WIE?
In oorlogstijd is het militair gerecht bevoegd voor de vervolging van de collaboratie. Concreet spreken in eerste aanleg de krijgsraden een vonnis uit. Het krijgshof velt een arrest in tweede aanleg (bij beroep) of als een hoger officier terechtstaat. Vanaf oktober 1944 is voorziening in cassatie tegen het arrest van het krijgshof eveneens mogelijk. Het Hof van Cassatie is geen derde aanleg, maar oordeelt of het recht juist is toegepast. Als er sprake is van een schending van de wet of van fundamentele vormvereisten, verbreekt het Hof van Cassatie het betwiste arrest en verwijst de zaak naar een andere kamer van het krijgshof.
Naast de militaire rechtbanken is er ook het militair parket. Het omvat de krijgsauditoraten bij de verschillende krijgsraden en het auditoraat-generaal bij het krijgshof. De krijgsauditoraten verrichten alle opsporingen, onderzoeken en vervolgingen in het gebied waarvoor de krijgsraad bevoegd is. Door een combinatie van verschillende functies en een grote autonomie heeft de krijgsauditeur een belangrijke rol.
Onmiddellijk na de bevrijding zijn er maar vier krijgsraden, maar hun aantal neemt in ijltempo toe tot een maximum van eenentwintig in februari 1946. Afhankelijk van het rechtsgebied verwijzen de krijgsraden de verschillende dossiers of vonnissen bij beroep door naar het krijgshof in Brussel, Gent, Luik en later ook in Antwerpen. In mei 1947 start de afbouw van het militair gerecht tot in 1950 enkel nog de permanente krijgsraden van Brussel, Gent en Luik overblijven.
WAT?
Omdat het militair gerecht betrokken is bij nagenoeg alle aspecten van de naoorlogse repressie, is het ook een van de belangrijkste archiefvormers. Van de niet-veroordeelde verdachte tot de meest ernstige zaken van collaboratie, zo goed als iedereen die na de bezetting in opspraak komt, laat in de bronnen van het militair gerecht onvermijdelijk sporen na. Elke kleinste klacht, aangifte, potentieel bewijsstuk of anonieme tip leidt na de bevrijding tot de opening van een gerechtelijk dossier bij het militair gerecht. Afhankelijk van wat er verder mee gebeurt, zijn er strikt gezien drie soorten dossiers: 1. de dossiers zonder gevolg, 2. de dossiers met een beschikking tot buitenvervolgingstelling en 3. de dossiers die tot een veroordeling of vrijspraak leiden.
Meestal ontbreekt het aan voldoende bezwarende elementen of aanwijzingen van collaboratie en is er sprake van een klassering ‘zonder gevolg’ of seponering, bijvoorbeeld bij de dossiers van de vrijwillige arbeiders of bij de vele klachten tegen onbekenden waar elk aanknopingspunt of spoor bijster blijft. Als de krijgsauditeur toch een gerechtelijk onderzoek voert, maar uiteindelijk oordeelt dat de tenlasteleggingen niet voldoende zijn voor een vervolging, kan hij ook besluiten met een beschikking van buitenvervolgingstelling. Net als bij de dossiers zonder gevolg komt het dan niet tot een proces voor de militaire rechtbank. Die dossiers bevatten bijgevolg enkel de stukken van het onderzoek. Ze verschaffen niettemin extra informatie over de ten laste gelegde feiten en de resultaten van het onderzoek.
Als er wel voldoende redenen tot vervolging zijn, daagt de krijgsauditeur de verdachte als beklaagde of beschuldigde voor de krijgsraad. Is de verdachte op het proces aanwezig, dan verloopt de procedure op tegenspraak. Wanneer de verdachte niet verschijnt, wordt het vonnis bij verstek geveld. In beide gevallen komt het dossier terecht op de griffie van de krijgsraad en wordt het geïntegreerd in een nieuw dossier. De kaft geeft al veel informatie prijs: de naam van de advocaat, de eventuele plaats van opsluiting op het moment van het proces, de duur van internering, de datum van het aanhoudingsbevel, de ten laste gelegde feiten, de lijst van opgeroepen getuigen, de datum van het vonnis en – indien van toepassing – de datum waarop beroep is aangetekend.
Wie niet vervolgd of veroordeeld wordt, gaat daarom niet automatisch vrijuit. Bij een eenvoudig lidmaatschap van een collaboratiebeweging of wanneer de krijgsauditeur om andere redenen het gedrag tijdens de bezetting onvaderlands acht, kan hij nog steeds besluiten om zonder veroordeling de burgerlijke en politieke rechten te beperken. In het kader van de burgerlijke epuratie inzake burgertrouw gebeurt dit door een inschrijving op de zogenaamde lijst van de krijgsauditeur. Daarnaast houdt de krijgsauditeur een dossier ‘verval burgerlijke en politieke rechten’ bij. Soms zijn deze epuratiedossiers apart geklasseerd, soms zitten ze in de dossiers van zonder gevolg geklasseerde en buitenvervolging gestelde zaken.
In geval van beroep maakt het dossier van de krijgsraad integraal deel uit van het dossier van het krijgshof.
Na de veroordeling blijft het krijgsauditoraat de betrokkene opvolgen. Alle informatie die noodzakelijk is voor de controle op de uitvoering van de straf(fen) staat in het strafuitvoeringsregister en in het strafuitvoeringsdossier.
Bijkomende informatie kan worden gevonden in de archieven van het auditoraat-generaal. Voornamelijk de inlichtingen- en documentatiedossiers van de diverse diensten van het auditoraat-generaal zijn interessant. Ze hebben betrekking op de algemene werking en organisatie van het militair gerecht en het gevoerde repressiebeleid, maar ook op deelaspecten, zoals de bestraffing van spionage, economische collaboratie, oorlogsmisdaden, de interneringen, enz.
WAAR?
Omdat een krijgsraad in normale omstandigheden bevoegd is voor een welbepaald gebied, is de woonplaats van de beklaagde vaak indicatief voor de vindplaats van het juiste archief. Tijdens de repressieperiode is de territoriale bevoegdheid niettemin onbeperkt en kan een krijgsraad iemand veroordelen die buiten het ambtsgebied woont. Het valt zelfs voor dat verschillende krijgsraden dezelfde persoon veroordelen, omdat de misdrijven op verschillende plaatsen niet zijn samengevoegd tot één zaak. Kortom, het is niet altijd eenvoudig de juiste stukken te lokaliseren.
De archieven van de krijgsauditoraten, de krijgsraden en de krijgshoven berusten momenteel in de rijksarchieven van het ressort waartoe ze behoren. De archieven van het militair gerecht in de provincie Oost-Vlaanderen berusten in Rijksarchief Gent, die van Limburg in het Rijksarchief van Hasselt, die van Namen in het Rijksarchief van Namen, die van Nijvel in het Rijksarchief van Louvain-la-Neuve enz. De enige uitzondering op deze regel zijn de archieven van het krijgshof Brussel en het auditoraat-generaal, die in Algemeen Rijksarchief 2 in Brussel worden bewaard.
Van verschillende diensten van het auditoraat-generaal verschenen ondertussen inventarissen:- Centrale Dienst voor Oorlogsmisdaden, 1944-1951.
- Auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof te Londen, 1940-1946.
- Dienst voor Algemene Onderrichtingen. Reeks documentatiedossiers, 1944-1953.
HOE?
De archieven van het militair gerecht zijn niet voor iedereen toegankelijk: de schriftelijke toestemming van het College van procureurs-generaal is nog steeds vereist.
Wie, om welke reden ook, een of meer dossiers inzake de repressie van de collaboratie wil raadplegen, moet, na contact te hebben opgenomen met het bevoegde Rijksarchief, een verzoek tot inzage richten aan het College van procureurs-generaal via e-mail (parfed.arch-mil@just.fgov.be), met vermelding van de naam en voornaam van de perso(o)n(en) op wie het onderzoek betrekking heeft en een motivering van de wens tot raadpleging (informatie inwinnen over een familielid, wetenschappelijk onderzoek,…). Stoffeer indien mogelijk de aanvraag met aanvullende gegevens zoals geboorteplaats en -datum, datum van veroordeling of opsluiting, en de referenties van de bronnen die de archivarissen u bezorgden.
In geval van een positief antwoord van het College van procureurs-generaal kunnen de documenten op afspraak worden geraadpleegd in het bevoegde Rijksarchief.
Wie geen inzage verkrijgt, kan via de verschillende alternatieve bronnen toch heel wat belangrijke informatie reconstrueren. Deze bevatten tal van gegevens die in de gerechtelijke dossiers ontbreken. Zowel bij een weigering als bij een toestemming van het College van procureurs-generaal is het dus aan te raden om de zoektocht zeker niet te staken.






