De “groep Franckson” was een verzetsgroep eind 1940 opgericht in kringen rond de ULB. Vanaf april 1944 viel hij rechtstreeks onder de « Special Operations Executive » (SOE).
Medio 1942 nam Marcel Franckson sr. het bevel van de groep in handen; hij werd aangehouden in mei 1944 en vervangen door zijn zoon. De groep die eerst afhing van het Onafhankelijkheidsfront werd nadien onafhankelijk en stapte later naar de SOE over. Na de herfst 1943 ging hij meer en meer tot de actie over. Hij bestond uit een tiental leden met aan de top een aantal intellectuelen en technici uit het Brusselse die de bezetter en zijn helpers het leven zuur maakte. Vanaf oktober 1943 was hij vooral actief in de Thiérache, ten zuiden van Samber en Maas.
In een zestigtal acties van juni tot september 1944 kon het netwerk prat gaan op het vernielen van 10 locomotieven, 10 vrachtwagens, 3 vijandelijke pantserwagens en een tank. 150 Duitse militairen werden buiten gevecht werden gesteld en de communicatiekabels van de Wehrmacht geregeld onklaar gemaakt. Dit kostte het leven aan 8 leden van de groep terwijl er 61 werden aangehouden door de Sipo-SD; 23 ervan werden terechtgesteld of stierven van uitputting in de nazi-concentratiekampen.
Franckson Marcel, "Anatomie sociale d’un groupe de résistance : le service de sabotage Hotton", in : La résistance et les Européens du nord /Het Verzet en Noord-Europa, Bruxelles : CREHSGM, 1994, t. 2, p. 29-36.
Franckson Marcel & Burniat Jacques, Chronique de la guerre subversive : le Service Hotton en Thiérache, 1941 – 1944, Bruxelles : FDM, 1996.