddelen. Gedurende de hele oorlog moet Staatsveiligheid de vele individuele verzetsinitiatieven in België kanaliseren en sturen. Al snel zullen zich ook elders in Europa afdelingen van Staatsveiligheid vestigen. Zwitserland krijgt bijzondere aandacht vanwege zijn ligging in het hart van bezet Europa, zijn intacte financiële en commerciële centra en de vele Belgen die er wonen. 


Soorten netwerken en activiteiten

Agenten van de Staatsveiligheid 

Het duurt toch tot oktober 1942 vooraleer Staatsveiligheid een eerste missie naar het Zwitserse grondgebied stuurt. Agent Max Bejai - codenaam: Job - moet politieke en economische informatie over bezet België en het Derde Rijk verzamelen, vanuit het idee dat er betrouwbare informatie in Zwitserland te verkrijgen is. Tegelijkertijd moet hij - vooral via de geschreven pers - verslag uitbrengen over de mening van de Zwitserse bevolking over België en een lijst opstellen van de Belgen in de Confederatie (vluchtelingen, illegalen, diplomaten, industriëlen). De directie van de Staatsveiligheid dringt bij Job aan op uiterste voorzichtigheid, zowel tegenover de Zwitserse autoriteiten als tegenover de Belgische Legatie in Bern, die niet op de hoogte is van de missie. Job geeft de verzamelde informatie door aan het Britse consulaat in Zürich, die dit vervolgens doorstuurt naar Londen (de Belgische en Britse geheime diensten werken actief samen tijdens de oorlog). In de jaren 1942 tot 1944 zal Job zijn directie, en dus de Belgische regering, op de hoogte houden van de situatie van zijn landgenoten in Zwitserland (hij bezoekt de kampen voor Belgische geïnterneerden), de welwillendheid van de autoriteiten (volgens hem bereid een oogje dicht te knijpen voor de clandestiene vertrekken naar Engeland), de rol van de Belgische legatie, de bewegingen van de Duitse troepen in bezet België... 

Geleid vanuit Zwitserland, actief in België 

Sommige verzetsbewegingen die in België actief zijn, zullen Zwitserland gebruiken om hun activiteiten voort te zetten gevrijwaard van Duits toezicht. Dit was een slimme manier om te opereren, maar niet vrij van moeilijkheden gezien de leiders tal van clandestiene reizen tussen beide landen moeten maken. Dit is met name het geval voor de Tempo organisatie, opgericht in april 1942 door politiebrigadier Léopold Vandeweyer. Een golf van arrestaties dwingt hem België te ontvluchten: hij duikt onder in Zwitserland, en reorganiseert vervolgens zijn beweging vanop Zwitserse bodem. Tempo steunt op bijna 500 mensen, van wie de meesten in België en op de verbindingslijn met Zwitserland opereren. In de praktijk verzamelt de dienst inlichtingen (militair, economisch, politiek) op Belgisch grondgebied. Verzetsstrijders, waaronder Vandeweyer, nemen vervolgens de post in handen, die zij doorgeven aan Zwitserland, voordat deze wordt doorgestuurd naar Engeland en de geallieerden. De opgezette verbindingslijnen - die per trein, fiets of te voet gedaan worden - worden ook gebruikt voor de evacuatie van "verbrande" agenten en geallieerde parachutisten. In november 1943 stelt Londen een radio-operator ter beschikking aan de dienst.

Eind 1942 vestigt het Rivert-netwerk zich als derde netwerk van het Belgische verzet in Zwitserland. Bijzonder is dat het onder controle staat van de Poolse autoriteiten. De Poolse geheime dienst richt in verschillende Europese landen regionale afdelingen op. Eén ervan, Station S, is actief in Zwitserland en rekruteert in december 1942 een Belgische officier genaamd Justin Duchamps die uit de Duitse gevangenkampen was ontsnapt. Met de steun van de Polen richt Duchamps de Rivert-beweging op, geleid vanuit Zwitserland en actief in België. Al in januari 1943 worden militaire inlichtingen doorgegeven aan de Poolse geheime dienst die eveneens in Londen gevestigd is, maar zich verdedigt tegen elke inmenging met het argument dat ze alleen de geallieerde zaak willen dienen. 

De situatie verandert niet veel tot 1944. Toch stuurt de Belgische Staatsveiligheid in maart van dat jaar agent Joseph Romainville naar het land om nieuwe post evacuatielijnen in te richten naar Zwitserland en via Lissabon vervolgens naar Engeland. Romainville - wiens relatie met zijn collega Bejai allerminst goed is - richt een nieuw netwerk op met de naam Belgische Dienst in Zwitserland (Service belge en Suisse of SBS). De SBS - die functioneerde als een relatief autonome tak van de Belgische geheime diensten - breidt zijn invloed uit tot de groepen van Rivert (ten gevolge van Belgische protesten tegen Poolse inmenging) en Tempo. Meer dan 100 mensen werken voor de SBS, die actief zal blijven tot het einde van de oorlog en zich op meerdere domeinen profileert: ondervraging van Belgische vluchtelingen in Zwitserland, het verzamelen van inlichtingen, vluchtroutes, enz. 

carte-guArin.png
Instelling : Cegesoma/Rijkarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville
full0003.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville
full0002.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Archieven Staatsveiligheid
Oorspronkelijke legende : Valse identiteitsdocumenten van Joseph Romainville
28084-Ametteur.jpg
Instelling : CegeSoma
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Clandestiene zender

Enkele moeilijkheden 

De geschiedenis van het Belgische verzet in Zwitserland tijdens de Tweede Wereldoorlog was niet zonder moeilijkheden. Een eerste probleem heeft te maken met de omsingeling van het land door de As-mogendheden vanaf november 1942. Er waren veel obstakels voor de overdracht van informatie naar Engeland. De transmissielijnen tussen België en Zwitserland en tussen Zwitserland en Portugal, worden bewaakt en vele verzetsstrijders zullen gearresteerd worden. Bovendien maken de zendingen van de Staatsveiligheid gebruik van de communicatiekanalen van de Britse geheime diensten; zij zijn dus afhankelijk van de welwillendheid van de Britse autoriteiten die, ondanks een in 1941 ondertekende en in 1942 hernieuwde overeenkomst, soms weigerachtig zijn om verzamelde informatie door te geven. Tenslotte zijn de interne twisten eigen aan de wereld van het verzet ook aanwezig in Zwitserland, zo blijkt ook uit de strijd tussen Max Bejai en Joseph Romainville over de dominantie van de “Zwitserse markt”. 

Bibliografie

Fabrice Maerten (dir.), Was opa en held ? Speuren naar mannen en vrouwen in het verzet tijdens WOII, Tielt, Lannoo, 2020.

Debruyne, Emmanuel, La guerre secrète des espions belges, Bruxelles, Racine, 2008.

Farquet, Christophe, La Suisse pendant la Seconde Guerre mondiale. Une appréciation critique de l’historiographie helvétique sur les relations internationales, en ligne, 2021, https://hal.science/hal-031695....

Senn, Hans, Cerutti, Mauro, Kreis, Georg, Meier, Martin, Hubler, Lucienne, Schwab, Andreas, « Guerre mondiale, Deuxième », Dictionnaire historique de la Suisse (DHS), en ligne, 2015, https://hls-dhs-dss.ch/fr/.

Cegesoma/Rijksarchief, AA 1333, Archieven van de Staatsveiligheid, nr 82 tot 233. 

Deze pagina citeren
Belgische verzetsnetwerken in Zwitserland
Auteur : Bagnoud Martin
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/belgische-verzetsnetwerken-in-zwitserland.html