Momentum in de Belgische geschiedenis waarin allerlei grootse plannen in de lucht hangen en een aanvaarding van de Nieuwe Orde onder Duitse leiding algemeen lijkt te zijn.
Begin en context
De ‘zomer van 1940’ start in juni 1940 op het moment dat de krijtlijnen van het bestuur tijdens de bezetting duidelijk zijn (zoals het bestuur van de secretarissen-generaal en het Galopin-comité, de aanwezigheid van Koning Leopold III en de schijnbaar pragmatische houding van de Duitse bezetter). Velen zien een unieke kans om het Belgische bestel fundamenteel te hervormen. Aan de ene kant gaat het dus om een deur die zich in juni 1940 plots opent voor concrete, vaak radicale en autoritaire plannen. Aan de andere kant slaat het begrip ook op een unieke collectieve geestestoestand met als grondstroom een bereidwilligheid om de Nieuwe Orde te accepteren. Wellicht hangt dit samen met een diepe collectieve psychologische shock na de nederlaag van de democratische landen in Europa en de overtuiging dat de toekomst aan nazi-Duitsland is.
Einde en betekenis
Nog tot in 1941 blijven sommigen ambitieuze plannen smeden. Niettemin eindigt de unieke periode eigenlijk al in september 1940. Doordat Groot-Brittannië stand houdt tegen Duitsland, het bestuur van de secretarissen-generaal zich consolideert, de collaborerende partijen op de voorgrond treden, de voedselvoorziening problematisch wordt en de Duitse bezetter harder optreedt, staan velen in september 1940 al weer met de benen op de grond en is de ‘wondere zomer van 1940’ –zoals historici dit momentum later hebben gedoopt‒ voorbij.
Bibliografie
Gérard-Libois, Jules, et José Gotovitch. L’an 40 : La Belgique occupée. Bruxelles: CRISP, 1971.
Wouters, Nico. « Bestuur en aanpassing ». In Knack Historia: België 40-45, édité par Bruno De Wever, Helen Grevers, Rudi Van Doorslaer, et Julia Zurné, 38‑45. Roeselaere: Roularta Media Group, 2015.