De kleine wereld der striptekenaars
Paul Jamin (1911-1995) en Hergé kenden elkaar al op het Institut Saint-Boniface in Etterbeek, waar ze beiden schoolliepen. Ze lopen elkaar in 1928 opnieuw tegen het lijf op de redactie van Le Petit vingtième, een bijlage van het uitgesproken katholieke XXe siècle. Ze publiceren er talloze illustraties en zijn er ook belast met rubrieken zoals Oncle Jo.
Tekeningen en humor als propagandamiddel
Aangezien het werk van politiek cartoonist hem het meeste aanspreekt, verlaat hij in 1935 Le petit Vingtième en trekt achtereenvolgens naar Le Pays réel, L’oasis, en tussen 1939-1940, L’ouest, een neutraal blad waar hij andermaal de geestelijke vader van Kuifje terugvindt. Paul Jamin beslist nadien om zijn talent ten dienste te stellen van een aantal bladen die de Nieuwe Orde uiterst genegen zijn: Le pays réel en le Brüsseler Zeitung.
Na de bevrijding wordt hij ter dood veroordeeld, maar in 1951 wordt hem gratie verleend. Hij vervoegt de redactie van het extreemrechtse weekblad Pan, opgericht in 1945, waar hij zijn werk met ‘Alidor’ ondertekent.
.jpg)
Originele legende : Zonder originele legende
.jpg)
Originele legende : Zonder originele legende
Bibliografie
Dohet, Julien. “La Caricature Politique Dans La Presse de Collaboration En Belgique Francophone : 1940-1944.” MA Thesis, Université catholique de Louvain, 1997.