De dossiers van de interne (of administratieve) zuivering van de rijkswacht tijdens de oorlog getuigen van de activiteit van drie commissies die vanaf de herfst van 1944 worden ingesteld in Brussel, Luik en Gent voor de onderofficieren bij de rijkswacht. Daarnaast komt er ook een commissie voor de officieren van het korps, die gemeenschappelijk is met het leger en zetelt in Brussel. De commissies voor de andere rijkswachters behandelen de zaken volgens een territoriale logica, op grond van de geografische indeling van de rijkswachters bij de verschillende eenheden.
Aanvankelijk functioneren deze commissies als studie- en adviesorganen naar en over het gedrag van de rijkswachters tijdens de Duitse bezetting. De beslissing om een rijkswachter al dan niet te straffen ligt uiteindelijk bij de minister van Landsverdediging. Vanaf maart 1945 en ten gevolge van de moeilijkheden die men ondervindt tijdens de zuiveringsoperatie, baseren de commissies zich op het werk van de Service des Enquêtes/Onderzoeksdienst (SE/OD), die uitsluitend belast is met het onderzoek in deze zaken. De commissies zelf hebben alleen nog een adviserende taak, voor de zaak uiteindelijk wordt voorgelegd aan de minister. De nieuwe onderzoeksdienst is rechtstreeks verbonden aan het ministerie van Landsverdediging en behandelt alle zaken die betrekking hebben op militairen.
De interne zuivering van de rijkswacht betreft uitsluitend militairen die al in dienst waren voor de Duitse invasie. De ongeveer 3300 rijkswachters die in dienst treden vanaf mei 1940 worden bij de bevrijding wel afgezet, maar niet onderworpen aan een procedure van interne zuivering. Om te weten of er een zuiveringsdossier bestaat, is het dus belangrijk om het statuut van de rijkswachter en de datum van zijn indiensttreding te kennen. Indien nodig kan het stamnummer, dat een synthese en een overzicht van zijn carrière bevat, nuttige informatie bieden over de datum van zijn rekrutering. De omvang van de zuiveringsdossiers varieert naargelang het een ingewikkelde zaak betreft of niet.
Deze interne zuiveringsdossiers werden toegevoegd aan de loopbaandossiers van de betrokken rijkswachters. Er bestaat dus geen apart en continu archieffonds over de rijkswachters die werden onderworpen aan een zuiveringsprocedure. Tot het einde van 2020, worden de loopbaandossiers bewaard door vier verschillende structuren, afhankelijk van het statuut van de militair (officier, onderofficier of ondergeschikt personeel) en zijn geboortejaar:
Daarnaast bewaart een dienst onder leiding van de personeelsdirectie van de Federale Politie stam- en registratiegegevens van ondergeschikt rijkswachtpersoneel. Helaas zijn sommige loopbaandossiers verloren gegaan.
De dossiers van de officieren zijn openbaar als de betrokkenen meer dan 120 jaar geleden werden geboren. Om recentere dossiers te raadplegen is een machtiging nodig van het ADIV-archief. Bij het ARA, toestemming om de dossiers van onderofficieren en ondergeschikt personeel te raadplegen is noodzakelijk voor de mensen die minder dan 100 jaar geleden zijn geboren. Wat betreft de dossiers die nog bij het federale politie zijn, moet met een schriftelijke motivatie worden aangevraagd bij de dienst waar de dossiers worden bewaard.