Vele verdachten komen zonder veroordeling vrij omdat het onderzoek geen ernstige elementen aan het licht brengt. Anderen genieten van een voorlopige invrijheidstelling omwille van gezondheidsredenen of familiale omstandigheden. Vanaf 1946 is vooral de voorwaardelijke invrijheidstelling verantwoordelijk voor de permanente daling van het aantal gedetineerden.
Aanvankelijk zijn er voor collaborateurs nog tijdsbeperkingen, maar dankzij de zogenaamde wet-Lejeune komen meer en meer veroordeelden na minstens een derde van hun gevangenisstraf onder bepaalde voorwaarden op vrije voeten. Goed gedrag is noodzakelijk, maar bijkomende voorwaarden zijn mogelijk: voogdij, een verplichte woonplaats, het verbod in een bepaalde regio te komen, enzovoort.
In combinatie met een genadeverlening die de gevangenisduur verder inkort, kunnen meer en meer categorieën van deze gunst genieten. Halverwege de jaren zestig zijn zelfs bijna alle terdoodveroordeelden vrij, ook degenen die enkel aan hun executie zijn ontsnapt omdat België na 1950 de doodstraf niet langer uitvoert.

Auteursrechten : Rechten Voorbehouden
Originele legende : Zonder originele legende
Weblegende : Na advieswinning liggen de beslissing en verantwoordelijkheid bij de minister van Justitie. Met een ministerieel besluit geeft hij groen licht voor een vervroegde vrijlating.
Bibliografie
Aerts, Koen, Dirk Luyten, Bart Willems, and Paul Drossens. Papy Était-Il Un Nazi? Sur Les Traces d’un Passé de Guerre. Racine. Bruxelles, 2017.
Aerts, Koen. “Repressie Zonder Maat of Einde?” De Juridische Reïntegratie van Collaborateurs in de Belgische Staat Na de Tweede Wereldoorlog. Gent: Academia Press, 2014.
Huyse, Luc, and Kris Hoflack. Onverwerkt Verleden : Een Naschrift. Leuven: Instituut Recht en Samenleving, 1994.