Eenheid (1941-1943) die aan het oostfront vecht aan Duitse zijde tegen het Rode Leger.
Na de aanval op de Sovjet-Unie (22 juni 1941) worden antibolsjewistische eenheden opgericht. In Vlaanderen neemt het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) het initiatief. De Vlaams-nationalistische collaborerende partij hoopt met dit militair engagement politieke erkenning te verwerven bij de Duitse overheid, terwijl het ook rekent op sympathie bij het anticommunistische segment van de bevolking.
Het Vlaams Legioen wordt met een eigen statuut (onder meer een eigen legioenseed) aan de Waffen-SS toegevoegd. De SS beschouwt de legioensoldaten als een troef voor de Groot-Duitse politiek. Er grijpt effectief een indoctrinatie plaats, waartegen een aantal VNV-gezinde vrijwilligers zich verzetten. Maar in het Legioen zijn ook Groot-Duitsgezinde en apolitieke vrijwilligers.
Het Vlaams Legioen wordt als onderdeel van de 2.SS-Infanterie-Brigade ingezet aan het noordelijke front rond Leningrad (Sint-Petersburg). Circa tien procent van de legioensoldaten sneuvelt. In het dagorder van de Duitse legerleiding wordt de eenheid twee keer vermeld omwille van zijn inzet aan het front. Circa 2.600 Vlamingen waren inmiddels in dienst getreden.
Medio 1943 wordt het Vlaams Legioen omgevormd tot de 6de SS-Sturmbrigade 'Langemarck', een reguliere Waffen-SS-eenheid. De vrijwilligers moeten de SS-eed zweren. Het leidt bij een deel van hen tot verzet en bij de VNV-leiding tot een verscherping van de politieke strijd met de SS.
De Wever, Bruno. Vlamingen Aan Het Oostfront : Vlamingen in Het Vlaams Legioen En de Waffen-SS. Tielt: Weesp, 1984.
De Wever, Bruno. “Rebellen Aan Het Oost¬front: De Politieke Moeilijkheden Bij de Vlaamse Oostfronters.” Wetenschappelijke Tijdingen over de Geschiedenis van de Vlaamse Beweging 4 (1994): 201–15.
Seberechts, Frank. Tussen Schelde En Wolchow: Vlaanderen En Het Oostfront. Brussel: Globe, 2002.