België in oorlog / Artikels

Slag om Saïo (De)

Thema - Militaire geschiedenis

Auteur : Kesteloot Chantal (Instelling : CegeSoma)

Op 3 juli 1941 aanvaardde de Force publique het verzoek van de Italiaanse strijdkrachten voor een wapenstilstand. Zo eindigde de slag om Saïo en daarmee ook de eerste fase van de deelname van de Force publique aan de oorlog in Afrika die later nog voortgezet zou worden in Nigeria en Egypte via Palestina. Voor Abessinië, een Italiaanse kolonie sedert de val van Addis-Abeba op 5 mei 1936, betekende deze overwinning een nieuwe stap naar het einde van de Italiaanse bezetting in november 1941 en de terugkeer van de Negus in 1943. 

De oorlogsinspanning van Belgisch Congo

Na de Belgische capitulatie van 28 mei 1940 heerste er in Congo absoluut geen eensgezindheid over de toekomst: sommigen volgden Leopold III en beschouwden de oorlog dus als afgelopen, anderen wilden de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Gouverneur-generaal Pierre Ryckmans behoorde tot die laatste groep. Het was echter moeilijk in actie te schieten bij ontstentenis van duidelijke richtlijnen van de Belgische regering in die ’tijd der dwalingen’. Maar op 4 juli kwam de katholieke minister van Koloniën Albert de Vleeschauwer aan in Londen en schakelde Congo in bij de geallieerde oorlogsinspanning en dan vooral op economisch vlak .

Op 10 juni 1940 besliste Mussolini aan de zijde van de Duitsers ten strijde te trekken. Een van zijn doelen was de uitbreiding van het koloniaal imperium in Afrika. Aanvankelijk leek het Italiaanse leger in Brits Somalië aan de winnende hand, maar Churchill plande een tegenoffensief met Belgische hulp, België dat sedert 19 november 1940 ook in oorlog verkeerde met Italië. In die context kwam een Belgisch-Britse samenwerking tot stand. 

belgium-fights-on.jpg
Instelling : Cegesoma
Auteursrecht : Voorbehouden rechten

De rol van de Force publique

colonial-troup-belgian-campaign.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : Weller, George, The Belgian Campaign in Ethiopia
Oorspronkelijke legende : Belgische coloniale troepen voor hun vertrek naar Etiopië

De geschiedenis van de Force publique begon met de Onafhankelijke Congostaa . Ze raakte tijdens de Eerste Wereldoorlog bekend door de slag van Tabora (in het huidige Tanzanië) in september 1916. De officieren waren blanken, de soldaten en dragers Congolezen met gemiddeld een Belgisch officier per vijftig Congolezen. Na de capitulatie van het Belgisch leger op 28 mei 1940 kreeg de deelname van de Force publique aan de Tweede Wereldoorlog een strategisch maar ook een symbolisch belang. In januari 1941 werd het « Belgian Contingent in Sudan » (BCS) opgericht, bestaande uit het XIe bataljon van de Force publique. Begin februari 1941 begon het aan zijn opmars van meer dan 1000 km naar zijn eerste objectief in Abessinië. Het ging per boot en vrachtwagen maar vooral te voet. De belangrijkste vijanden van de soldaten en dragers waren aanvankelijk niet de Italiaanse troepen maar de weersomstandigheden, de slechte route, het gebrek aan uitrusting - de dragers liepen blootsvoets op de hete bodem, hadden één veldfles voor twee en geen eigen gamel – en de moeilijke bevoorrading qua mondvoorraad en medicijnen. Al snel kreeg men te maken met de eerste gevallen van dysenterie.

Het eerste doel bereikt zonder gevecht

Om zijn eerste doel te bereiken moest het konvooi over de “Abessijnse muur”. De warmte was niet om uit te houden (39° in de schaduw) en een weg bestond haast niet. Het uithoudingsvermogen werd nog maar eens erg op de proef gesteld. Op 11 maart bereikte het contingent Asosa, zijn eerste objectief . Daar wachtte een verrassing: er waren geen Italiaanse troepen meer. Wellicht hadden deze geloof geschonken aan de gruwelpropaganda van koloniaal Italië over het kannibalisme van de Belgische koloniale troepen (de beruchte genoemde « Mjam Mjam » die men ook elders terugvindt). Kortom, er viel geen schot. Maar daarna moest het strategisch meer belangrijke Gambela veroverd worden, wat betekende dat de verschrikkelijke “Abessijnse muur” nu in omgekeerde richting moest worden overgetrokken. Afstand: 350 km. De aanval begon op 22 maart en betekende de eerste echte confrontatie met de Italiaanse troepen. De volgende dag bezette het XIe bataljon Gambela.

Na de inname van Gambela krijgen de troepen van de Force publique te kampen met lastige gevechten langs de rivier Bortaï. De Italiaanse troepen daar zijn superieur in aantal. Tijdens de aanvallen tussen 15 en 24 april lijdt de Force publique haar zwaarste verliezen van de hele campagne in Ethiopië. De gevechten gaan elders in Ethiopië ook door. De geallieerde troepen dwingen de Italianen tot overgave. Stilaan keert de situatie. Wat nog rest van het Italiaanse leger plooit zich terug op Saïo.

situation-avril-1941-janssen.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : Janssens, Emile, Histoire de la Force publique
Oorspronkelijke legende : Toestand in Abyssinië begin april 1941

Objectief Saïo

Na de verovering van Gambela bleef er van het XIe bataljon niet veel over. Er vielen talrijke slachtoffers door de slechte sanitaire en materiële omstandigheden, eerder dan door de gevechten: bijna de helft van de manschappen moest worden gehospitaliseerd . Naast dysenterie sloeg ook beriberi toe, een ziekte veroorzaakt door ondervoeding. Het regenseizoen had de bevoorrading inderdaad uiterst moeilijk gemaakt en de Britse geallieerden kwamen niet echt ter hulp. En er kan nog gewezen worden op andere factoren : demoralisatie, bevelscrisis, gebrek aan ondervinding, sporadische gevechten … Kortom , er waren nieuwe troepen nodig om het offensief te kunnen inzetten. Begin juni kwamen de eenheden terug in beweging. Het echte beleg van Saïo begon op 1 juli en de aanval werd twee dagen later bij het ochtendkrieken gelanceerd.

Tot ieders verbazing en ondanks hun indrukwekkend numeriek overwicht legden de Italianen vroeg in de namiddag van 3 juli de wapens neer. In de loop van de avond werd de capitulatie getekend. De Force publique veroverde een indrukwekkende oorlogsbuit: 250 vrachtwagens, 20 auto’s , 2 pantserwagens, 20 moto’s, 20 kanonnen met 5000 obussen, 4 mortieren, 72 zware machinegeweren , 127 lichte machinegeweren, 7600 geweren, 330 pistolen, twee miljoen kogels, 15.000 granaten en 20 ton zendmateriaal. Tegelijk werden meer dan 4000 Italianen waarbij 370 officieren krijgsgevangen gemaakt die zich wellicht liever overgaven aan de Belgen dan in de handen te vallen van Abessijnse strijders of van de lokale burgerbevolking waarvan ze de wraak vreesden voor de gedwongen en niet aanvaardde kolonisatie van 1935-1936.

Uiteindelijk kostte de onderneming het leven aan 4 Belgische soldaten en werden er 6 zwaargewond; aan Afrikaanse kant sneuvelden er 42 man en men telde 5 vermisten en 193 doden ten gevolge van ziekte of kwetsuren op in totaal 3380 militairen. Bij de dragers was het nog erger : daar stierven 274 man op  2328 door uitputting of dysenterie.

In november 1941 waren de gevechten in Ethiopië voorbij. Het Ethiopische keizerrijk werd geleidelijk hersteld en daarmee kwam een einde aan de korte Italiaanse kolonisatie. 

Vergeten en herinneren

Weinigen herinneren zich nu nog Tabora, en Saïo nog minder . Toch grepen er in juli 1941 in Congo grote plechtigheden plaats om de overwinning te vieren. Het was de eerste Belgische zege sedert de capitulatie van 28 mei 1940. Gouverneur-generaal Ryckmans had het er in het lang en het breed over in zijn traditionele 21 juli-toespraak. Maar toen in Europa het uur van de bevrijding sloeg, werd de Force publique niet ingezet. De oorlogsinspanning van Congo raakte weinig bekend ondanks een reis van Ryckmans naar België in de herfst 1945. In Congo gebruikten veel gemeentes de toponymie om te herinneren aan de veldslag . In 1949 gaf de gemeente Anderlecht de naam ‘Saïo’ aan een straat. Maar de Congolese soldaten en hun daden bleven quasi vergeten, net als hun offer... Ze kregen maar een mager pensioentje. En de dragers waren nog slechter af. Voor de officiële herinnering bestonden ze niet. Wel wordt elk jaar - sinds 2008 - te Schaarbeek op 11 november een eerbetoon aan de soldaten van de Force publique georganiseerd bij het gedenkteken opgericht in 1970 voor de troepen van de veldtochten in Afrika. 

monument-riga.jpg
Auteursrecht : Bruno Bernaerts
Oorspronkelijke legende : Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten, Schaarbeek, Rigaplein
monument-riga-dAtail.jpg
Auteursrecht : Bruno Bernaerts
Oorspronkelijke legende : Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten, Schaarbeek, Rigaplein (detail)

Bibliografie

Denuit-Somerhausen Christine & Balace Francis, "Abyssinie 41: du mirage à la victoire" in Jours de Guerre 7, Bruxelles, Crédit communal, 1992, pp. 15-50.

Janssens, Emile, Histoire de la Force publique, Bruxelles, Ghesquière, 1979.

Van Reybrouck, David, Congo : een geschiedenis, Amsterdam, De Bezige Bij, 2010.

Weller Georges, The Belgian Campaign in Ethiopia. A trek of 2,500 miles through jungle swamps and desert wastes, Chicago Daily News, s.d.

Werbrouck R, La campagne des troupes coloniales belges en Abyssinie, Léopoldville, Courrier d'Afrique, s.d.

Zie ook

1273-gouv-belge-londres-dec-1942.jpg Artikels Belgische regering van Londen (De) Colignon Alain
34358-armAe-belge-1939-1940.jpg Artikels Belgisch leger van 1940 (Het) Colignon Alain
Deze pagina citeren
Slag om Saïo (De)
Auteur : Kesteloot Chantal (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/slag-om-saio-de.html