België in oorlog / Artikels

Ardennen na de slag (De)

Thema - Militaire geschiedenis

Auteur : Kesteloot Chantal (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)

Om deze pagina te citeren

Als de laatste Duitse troepen aftrekken kan men in de Ardennen de balans opmaken. De gevolgen van het ultieme Duitse offensief op het westelijk front zijn uitzonderlijk zwaar. De streek zal er jaren over doen om die te boven te komen. De tol is niet alleen zwaar in menselijke termen, maar ook in materiële termen. De nawerkingen zijn zowel fysiek als psychologisch.

Het bilan op menselijk vlak

Naast de militaire slachtoffers - meer dan 20.000, zonder de duizenden gewonden en vermisten -, betaalde de burgerbevolking tijdens de Slag van de Ardennen een zware prijs. Naargelang de auteurs lopen de schattingen over het aantal gedode Belgische burgers uiteen van 2.000 tot 5.000; daarnaast zijn er nog 600 zwaargewonden. Het is erg moeilijk precieze getallen op te geven, gelet op de verplaatsingen van de bevolking tijdens de Slag, de overlijdens a posteriori van zowel gewonden van de veldslag, als latere slachtoffers door de ontploffing van mijnen - 40 burgers in de regio van Bastogne tussen februari en juni 1945 - of manipulatie van explosieven. Het aantal slachtoffers in het Groothertogdom Luxemburg wordt op 500 geraamd. Men schat dat een derde van de dodelijke slachtoffers gedurende het offensief zelf omkwamen door geallieerde bombardementen. Vooral die op Sankt-Vith - 153 burgerslachtoffers -, Houffalize  - 197 -, Malmedy  - 202 - en La Roche  - 117 -, waren erg dodelijk. Iets meer dan 250 burgers kwamen om door represaillemaatregelen van of bloedbaden aangericht door de Duitsers. Anderen lieten het leven tijdens de gevechten of stierven door de ellendige levensomstandigheden.

Het vee had ook veel te lijden onder het offensief, net als de grond die nog lang sporen van de gevechten vertoont. In de provincie Luxemburg gaat een derde van de veestapel (paarden, runderen en varkens) verloren, vooral door gebrek aan voer.

13097-sinistres-de-stavelot.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Belgisch Informatiedienst
Originele legende : Inwoners van Stavelot keren terug naar hun vernielde huizen. [Foto Belgisch Informatiedienst - Film Division] [Gecensureerd 14/2/1945].

Het bilan op materieel vlak

96544-saint-vith-detruite(2).jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Algoet
Originele legende : Sankt-Vith verwoest, 1945
houffalize-detruite(2).jpg
Instelling : NARA
Originele legende : Een Duitse tank ligt ondersteboven in de rivier met het verwoeste Houffalize op de achtergrond, juni 1945.

Niet alleen de bevolking, ook de gebouwen werden werd hard getroffen. De schade strekt zich uit over drie provincies: niet alleen Luxemburg, maar ook Luik en Namen. Het aantal verwoeste huizen en gebouwen wordt op ongeveer 11.000 geraamd. Voor de bewoners ervan begint dan een bestaan als geteisterde, dat langer duurt naarmate de ernst van de schade. Mathieu Bila heeft vastgesteld dat één op de vijf inwoners in de provincie Luxemburg getroffen werd; in de arrondissementen Bastogne, Marche-en-Famenne en Neufchâteau ging het zelfs om één op de drie inwoners. Sommige dorpen werden tijdens de bombardementen zo goed als volledig vernietigd. Maar de gevechten hebben ook hun blijvende sporen nagelaten op de landerijen en in de bossen. Overal zijn er wrakken van voertuigen, wapens, divers materieel achtergelaten en als de sneeuw smelt vindt men kadavers van het vee. Sommige dorpen zijn compleet geïsoleerd geraakt. Grote verbindingswegen zijn vernield, wat de bevoorrading bemoeilijkt. Post en telefoon zijn totaal ontredderd. Ontelbare administratieve documenten zijn in vlammen opgegaan.

Voor de bewoners die hun huis moesten verlaten, duurt het wachten ondraaglijk lang. De Slag om de Ardennen heeft immers tot ongeveer 60.000 ontheemden geleid. Na de gevechten willen die zo vlug mogelijk naar huis. Soms moeten ze zelfs tegengehouden worden omdat ze te vlug terug willen gaan. Eens weer ter plaatse verloopt alles moeizaam. De mensen zien hun huizen tot een ruïne herleid, overal zijn de gevolgen van de gevechten zichtbaar, hun dierbaren zijn verdwenen, er is de kou, de verwoestingen alom, de stank; de situatie wordt nog verergerd door plunderingen door burgers en militairen. Er zijn de overduidelijke lichamelijke verwondingen, maar ook de veel minder zichtbare, doch even zware psychologische letsels.

Ook de bodem draagt de sporen van de gevechten: mijnen, explosieven, het fosfor, dat tijdens de bombardementen gebruikt werd en belet dat er opnieuw gewassen op de velden kunnen worden geteeld.

Solidariteitsmechanismen

Nadat de wapens zwijgen, krijgen de burgerlijke overheden geleidelijk aan hun bevoegdheden weer, daarbij geholpen door de afdeling burgerzaken van het Amerikaanse leger, die op dit vlak echter maar een beperkte rol speelt. De verwachtingen zijn erg hoog gespannen: het aantal mensen dat een of andere vorm van hulp nodig heeft, wordt op meer dan 43.000 geschat. Het Rood Kruis wordt eveneens ter plaatse ingezet om de gewonden af te voeren. Meer dan 200 personen uit alle geledingen van de zorgsector worden half februari ter plekke gestuurd om de dringendste noden te lenigen: evacueren, slachtoffers identificeren, familieleden proberen te vinden … Er moet ook voor water, voedsel en kledij voor de bewoners worden gezorgd en het risico op epidemies moet worden ingedamd. De centrale overheid biedt ook hulp; de coördinatie daarvan is in handen van het Hoog Commissariaat voor de bescherming van de burgerbevolking. Diverse organisatie mobiliseren zich, net zoals gemeenten uit de rest van het land die een getroffen gemeente adopteren. Zo adopteert de stad Brussel bij voorbeeld Stavelot en Sankt-Vith, Sint-Jans-Molenbeek Saint-Hubert, Schaarbeek Houffalize, Watermaal-Bosvoorde Trois-Ponts en Sint-Lambrechts-Woluwe Nassogne. In dit kader wordt hulp in natura geleverd of worden er fondsen ingezameld. Soms worden kinderen van de getroffen gezinnen onthaald in gezinnen van de adoptiegemeentes. De provincie West-Vlaanderen, die na de Eerste Wereldoorlog zoveel hulp kreeg, adopteert op haar beurt de provincie Luxemburg. In de rest van het land wordt geld ingezameld. Andere landen leveren eveneens hulp, meer bepaald via het Amerikaanse, Britse of Canadese Rode Kruis. Duitse krijgsgevangen worden aan het werk gezet. Ze verzamelen mijnhout, niet alleen om de mijngangen te stutten, maar ook voor de heropbouw. Hoewel de Conventie van Genève dit verbiedt, moeten sommige krijgsgevangenen ook helpen bij ontmijningswerkzaamheden.

Die ontmijning van de Ardennen is inderdaad dringend nodig. Ze begint vanaf 17 februari 1945 in uiterst moeilijke omstandigheden met slecht beschermde vrijwilligers. Daarna nemen Belgische soldaten het werk over: het 1ste bataljon “Ardense Jagers”, dat bestaat uit beroepsvrijwilligers, maar ook uit dienstplichtigen. Geallieerde soldaten werken ook mee aan het opruimen van de slagvelden, maar dat is niet hun eerste prioriteit.

In oktober 1945 oordeelt het Ministerie van Landsverdediging dat het werk erop zit: 4.800 km² werden geruimd, ongeveer 5.800 ton gevaarlijke tuigen, waaronder 114.000 mijnen, konden worden geneutraliseerd. Daarbij hebben ontmijners het leven verloren. Niet alle mijnen konden worden teruggevonden; sommige kwamen later nog tot ontploffing en eisten nieuwe slachtoffers, de meest recente in de zomer van 1972.


92889-houffalize-1947.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : Houfalize wordt heropgebouwd. Zicht op de stad vanaf de route de Liège, 2 augustus 1947
dscn3695.jpg
Auteursrechten : Bruno Bernaerts
Originele legende : Als gevolg van solidariteitsacties werden straatnamen aangepast in de Ardennen. Hier de Schaarbeekstraat in Houffalize.

Het grootste deel van de heropbouw vergt ongeveer tien jaar. Die stuit natuurlijk op heel wat moeilijkheden door de mank lopende communicatiemiddelen, het gebrek aan werkkrachten en materieel, het gebrek aan aangepast wetgevend kader en een zekere administratieve traagheid. Alles is dan echter nog niet klaar en het financieel deel van de operatie loopt nog door tot het eind van de 20ste eeuw.

De ruïnes voorbij

Als de wapens zwijgen begint het werk voor Justitie. De misdaden tegen burgers en soldaten hebben tot processen geleid. In mei 1946 komen manschappen van de Kampfgruppe Peiper en 69 soldaten van de Leibstandarte SS Adolf Hitler voor het militair gerechtshof in Dachau, in de Amerikaanse bezettingszone. Ze worden beschuldigd van moord op en mishandeling van burgers en Amerikaanse soldaten, in totaal 460 gedode GI’s en 106 gedode Belgische burgers. Na twee maanden valt het verdict: 43 terdoodveroordelingen en voor de anderen gevangenisstraffen van 5 jaar tot levenslang. Maar de meeste veroordeelden worden vervroegd vrijgelaten, zelfs de terdoodveroordeelden. In juni 1948 vindt er in Luik een tweede proces plaats tegen tien beklaagden die verantwoordelijk worden geacht voor de bloedbaden in de streek van Stavelot tussen 18 en 21 december 1944. Zij worden tot verschillende gevangenisstraffen veroordeeld, van 10 tot 15 jaar hechtenis, die de publieke opinie dikwijls te licht vindt.

In de regio herinneren heel wat monumenten, gedenkplaten, lokale musea en andere initiatieven aan die tragische gebeurtenissen in de winter van 1944-1945. De geschiedenis heeft plaatsgemaakt voor de herinnering aan de oorlog. Elk jaar worden er herdenkingsplechtigheden georganiseerd. Bij de “speciale” verjaardagen krijgen die een grotere weerklank. De stad Bastogne is ongetwijfeld het emblematisch symbool van de Slag, zelfs al dragen tal van andere plaatsen een pijnlijke geschiedenis met zich mee.

dscn3756.jpg
Auteursrechten : Bruno Bernaerts
Originele legende : Monument van de Belgische Ontmijners (ingehuldigd in 1953),

Bibliografie

Mathieu Billa, La Bataille des Ardennes. La vie brisée des sinistrés, Bruxelles, Racine, 2015.

Matthieu Longue, Massacres en Ardenne. Hiver 1944–1945, Bruxelles, Racine, 2006.

Peter Schrijvers, The Unknown Dead. Civilians in the Battle of the Bulge, Lexington, University Press of Kentucky, 2005.

 
Om deze pagina te citeren
Ardennen na de slag (De)
Auteur : Kesteloot Chantal (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)
/nl/belgie-in-oorlog/artikels/ardennen-na-de-slag-de.html