Een gerucht, een klacht of een aangifte van een inbreuk verplichten het parket om een strafonderzoek te openen. Het parket kan de zaak zonder gevolg klasseren of de daders direct vervolgen voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank. Sinds 1912 kunnen minderjarigen voorgeleid worden voor een jeugdrechter. Een ernstige zaak kan leiden tot een onderzoek door een onderzoeksrechter bij een rechtbank van eerste aanleg.
Op dat niveau kan de raadkamer de zaak seponeren of de beklaagden doorverwijzen naar een rechtbank. Als het vermoedelijk om een misdaad gaat, stuurt de raadkamer de zaak door naar de kamer van inbeschuldigingstelling bij het hof van beroep van het gerechtelijk ressort. Die kamer kan de zaak dan doorverwijzen naar het hof van assisen van de betrokken provincie.
Op het niveau van het kanton worden overtredingen beoordeeld door een politierechtbank samengesteld uit een vrederechter en twee assessoren. Op het niveau van het arrondissement wordt een misdrijf beoordeeld door een correctionele rechtbank die bestaat uit rechters van de rechtbank van eerste aanleg. Op het niveau van de provincie wordt een misdaad beoordeeld door het hof van assisen bestaand uit drie magistraten en twaalf burgers die de strafjury vormen.
Tegen de vonnissen van politierechtbanken en correctionele rechtbanken kan beroep aangetekend worden bij het hof van beroep van het gerechtelijk ressort. Tegen de uitspraak van een hof van assisen kan men niet in beroep gaan. Maar tegen elke juridische beslissing is cassatieberoep mogelijk wegens procedurefouten.
Deze principes blijven gelden tijdens de oorlog en de bezetting, alleen kunnen een aantal strafzaken aan de gewone rechtspraak onttrokken worden om behandeld te worden door administratieve rechtscolleges, zoals controlediensten of administratieve rechtbanken, of door uitzonderingsrechtbanken zoals de militaire rechtscolleges van de bezetter.
Nationaal Instituut voor de Statistiek. Statistiques judiciaire de la Belgique, 1931-1943. Brussel: Van Muysewinkel, 1942.
Zurné, Jan Julia. « ‘Een buitengewoon verontrustend gewetensprobleem’. De Belgische magistratuur en door verzetsgroepen gepleegd geweld tegen collaborateurs 1940-1950 ». Ph.D. Thesis, Universiteit Gent, 2016.