België in oorlog / Artikels

Gecensureerde brieven van de Waalse legioensoldaten (De)

Thema - Collaboratie - Militaire geschiedenis

Auteur : Cignarella Pauline (Instelling : Historica (ULB))

Om deze pagina te citeren

Na de inval in de Sovjetunie zouden ongeveer 8000 Waalse vrijwilligers gaan meevechten aan Duitse zijde. Vanaf 1941 maakten zij deel uit van de Légion Wallonie, alias “Wallonisches Infanterie-Bataillon 373”, als deel van de Wehrmacht. Aan het front, ver van huis hielden de legioensoldaten contact met hun naasten via een - weliswaar door de “Deutsche Feldpost” gecensureerde - briefwisseling.

De controlebureaus van de Feldpost : externe censuur

De Feldpost die in augustus 1939 opgericht werd, vormde de grootste postdienst van Europa. Hij was belast met de behandeling van briefwisseling met de bezette landen en verstuurde de privépost van soldaten van Wehrmacht, Waffen SS en dus Légion Wallonie . Die opdracht had mede als doel het latere nazi-Europa te controleren. Tijdens de oorlog heeft de Feldpost meer dan 40 miljard brieven en pakjes verstuurd.

De brieven van de Waalse legioensoldaten werden gecensureerd door de controlebureaus van de Feldpost (Feldpostprüfstelle) die militaire informatie moesten wegfilteren in toepassing van de richtlijnen van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) van 12 maart 1940 over de informatieverschaffing. De bepalingen ervan betroffen het geven van inlichtingen over militaire operaties (troepenbewegingen en standplaats), het leveren van kritiek op maatregelen van de Wehrmacht, het verspreiden van geruchten en vlugschriften van de vijand , het versturen van beelden (foto’s en postkaarten) met geheime informatie en het stellen van daden van sabotage of spionage. Elke inbreuk op deze bepalingen leidde tot veroordelingen gaande van gevangenisstraf tot de doodstraf. Alleen al de hoeveelheid brieven maakte het voor de Feldpost onmogelijk alles te controleren. Het ging dus om een censuur per steekproef van 160 tot 180 brieven per dag . De controlebureaus plakten een sluitstrook op de briefomslagen met de woorden “Geöffnet” (“geopend”) en een rode stempel met het woord “Geprüft” (“gecontroleerd”). Inhoudelijk werden de gecensureerde zinnen met zwart onleesbaar gemaakt.

lettre-censuree.jpg
Originele legende : Gecensureerd uittreksel uit een brief. Archives de l’État Mons, archief Krijgsraad , dossier 152/J/46, brief van een legioensoldaat aan zijn familie, 12 augustus 1944.
 

Ontwijken van de censuur

employes-feldpost.jpg
Originele legende : Bedienden van de Feldpost bij het verdelen van pakjes volgens Feldpostnummer in oktober 1940 in het postkantoor van Königsberg. Hɪɴʀɪᴄʜsᴇɴ,, H., Die deutsche Feldpost. Organisation und Ausrüstung 1939-1945, Wölfersheim-Berstadt, Podzun-Pallas, 1998, p. 101.

Alhoewel de Waalse oostfrontvrijwilligers wisten dat de censuur aan het werk was en dat ze de richtlijnen dienden te volgen, bleef dit dikwijls dode letter o.m. wat betrof hun locatie en de verplaatsingen van hun regiment. Nochtans hadden ze een Feldpostnummer gekregen, een getal met 5 cijfers voorafgegaan door een letter om de locatie van hun eenheid aan te duiden. Elke eenheid kreeg een ander Feldpostnummer . Het was eigenlijk een postcode zodat de legioensoldaten niet moesten meedelen waar ze in realiteit verbleven. 

Sommige vrijwilligers gaven dus hun exacte standplaats aan, anderen slaagden erin foto’s op te sturen, wat verboden was. Ze omzeilden de censuur door brieven mee te geven aan kameraden die op verlof gingen naar België en die ze rechtstreeks aan de bestemmelingen bezorgden . Zo verspreidde zich toch gevoelige informatie. Deze methode zorgde ook voor sneller nieuws van thuis. Het was inderdaad zo dat de Feldpost teveel post moest behandelen wat zorgde voor steeds meer vertragingen, zodat de vrijwilligers soms bijna drie maanden moesten wachten op antwoord.

Het inschakelen van medesoldaten als tussenpersoon duidde op disfuncties bij de Feldpost, die nochtans door een snel en betrouwbaar doorsturen van de post het moreel en de efficiëntie van de troepen moest ondersteunen. De Feldpost trachtte dit te ondervangen door het organiseren van luchtpost, de Luftfeldpost.

 

Grenzen aan het briefschrijven: interne censuur

Verlof werd steeds zeldzamer en dus ook het rechtstreeks meegeven van brieven aan kameraden. De Feldpost moest dus voor de meeste brieven zorgen met als gevolg dat de legioensoldaten zelf gingen censureren wat ze schreven. Details vielen weg of er moest tussen de regels gelezen worden, o.a. over eventuele verwondingen of frontopdrachten. Sommigen vermeden zelfs het onderwerp: “…ik kan jullie zeggen dat ik sinds een maand aan het front sta en dat mijn gezondheid schitterend is. Enfin, laat er ons over zwijgen, wat voorbij is, is voorbij”.

De autocensuur hing ook af van de persoon waaraan de vrijwilliger schreef. Het discours verschilde naargelang de bestemmeling (ouders of vrienden). De legioensoldaten hadden de neiging om hun ouders niet teveel te vertellen over de realiteit van de oorlog terwijl dat met vrienden gemakkelijker ging. Als de jonge vrijwilliger de politieke ideologie van zijn ouders deelde, aarzelde hij evenwel niet om duidelijker te zijn zodat ze trots konden zijn op hun zoon die in de oorlog een goed soldaat was geworden en een echte man. De thema’s van de correspondentie van vrijwilligers met dit profiel verschilden van die van de anderen. De jonge legioensoldaat die vertrokken was zodat zijn omgeving trots op hem zou zijn, geeft inderdaad meer details over gevechten, zijn ideologische en politieke motivaties, zijn bewondering voor Léon Degrelle, Rex en de nazi-partij.

affiche-feldpost-1943.jpg
Originele legende : Propaganda-affiche uit 1943 van de Duitse Feldpost. Hɪɴʀɪᴄʜsᴇɴ, H., Die deutsche Feldpost. Organisation und Ausrüstung 1939-1945, Wölfersheim-Berstadt, Podzun-Pallas, 1998, p. 83.

De rol van de briefwisseling

De briefwisseling speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven van de vrijwilligers omdat het een bepaalde vorm van zekerheid gaf en psychologische steun. Het vormde een levensteken. De Waalse legioensoldaten voelden zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun naasten en wilden ze niet verontrusten. Daarom schreven ze systematisch over hun gezondheid en moreel: “het moreel is goed”, “ik ben nog steeds in goede gezondheid”. Zelfs een paar woorden konden de familie gerust stellen.

De oorlog maakte het ook de liefdesrelaties moeilijk. Veraf werd het vertrouwen op de proef gesteld en werd de ongerustheid over bedrog groter. Met liefdesverklaringen en amoureuze woordjes moesten de vrijwilligers hun echtgenote of vriendin overtuigen van hun trouw.

Het enige doel van de legioensoldaat was zijn naasten gerust te stellen en hij gebruikte daarvoor dikwijls hetzelfde soort nieuwtjes. Het ging dan om het weer, om opmerkingen bij vorige of nog niet aangekomen brieven, om het landschap, aanstaand verlof en zijn kameraden.

Dit type ‘geruststellende’ correspondentie bevatte geen concrete informatie over politieke of ideologische motivaties. De enige aanwijzing vormde de formule “Heil Hitler” aan het einde van de brief.

De briefwisseling vormde de enige band tussen front en thuis. Om die band te verstevigen gaven de vrijwilligers hun brieven meer ‘gewicht’ door de frequentie of de inhoud ervan. Om zich dichter bij hun naasten te voelen, schreven ze dikwijls dat ze van hen hielden. Ze hadden het ook over hun nostalgie naar het leven in België en herinnerden zich de vele uurtjes in familieverband. Sommigen legden het ook meer aan op een vorm van wisselwerking: ze vroegen om nieuwtjes , stelden vragen over de actualiteit in België , vroegen om brieven, voedingspaketten, tabak of kleren te sturen. Anderen hadden het meer over hun dagelijks leven als soldaat met hun tijdsgebruik en activiteiten, steeds om gerust te stellen en te tonen dat het goed ging ondanks de oorlog.

lettre-legionnaire2.png
Originele legende : Alg. Rijksarchief 2, Archief Krijgshof Brussel , dossier 395/J/46, brief van een vrijwilliger aan zijn ouders, 14 juli 1944.
lettre-legionnaire1.png
Originele legende : Alg. Rijksarchief 2, Archief Krijgshof Brussel , dossier 395/J/46, brief van een vrijwilliger aan zijn ouders, 14 juli 1944.

Bibliografie

• Archives de l’État à Mons, archief Krijgsraad Mons

• Alg. Rijksarchief 2 - Depot Cuvelier, Archief Krijgshof Brussel

• Aᴇʀᴛs, K., et al., Was opa een nazi ? Lannoo, 2017.

• Cɪɢɴᴀʀᴇʟʟᴀ, P., L’expérience du front de l’Est à travers les correspondances des légionnaires wallons, masterverhandeling geschiedenis, Université libre de Bruxelles, Bruxelles, 2024.

• Dᴇ Bʀᴜʏɴᴇ, E., Le corps des officiers belges de la Légion Wallonie, de la Brigade d’Assaut et de la Division Wallonie, La Roche-en-Ardenne, Cercle d’histoire et d’archéologie, Segnia, 2022.

• Hᴜᴍʙᴜʀɢ, M., Das Gesicht des Krieges. Feldpostbriefe von Wehrmachtssoldaten aus der Sowjetunion 1941-1944, Wiesbaden, 1998.

• Hɪɴʀɪᴄʜsᴇɴ, H., Die deutsche Feldpost. Organisation und Ausrüstung 1939-1945, Wölfersheim-Berstadt, Podzun-Pallas, 1998.

Meer weten

274125 Artikels Waals Legioen Plisnier Flore
23444 Artikels Oostfrontvrijwilligers Wouters Nico
Om deze pagina te citeren
Gecensureerde brieven van de Waalse legioensoldaten (De)
Auteur : Cignarella Pauline (Instelling : Historica (ULB))
/nl/belgie-in-oorlog/artikels/gecensureerde-brieven-van-de-waalse-legioensoldaten-de.html