Bij burgerlijke zaken kan elk geschil tussen particulieren aanhangig worden gemaakt bij een rechtbank die bevoegd is omwille van de aard (ratione materiae), plaats (ratione loci) of het statuut van de personen (ratione personae).
Bemand door beroepsrechters vormen het vredegerecht op kantonnaal niveau en de rechtbanken van eerste aanleg op arrondissementeel niveau de basis van het gerechtelijk netwerk (ratione loci).
De handels- of arbeidsrechtbanken, samengesteld zijn uit beroepsrechters afkomstig uit de handels- of arbeidswereld, behandelen alle handels- en arbeidsgeschillen (ratione materiae). Vanaf 1912 worden minderjarigen in elk arrondissement voor een jeugdrechtbank geleid, voorgezeten door een jeugdrechter en bijgestaan door afgevaardigden van de Kinderbescherming (ratione personae). Deze rechtbanken luisteren tijdens een hoorzitting naar de partijen en hun betoog en doen daarna een uitspraak.
Er kan beroep aangetekend worden tegen deze uitspraken bij het hof van beroep, dat bestaat uit beroepsmagistraten. Voor uitspraken van arbeidsrechtbanken kan in beroep gegaan worden bij de werkrechtersraden. De uitspraken in beroep kunnen vervolgens ook voorwerp zijn van een voorziening in cassatie bij het Hof van Cassatie in Brussel.
Gerechtelijke Statistiek van België, jaren 1931-1940, Bruxelles: Van Muysewinkel, 1942 (zie http://www.digithemis.be/index...).
Koster, Margo de, Dirk Heirbaut, et Xavier Rousseaux. Tweehonderd Jaar Justitie. Historische Encyclopedie van de Belgische Justitie, Deux siècles de justice belge. Encyclopédie historique de la justice belge. Brugge: Die Keure, 2015