Oorlogsportretten

van Oost, echtg. de Gerlache de Gomery Lily

Thema - Verzet

Een vrouw in het verzet. Een familie voor het vaderland

Auteur : Pahaut Claire

Toen was geluk nog gewoon

Anne-Marie (Lily) van Oost werd geboren op 20 oktober 1923. Zij verbleef afwisselend in Gent en in het Kasteel den Ast te Huise bij Oudenaarde in een gelukkig gezin waar “se mêlaient toutes les notes de bonheur” zoals ze later zelf zou schrijven. Haar vader Georges van Oost (1866-1957) werd in 1937 in de adelstand verheven en was aandeelhouder en voorzitter van de textielfirma « Alsberge & van Oost (AVO) » te Gent. Hij was gehuwd met Marie-Louise Douville de Franssu, (1883-1954), van Franse adel. Zij hadden drie kinderen: Lily, Henri en Jacques. Deze laatste overleed reeds na enkele maanden .

Lily en Henri werden met de “eeuwige” waarden opgevoed: het goddelijke, de familie als hoeksteen,  trouw aan het land,  vrijheid, respect voor de andere, muziek  en de rozen, elementen van wat Lily de geheiligde stilte zou noemen.  

Plicht en  engagement

Toen ze 12 was ging Lily naar het Heilig-Hart pensionaat te Jette (Brussel), afdeling moderne talen. Telkens terug  in Huise leefde ze zich uit bij de gidsen in de 1e eenheid Ste-Colette-Heilige Coleta te Gent opgericht in 1932. Haar  totem was Onversaagde leeuwin.  Toen ze 17 was, werd ze ‘bevorderd’ naar de "Clan du Fromen"t, de enige clan verkensters van de stad .

Lily van Oost was ook bijzonder sportief en met haar vrienden beoefende ze paardensport, ski, tennis, zwemmen, fietsen en hockey, zonder de dansavonden te vergeten.  

Maar het was  onbezorgdheid met een geweten. Reeds vanaf 1937 lazen de ouders van Oost met hun kinderen Mein Kampf. Lily vreesde dat Hitler zijn ideeën wel eens in de praktijk zou kunnen omzetten. 



lily.jpg
Instelling : © Arch. Familie de Gerlache de Gomery-van Oost.
Auteursrecht : Droits réservés
Oorspronkelijke legende : Lily van Oost, 1937

10 mei 1940, alles werd anders

chAteau.jpg
Instelling : www.vecu.be
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Kasteel den Ast, Huise

De bezetter eiste het kasteel den Ast op ; het dagelijks leven van de familie veranderde helemaal.

Vanaf de winter 1940-1941 organiseerde Lily met andere gidsen en oudere scouts van België de zomerkampen van  ‘Hulp aan Kinderen van Krijgsgevangenen’ (HKK). Op vraag van baron Jacques van der Bruggen organiseerde ze in 1943 een HKK-kamp van twee maanden op het Belvédère, een bijgebouw van het kasteel. Elke dag werd de vlaggengroet gebracht zonder ooit door de bezetter verontrust te worden.

Ze werkte ook als telefoniste en ambulancier voor het Rode Kruis, en bij het dienstencentrum Leopold III te Gent deelde ze maaltijden uit. In oorlog te zijn, betekende voor haar vechten voor de vrijheid en “dienstbaar zijn aan” .

De moeder, Marie-Louise Douville, die afkomstig was uit een Picardische officiersfamilie, herinnerde zich de Duitse hoogwaardigheidsbekleders die voor 1914 hun kennis van het Frans bij de familie wilden vervolmaken. In 1940 legde ze haar regels op aan de  soldaten van de Wehrmacht-die in Huise gelegerd was.  Lily zou zich haar moeder steeds herinneren als een grote dame die niets door de vingers zag. Zij weigerde o.a. dat de Duitse militairen de tennisterreinen zouden gebruiken. Haar vader verbleef meestal in hun huis te Gent op de  Nederkouter om het bedrijf te leiden .

Een familie van verzetslui

Maar ondertussen waren  Georges van Oost en zijn twee kinderen Lily en Henri op verschillende tijdstippen lid geworden van de staf van het Geheim Leger (GL) Zone III, sector Gent. Hun  dossiers vermelden dat ze afhingen van stafchef Louis Camu, directeur van de Bank van Brussel, en van  majoor Auguste Haus (na de oorlog luitenant-kolonel), commandant van de Zone waarvan  baron Jacques van der Bruggen verbindingsofficier was.

Georges van Oost werd erkend als gewapend weerstander van 1 juli 1943 tot 14 oktober 1944. Hij zorgde voor de ontvangst van berichten en wapens door zijn zoon overgebracht uit Huise en verzekerde de verbinding met Londen. Hij herbergde ook verzetslui en werkweigeraars  Overigens saboteerde hij het werk in zijn door de bezetter gecontroleerde fabriek door het werkritme te vertragen en door in het geheim werkweigeraars bij het personeel onder te brengen. 

Hij werd aangehouden en van 15 tot 27 juli 1944 met zijn echtgenote opgesloten in de gevangenis van Gent. Dit kaderde in een grotere zaak. Na verschillende pogingen slaagden mannen van de  Zone III van het GL Gent er op 15 juli 1944 inderdaad  in Albert Mélot in de Papegaaistraat te bevrijden.  

Die was reeds op 14 juni met drie medestanders aangehouden na een verklikking door Eugène Degroodt, de collaborerende burgemeester van Gavere. De vier verzetslui hadden net de spoorlijn Gent-Rijsel gesaboteerd om een Duits troepentransport naar het front in Normandië te stoppen. Daarna waren ze opgevangen en verborgen in Gavere bij Renaud Nève de Mévergnies. Maar de burgemeester kwam dat te weten en alarmeerde de  GFP : « De vogels zitten in het nest ».

Mélot werd zwaar gemarteld en gedrogeerd. Toch slaagde hij erin om een confrontatie met Mevrouw van Oost te verkrijgen om haar onrechtstreeks te waarschuwen dat  haar zoon Henri hoog op de lijst van gezochten stond. “Daarna werd mijn moeder met een auto van de Gestapo teruggebracht naar Huise”.

De ontsnapping van  Albert Mélot op 15 juli zou zware gevolgen hebben. Als represaillemaatregel werd een honderdtal gijzelaars aangehouden, onder hen de ouders van Oost. De familie van Mélot zelf bleef niet gespaard. Zijn moeder  Marguerite Mélot geb. Verhaegen en drie van zijn zussen, Madeleine, Claire en Suzanne werden gearresteerd en gedeporteerd naar Ravensbrück. Enkel Madeleine en Claire zouden het overleven.   

Henri  werd ook erkend als gewapend weerstander - onderluitenant  voor de periode 1 juli 1941 tot 14 oktober 1944. Zijn staat van dienst vermeldt de familiewoning aan de Nederkouter te Gent als woonplaats, terwijl hij verantwoordelijk was voor een schuiloord van het GL in het kasteel den Ast te Huise. Hij zorgde o.a. voor de recrutering, voor de verbindingen in de  Zone en met Londen en voor wapentransport. In het begin van de zomer 1944 moest hij onderduiken . Ongelukkig genoeg overleed hij op 26 februari  1945 ten gevolge van een verkeersongeval in bevolen dienst bij een Pantsereenheid.

6-lily-et-henri-van-oost.jpg
Instelling : © Arch. Familie de Gerlache de Gomery-van Oost
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Lily van Oost, onversaagde leeuw, 1938, Henri van Oost, onderlieutenant Geheim Leger.
3-transports-d-armes.jpg
Instelling : Centrum voor historische documentatie van de Krijgsmacht . Evere.
Oorspronkelijke legende : Dossier N° II / 300/ 93 , van Oost Anne-Marie GL Zone III Schuiloord : Staf
4-renseign-sur-la-conduite.jpg
Instelling : Rijksarchief
Oorspronkelijke legende : ARA, Commission de Reconnaissance nationale. Dossier van Oost Anne-Marie ép. de Gerlache de Gomery, n° 31552/68.

Lily in het verzet

Na de sluiting van het HKK-kamp te Huise kwam Lily van Oost via omwegen in contact met GL-vrienden. Haar verplaatsingen met de fiets tussen Huise en Gent vergemakkelijkte de zaken.

Op 1 oktober 1943 kreeg ze een verbindingsopdracht tussen de staf van Zone III en de sectorcommandant Oostvlaanderen. Verder moest ze berichten i.v.m. militaire operaties overbrengen van Aalter naar Wingene en van Huise naar droppingsterreinen. In haar staat van dienst wordt deze fase omschreven als “vooralarm”. Ze duurde tot de lente 1944.

Toen begon een tweede leertijd, de “alarm”-periode toen Lily geheime bevelen moest bezorgen. Als voorzorgsmaatregel besloot ze in maart 1944 te verhuizen naar Ter Vaart, te Mariakerke-bij-Gent. Het huis had twee ingangen: Ter Vaart aan de kant van het kanaal, en aan de andere kant Bruggesteenweg 554. Ze kon er werkweigeraars, Engelse agenten en verzetslui onderbrengen zodat ze haar broer Henri die ondergedoken zat in het schuiloord Huise enigszins begon te vervangen.

De  « actieve » GL-periode van Lily van Oost begon op 1 juni  1944. De bevelen werden talrijker en belangrijker: verbindingsopdrachten voor het organiseren van droppingsterreinen en schuiloorden, liaison met de leiders van sabotagegroepen, medewerking  bij wapentransporten en geldoverdrachten. Raad hierbij bleef ze krijgen van majoor A. Haus en van haar broer Henri die weldra verplicht zou zijn het  maquis te vervoegen. Met een prijs op het hoofd van haar broer, haar ouders aangehouden en zijzelf gezocht, bleef Lily “met een ongelooflijke moed” verder werken .

Zij was niet op haar mondje gevallen, zelfverzekerd en met gevoel voor humor zodat ze gemakkelijk haar nieuwe rol kon spelen. Zij verborg berichten in haar krullen. Zij leerde steeds op haar hoede te zijn en niets of niemand te vertrouwen. Was ze niets steeds als koerierster en estafette onderweg?

In haar naoorlogse getuigenissen beschrijft Lily haar broer als een held zonder zijn opdrachten te noemen. Haar eigen werk minimaliseert ze :  “Mon travail, c’était plus d’aider les résistants que d’être résistante moi-même”.  Maar haar inzet was buitengewoon: een echte verzetsvrouw en echte uitdagingen.  “Nous étions engagés, il n’était pas question qu’on s’arrête. Mais, si c’était à refaire, on prendrait tout de même plus de mesures de sécurité ; c’était difficile de rester constamment dans le secret”. Meer zou ze er niet over zeggen.

Op 27 juli 1944 kreeg  Lily van Oost het bericht dat haar ouders waren vrijgelaten en teruggekeerd naar Huise. Voorzichtigheidshalve kreeg ze het bevel de streek te verlaten; ze maakte zich klaar om naar de Ardennen  te vertrekken. Ze moest echter een omweg maken langs de Belliardstraat te Brussel  om haar valse identiteitskaart op te halen.  Maar de GFP lag op de loer en sloeg twee vliegen in een klap: Pauline de Selys geb. Cornet die in het naburige huis woonde en Lily van Oost waarvan de identiteitskaart in de brievenbus gevonden werd. Beiden werden gearresteerd.

 

 

2-rapport-sur-la-conduite-et-la-maniAre-de-servir.jpg
Instelling : Centrum voor historische documentatie van de Krijgsmacht . Evere.
Oorspronkelijke legende : Advies van Stafchef Louis Camus en van Zonecommandant Lt.-Kol. Auguste Haus
1-rapport-sur-la-conduite-et-la-maniAre-de-servir-.jpg
Instelling : Centrum voor historische documentatie van de Krijgsmacht . Evere.
Oorspronkelijke legende : Dossier N° II / 300/ 93 , van Oost Anne-Marie GL Zone III Schuiloord : Staf

De valstrik

Aanvankelijk was ze doodsbang. Ze beefde van kop tot teen . Zij werd ter plekke ondervraagd, daarna op de Louizalaan en tenslotte overgebracht naar GFP te Gent aan de Nieuwe wandeling 89. Ze weigerde geboeid te worden en overdacht tegelijk haar pluspunten: het enthousiasme van haar  20 jaar, haar onschuldige maar besliste houding, een ijzeren gezondheid en de kracht die ze haalde uit de gedachte (zonder dat de Duitsers dat beseften) dat haar ouders vrijgelaten waren. Tijdens de eerste ondervragingen legde ze steeds valse verklaringen af, maar de officieren trapten daar niet in. Ze bleef zes tot zeven maanden in de cel te Gent vooraleer  naar Duitsland weggevoerd te worden.

Lily van Oost zou terechtkomen in het kamp Ravensbrück, "een plaats waar de vrouwen sterven of lelijk en boosaardig worden” zoals een bewaker van de Gentse gevangenis voorspelde. Het vertrek was voorzien op  30 augustus 1944.

Richting  Ravensbrück, tasten in het duister

Lily was opgewonden om iets anders te zien en verliet vrolijk de Gentse gevangenis. De trein stopte te Antwerpen, Hamburg en Neuengamme en kwam op 3 september om middernacht aan in het kleine station van Furstenberg. Na een mars van enkele kilometer bereikten de gevangenen  Ravensbrück, een onbekende plaats in het aardedonker. De bewakers brulden, de zwepen knalden, de honden blaften, kortom agressie ’t allen kant. Een andere wereld.

Men weet weinig over die acht maanden wegvoering. Zelfs in haar boek Le Faux Silence, geschreven  25 jaar na haar terugkeer uit  Ravensbrück, zwijgt Lily van Oost over de vernederingen, het verdriet en de wanhoop. Na haar terugkeer sloot ze zich op in stilzwijgen: ze wilde discreet zijn, uit respect voor haar familie en omdat ze rust nodig had.

Het was teveel .  

Ze schreef: “je pense que vous comprendrez, de ce qui est encore dans mon silence, la raison des difficultés qu’il y a de dire”. En ze verduidelijkte : “Ce ne sont pas nos souvenirs qui nous ont marquées, mais la connaissance de la puissance de destruction des forces du mal et de la volonté organisée et systématique d’esprits diaboliques usant de toute leur malice pour anéantir l’être humain par une dégradation physique et une déchéance morale”. Om te besluiten: “Cette connaissance est au cœur du vrai contenu de mon faux silence”.

Van de overgang van vrijgevochten jong meisje naar een jonge vrouw gebukt onder de beproevingen weten we niet veel. Haar opvoeding zorgde ervoor dat ze haar gevoelens onderdrukte.

Het was pas  lang na “les cauchemars de la nuit, (les) tremblements” dat ze tot dan toe vertrouwelijke getuigenissen vrijgaf: “Je savais qu’il était de notre devoir de garder la flamme de nos souvenirs. Mais cette flamme était si sacrée que, pendant longtemps, je brûlais avec elle ; dans le silence”.

revier.jpg
Instelling : © Arch. Familie de Gerlache de Gomery-van Oost.
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Lily van Oost 21 jaar Tekening uit december 1944 door de Nederlandse verzetsvrouw Aat Breur-Hibma in het Revier * van Ravensbrück, op vraag van Dr Haidi Hautval uit de Elzas. Dit portret moest een herinnering zijn voor mijn ouders in geval van overlijden.

Terug uit een andere wereld

Op 29 juni 1945 was Lily van Oost terug. Ze schreef de ijzingwekkende woorden: “ Mon Dieu, mon père et ma mère, avez-vous vu mon air d’enfant vieillard dans le brouillard, chargé de toutes les poussières de la misère d’un temps de terreur et d’un camp d’horreurs. Aucun mot, aucune image ne peut décrire Ravensbrück”. 

Ze zou moeten wachten, steeds maar wachten...

Faux Silence is één van de getuigenissen van Dames van Ravensbrück. Allen zijn die anders. Elke wegvoering werd uniek beleefd maar was steeds een drama.

Lily van Oost koos ervoor om poëtische expressie en verhaal te mengen. Zo konden haar emotionele zinnen rustiger worden. Maar het geweld van boosaardige blikken, van afranselingen en misprijzen en de verwoede  pogingen de mens te breken, worden duidelijk.

Haar verhaal bestaat uit portretten van lotgenoten. Van de kleine zigeunerin tot Jenny, een Algerijnse valschermspringster; van het joodse kind tot  de communistische Jeanne ; van de waanzinnige – een jonge Poolse - tot al haar landgenoten, moeders en dochters  . Niet vergeten, het noodlot beschrijven , hun vriendschap vasthouden. Zelfs toen ze paratyfus kreeg, roemt Lily de competentie, efficiëntie en menselijkheid van degenen die haar verzorgden. Ze heeft het o.a.  over Dr Haidi Hautval, weggevoerd uit de Elzas naar Auschwitz omdat ze een “jodenvriend” was. Ze werd toegevoegd aan het team van Mengele maar weigerde zijn “medische experimenten” uit te voeren . Ze werd overgeplaatst naar het Revier van Ravensbrück waar ze een zekere onafhankelijkheid verwierf omdat ze overal waar ze kwam orde schiep.

Het laatste deel van het verhaal van de wegvoering van Lily van Oost begint met een onverwacht toneeltje. Het gaat om drie meisjes “ ivres par l’espoir fou de revivre ; un trio crevotant et titubant, se donnant le bras pour marcher au pas”. Het zijn “ Mes chères amies de vingt ans, Boule et Coccinelle, à nous trois, nous passons une porte à l’Ouest, et gagnons la liberté”.

In de nacht van 23 op 24 april verliet Lily Ravensbrück samen met een 1500 Belgische, Franse en Nederlandse gevangenen. Per vrachtwagen werden ze overgebracht naar Malmö in Zweden na een afspraak tussen graaf  Folke Bernadotte, voorzitter van het internationaal comité van het Rood Kruis, en Himmler die westerse Geallieerden wilde paaien zonder dat Hitler daarvan op de hoogte was.

Bij de Dames die een rol spelen in Faux Silence vinden we Madeleine d’Alcantara ; Claire Van Den Boom  geb.  Martchouk en haar dochter, Lilya Blume geb. Van Den Boom (Boule); Georgette Broget geb.  Desmildt ; Jeanne Divoire geb.  Koch ;  Eugénie Djendi-Silvani ; Tatiana de Fleurieu ;  Yvonne Gosseries geb. Forneville ; Simone de Groo geb. Moulin ; Marguerite Haus geb. De Puydt en haar dochter Heliana Haus ; Haidi Hautval ; Jeanne Jordens geb. Dekkers ; Denise Lauvergnat ; Jeanine Lejard ; Marguerite Mélot geb. Verhaegen en haar dochters Madeleine, Claire en Suzanne Mélot ; Anne-Marie Robeyns geb. Janssens ; Hida Sevens geb.  Daneels ; Marthe Tenzer (Coccinnelle); Jeanne d’Ursel geb.  Lejeune de Schrievel ; Yvonne Valcke geb.  de Schreevel ; Marianna de Vaulx-Champion geb.  Poswick ; Emerantine van Vlemmeren geb.  de Bock.

De ouders van  Lily wachtten op het weerzien om van Gent terug te keren naar Huise. Haar moeder die erg leed onder het overlijden van Henri kon haar eind juni 1945 enkele brieven bezorgen.   

« Lily, mon enfant bien-aimée,  schreef ze, mon cœur se serre à la pensée de tout ce que tu as souffert. Mais c’est fini ; c’est de l’histoire passée. Nos angoisses à ton sujet se terminent ».

Maar Henri, mijn broer, de held, een vriend bleef voor altijd afwezig .

9-retour-de-dAportation.jpg
Instelling : © Arch. Familie de Gerlache de Gomery-van Oost
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : 29 juni 1945, Lily van Oost terug van de wegvoering, Nederkouter te Gent.

Een kaleidoscoop

Op 27 augustus 1946 huwde Lily van Oost met  baron Gaston de Gerlache de Gomery, (1919-2006), een verzetsman van het eerste uur bij de inlichtingsdienst  Luc-Marc en daarna piloot bij de  RAF. Zoals zijn vader Adrien de Gerlache werd hij na 1954 poolreiziger. Dit huwelijk en de vijf kinderen die Lily kreeg brachten haar echte rust.

Het domein in Huise waar ze opgegroeid was met een vader-“tuinman” die hield van zijn rozen herinnerde Lily aan een moment in het kamp samen met Suzanne Mélot. Zij was het die haar bij het werk in een  « commando » in een bos de schoonheid leerde te zien van de wortels van de den, van de geur van hars en van de kracht van de sappen. De lelijkheid van het kwaad overwinnen door het Schone .  

Net als haar vader Georges van Oost zocht Lily de Gerlache het Schone. Hij was het die in  1926 de Koninklijke nationale vereniging ‘De Vrienden van de Roos - Les Amis de la Rose’ had opgericht die Lily na zijn dood zou overnemen. Van de roos maakte zij een strijd voor het leven.  “C’est la rose qui, en quelque sorte m’a sauvée”, zou ze zeggen. En nog “ La rose c’est la victoire de l’Amour et de la Beauté. Ma victoire sur Ravensbrück”. In 1968 werd  Lily de Gerlache stichter-voorzitter van de World Federation of Rose Societies die heden leden telt in 40 landen op alle continenten. 

Een Roos kent geen grenzen om de taal van de Vrede te spreken.

Van 1970 tot 1976 volgde ze haar echtgenoot Gaston de Gerlache op als laatste burgemeester van  Mullem. Zij volgde de fusie van gemeenten nauw op en zorgde ervoor dat Mullem als geheel bij  Oudenaarde gevoegd werd. Zij kende het dorpsleven zeer goed en ze was bv. organisator van de nog steeds bestaande  Valiezenkoers.

Vrouwen tegen het  nazisme bleef haar strijd. Met Dr Adrienne Gommers bedacht ze het plan voor een herinneringsplek in België ter ere van die de vrouwen die streden voor de vrede.  Na 55 jaar is die er eindelijk gekomen, ontworpen en gerealiseerd door de beeldhouwster Thérèse Chotteau. Deze  herinneringsplek siert nu het  Georges Henri-park in St. Lambrechts-Woluwe en is  uniek in Europa. Ze werd op  18 oktober 2000 door koningin Paola ingehuldigd.  

Dankzij onderwijsschepen Monique Louis werd de site waar de rozen bloeien een plaats van intergenerationele ontmoetingen.

Het patriotisme van Lily de Gerlache laaide hoog op in oktober 2014. Het nationalisme van sommigen stuitte haar hartsgrondig tegen de borst:  “La collaboration est aussi un crime, parce qu'on trahissait son pays. Les jeunes doivent connaître l'Histoire. Il faut les mettre en garde contre les racismes intégrés dans certains partis politiques. Il faut leur rappeler le passé, refuser toute forme d'oubli, d'amnésie et d'amnistie générale. Il faut oser aller à contre-courant, au nom des valeurs humanistes”.  Dit leidde er trouwens toe dat ze ereburger werd van de gemeente St. Lambrechts-Woluwe.

Herinneringen van het duister naar het licht

Dat was dus de geheiligde stilte van barones Lily de Gerlache de Gomery geb. van Oost. Op 1 maart 2020  sliep zij op Kasteel den Ast vredig in,  omringd door haar dierbaren.  

Een vrouw gezegend met intelligentie en elegantie.

bruxelles_-_parc_georges_henri_-_monument_ravensbrAOEck_2019-07-24.jpg
Instelling : https://fr.m.wikipedia.org/wiki/Fichier:Bruxelles_-_Parc_Georges_Henri_-_monument_Ravensbr%C3%BCck_2019-07-24.jpg
Oorspronkelijke legende : Monument Ravensbrück - Georges Henripark

Bibliografie

Lily DE GERLACHE DE GOMERY, Le Faux Silence, Mullem, 1974.

Baron Bernard DE GERLACHE DE GOMERY, Le Faux Silence, 2è éd., Mullem,  2010.

Lily DE GERLACHE, Notes mss, Arch. Familie de Gerlache de Gomery geb.  van Oost, overgemaakt door Henrianne de Briey en Bernard de Gerlache de Gomery, vertegenwoordigers van de familie; juli 2020.

Dossiers VAN OOST Anne-Marie, PP n°38026., n°81130. Bestuur der Oorlogsslachtoffers, ARA.

Dossier VAN OOST Anne-Marie, n° II/ 300/ 093. AS 368. Centrum voor historische documentatie van de Krijgsmacht . Evere,  GL.

Dossier VAN OOST Anne-Marie echtg.  de Gerlache de Gomery, n° 31552/68. ARA, Commissie voor nationale Erkentelijkheid .

Interview  Johannes BLUM, 19 juli 2013.

Ontmoeting met  Romane CARMON voor een  Master in geschiedenis, UCL, 22 juni 2017.

Getuigenissen van leden van de familie, zoon, dochter en kleindochter , juli 2020 (Bernard DE GERLACHE DE GOMERY, Henrianne DE BRIEY geb. DE GERLACHE DE GOMERY, Anne-Claire DE BRIEY, kleindochter van Lily DE GERLACHE).

Getuigenissen van  Maria LIEM, verkenster van de  Clan du Froment te Gent met Lily van Oost en van Sophie WITTEMANS, voorzitter van het Belgisch Historisch centrum voor het Scoutisme en adviseur van de Commissie Kunsten van de Senaat, juni  2020.

Getuigenis van Christiane FLAMANT, buurvrouw te Mariakerke. Ouders en familie hebben banden met de familie  DE GERLACHE DE GOMERY- VAN OOST ; aug.  2020.

Etienne DE MONTETY, Lily de Gerlache, une rose à Ravensbrück, Le Figaro, 26 05 2015.

Etienne DE MONTETY, Lily de Gerlache de Gomery, résistante et déportée, Le Figaro, 05 03 2020.

Etienne DE MONTETY, Baronne Gaston de Gerlache de Gomery, née Anne-Marie (Lily) van Oost, ANRB, n° 303, juil. 2020, p. 91 et sv.  

Marie-Pierre D’UDEKEM D’ACOZ, Pour le Roi et la Patrie. La noblesse belge dans la Résistance, Racine, Bruxelles, 2003.

Marie-Pierre D’UDEKEM D’ACOZ, De verzetsactiviteiten van de familie van Oost, Bulletin de l ’Association de la Noblesse du Royaume de Belgique  (ANRB), n°303, juillet 2020, p. 94 et sv.

Georges HAUPTMANN, Lily Gerlache de Gomery, résistante, rescapée du camp de Ravensbrück, 10 06 2020. Voir : http://www.cercleshoah.org/spip.php?article821

Claire PAHAUT, Il y a 75 ans. La Libération du camp de Ravensbrück. Voir : https://www.cegesoma.be/fr/il-y-75-ans-la-libération-de-ravensbrück

Marc VERSCHOORIS, Attendre la lune de mai, les combattants de l’ombre, Albert Deweer, Albert Mélot, Albert Wouters, Taille au Vivier, 2019.

Zie ook

27948 Artikels Verzet Maerten Fabrice
28027 Artikels Vrouwen in het verzet Maerten Fabrice
Deze pagina citeren
van Oost, echtg. de Gerlache de Gomery Lily
Auteur : Pahaut Claire
https://www.belgiumwwii.be/nl/oorlogsportretten/van-oost-echtg-de-gerlache-de-gomery-lily.html