Debatten

De twee zijden van de verzetsmedaille

Thema - Verzet - Herinnering

Auteurs : Corthals Michèle (Instelling : Universiteit Antwerpen) - Weyns Babette (Instelling : Universiteit Gent)

michAle-corthals.jpg

Michèle Corthals

Universiteit Antwerpen

Babette Weyns

Babette Weyns

Universiteit Gent

Het verzet is hot. Uitgeverijen, televisiemakers, auteurs en politici - iedereen springt mee op de kar om de herinnering aan het verzet uit de Tweede Wereldoorlog nieuw leven in te blazen. De voorbije maanden publiceerde zowat elke Vlaamse krant een stuk over het verzet. Ook in de plannen voor 8 mei en de eraan gekoppelde bevrijdingsfeesten en andere initiatieven neemt het verzet een prominente plaats in. De nadruk ligt op ‘positieve verhalen’ over ‘de helden van het eerste uur’. Zijn we daarmee op weg naar een nieuwe verzetsmythe? Historici Michèle Corthals (Universiteit Antwerpen) en Babette Weyns (Universiteit Gent) doctoreren beiden over het verzet in België tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn nalatenschap. Vanuit die expertise waarschuwen zij voor overcompensatie in de strijd tegen negatieve stereotypen over het verzet.

Het verhaal over verzetsvrouw Andrée de Jongh 'anders' verteld

Andrée de Jongh
Instelling : Privé collectie M.P. d'Udekem d'Acoz
Oorspronkelijke legende : Andrée de Jongh (1941)

Met de zopas verschenen verzetsnovelle De weg naar San Sebastian wilden auteur Tim Van Steendam en initiatiefnemer Dany Neudt het verhaal over verzetsvrouw Andrée de Jongh ‘anders’ vertellen. Hun werk vormt daarmee volgens hen een noodzakelijke toevoeging aan belangrijke historisch wetenschappelijke werken om de Jongh - en bij uitbreiding het verzet - de plek in onze herinnering te geven die het verdient. Hoewel expliciet gefictionaliseerd, plaatste Knack Focus haar review over het boekje in de categorie non-fictie (1). Dat lijkt misschien een triviale keuze, maar ze is kenschetsend voor de verwarring die de schreeuw om 'meer aandacht voor het verzet' teweegbrengt. Daarbij vervaagt het fundamentele onderscheid tussen de twee zijden van de verzetsmedaille: de geschiedenis van het verzet en de (verbeelde) herinnering eraan. 

Dat de Jonghs verhaal tot de verbeelding spreekt is al langer duidelijk. Al in 1986 kreeg ze een eerste biografie en in 2016 schreef de Belgische historica Marie-Pierre D'Udekem d'Acoz eveneens het levensverhaal van de vrouw neer. Bovendien stelde de Britse voormalige inlichtingsagent Airey Neave het verhaal van The Little Cyclone - bijnaam van de Jongh - te boek, in 2014 vertaald naar het Nederlands als Heldin achter de frontlijn. Door de Europese dimensie in de geschiedenis van de ontsnappingslijn die ze stichtte kent haar Ligne Comète bovendien meerdere (nationale en internationale) verenigingen die de herinnering eraan levend houden. De Jongh is dus zeker niet door iedereen vergeten - we zouden haar zelfs met gemak één van de meest gekende Belgische verzetsmensen kunnen noemen. 

"De vergelijking met de status van het verzet in het 'Franse collectieve geheugen' is niet zo evident als het vaak wordt voorgesteld."

De klassieke vaststelling dat in Vlaanderen de vergeten verzetshelden nooit het monument kregen dat ze verdienen, wordt vaak vergeleken met de prominente plaats die het verzet inneemt in het Franse, Nederlandse of zelfs Waalse 'collectieve geheugen'. Toch is de status van het verzet in het ‘Franse collectieve geheugen’ als streven voor de Belgische casus, niet zo evident als het vaak wordt voorgesteld (2). In Frankrijk kreeg de as van verzetsman Jean Moulin in 1964 een plek in het Panthéon, een symbolisch eerbetoon van president Charles De Gaulle aan een man die de erfenis van het Frans verzet moest vertegenwoordigen. De Gaulle - leider van La France libre tijdens de oorlog - canoniseerde daarmee het verzetsverleden. Hij maakte Moulin tot mythisch symbool voor het eengemaakte Franse verzet waarachter de bevolking zich als één blok had geschaard. Een politiek identitaire interpretatie van het verleden. Franse historici stellen de werkelijke impact van dat 'Gaullisme' op de kennis over het verzet al enige tijd fundamenteel in vraag.

Meer nog, het leverde een interessant debat tussen twee vooraanstaande Franse historici, Henry Rousso en Pierre Laborie over de impact en betekenis van het Résistencialisme. In een poging om tegen de verzetsmythe in te gaan sloeg de slinger namelijk soms te ver door. De deconstructie van de idee dat de Franse bevolking zich als één blok achter het verzet had geschaard, zorgde er ook voor dat er over het verzet enkel nog negatieve elementen werden aangehaald. “Le récit officiel de la période gaullienne, avec comme point d’orgue le transfert des cendres de Jean Moulin au Panthéon en 1964, ne résume pas à lui seul les représentations de la population française », schreef historicus Pierre Laborie al in 1983. Meer recent pleitten Franse verzetshistorici in dezelfde lijn voor een genuanceerde visie op de verzetsgeschiedenis tijdens WOII en de erfenis ervan, in al zijn complexe facetten (3). Een vergelijking met het Franse 'collectieve geheugen' is dus minder eenduidig dan het op het eerste gezicht lijkt. 

In Nederland is een gelijkaardige dynamiek aan de gang. Ook hier moest de herinnering aan het verzet na de bevrijding vooral een patriottisch project zijn. Verzetsmensen waren de “ware Nederlanders, de lijm der natie” (4). Voor complexiteit of nuance was in dat verhaal geen plaats. Dergelijke verheerlijking trekt vooral hen aan die eropuit zijn om het verzet van dit zorgvuldig opgebouwde voetstuk te stoten, wat in Nederland gebeurde in de jaren 1960(5). In november 2022 ontstond er in Nederland ophef over de beslissing van het Verzetsmuseum in Amsterdam om niet langer de term “verzetsheld” te gebruiken, in een poging om een meer inclusief verzetsverhaal te vertellen. Volgens critici zou het museum hiermee het verzetsverleden ‘grijs’ redeneren en de morele betekenis van verzetsdaden onvoldoende benadrukken (6). “Verzetsmensen kunnen een inspirerend voorbeeld zijn, ook zonder heldenstatus. Wij willen niet heroïseren, wij willen juist menselijke kanten laten zien”, reageerde Liesbeth Horst, directeur van het museum, hierop (7). Na de uitzending van ‘Het verhaal van Nederland’ reageerden voormalige verzetsmensen dan weer misnoegd omdat de kijkers een te beknopte en eenzijdige blik op het verzet werd voorgeschoteld. Gelijktijdig verschijnen in Vlaanderen krantenartikels die expliciet op zoek gaan naar ‘de helden van het eerste uur’(8). 

Door het proces van mythologisering en demythologisering kende de beeldvorming en het wetenschappelijke debat over het verzet in Frankrijk en Nederland wel een dynamiek die in België ontbreekt. Een persoonscultus zoals voor Jean Moulin is er nooit geweest en historici hadden geen idealiserende mythes te ontkrachten. Zo’n cultus was er ook niet in Wallonië, waar de naam van collaborateur Léon Degrelle meer herkenning oproept dan die van verzetsman Walthère Dewé – een nuance die Franstalige Belgische historici ook recent in het debat introduceerden.

les_clayes_sous_bois_monument_jean_moulin.jpg
Instelling : Wikipedia
Oorspronkelijke legende : Jean Moulin, mythisch symbool voor het eengemaakte Franse verzet.
Oorlogsmonument
Instelling : Wikipedia
Oorspronkelijke legende : Nationaal monument voor de herdenking van oorlogsslachtoffers op de Dam (Amsterdam)
plaque en hommage à Walthère Dewé
Instelling : Bel-Memorial
Auteursrecht : Bel-Memorial

“In de mythe over Vlaamse collaboratie en naoorlogse repressie vervulde de verzetsman de rol van antiheld”

Publieke beeldvorming over het verleden en zeker mythes die erin vastgeroest zitten kunnen hardnekkig zijn. De beeldvorming over collaboratie en repressie werd al enigszins bijgesteld via de documentaires van Maurice De Wilde. Ook de enorme ruk naar rechts in het Vlaamse politieke landschap begin jaren 1990 veranderde de politieke omgang met het oorlogsverleden. Het was echter pas het onderzoek van sociologen Steven Dhondt en Luc Huyse (Onverwerkt verleden, 1991) en historici Bruno De Wever (Greep naar de macht, 1994) en Koen Aerts (Repressie zonder maat of einde?, 2014) die definitief komaf maakten met mythes over collaboratie en repressie. Het verzet bleef tijdens deze evolutie steeds op de achtergrond, alsof eerst afgerekend moest worden met mythes en taboes over collaboratie vooraleer Vlaamse historici zich aan de verzetsgeschiedenis konden zetten. De Wilde had wel degelijk ook verzetsmensen geïnterviewd, maar hen allerminst een heldenstatus toegekend. De veel recentere ‘Kinderen van’-reeksen, op initiatief van historicus Koen Aerts op Canvas brachten heel wat meer teweeg. ‘Kinderen van het verzet’ deed veel stemmen opgaan voor méér verzetshelden in het straatbeeld en meer aandacht voor de verdiensten van het verzet, kortom 'meer herinnering'. De laatste aflevering van de reeks maakte de kijker immers duidelijk dat in de mythes over Vlaamse collaborateurs als slachtoffer van een meedogenloze anti-Vlaamse repressie, verzetsmensen de rol van antiheld vervulden. De gelijktijdige sterke winst voor partijen als N-VA en Vlaams Belang zetten de eisen voor meer aandacht voor het verzet kracht bij, gezien het verzetsverleden zich vanzelfsprekend gemakkelijk laat inkapselen in een politieke strijd tegen hedendaags (extreem)rechts. Vandaag springen ook schrijvers en uitgeverijen mee op de kar van het verzet en wie weet hebben we binnenkort zelfs twee blockbusters over een Belgisch verzetsverhaal (9).

2019-10-01-kinderen-van-het-verzet-12-van-40.jpg
Oorspronkelijke legende : Kinderen van het Verzet, Canvas.

“Mythes bevecht je met historisch onderzoek. Niet met nieuwe mythes”

Waar in Frankrijk volgens sommige historici de slinger te ver doorsloeg in de demythologisering van het verzet, moeten we ervoor opletten dat hier niet net het omgekeerde gebeurt en we het verzet en haar mensen richting canonisering en mythe duwen. Want mythes bevecht je met fundamenteel historisch onderzoek. Niet met nieuwe mythes. Doen we dat wel, dan vallen we al snel terug in een opbod van positieve en negatieve stereotypen. Wanneer Tom Lanoye tijdens een interview liet vallen dat de helden van het verzet zich niet lenen tot een “spannend, relevant, gelaagd boek”, werd hij tegengesproken door Rik Van Cauwelaert met de vaststelling dat het verzet ook niet altijd “wit en goed” was. “Onderschat de rol van de communisten niet”, voegde hij eraan toe (10). Beide uitspraken toonden meer vooroordelen over het verzet dan begrip ervan. Heel snel vervalt het verzet in een verhaal over helden en antihelden. Aan ons historici om met de soms gehekelde vlag van nuance en complexiteit te zwaaien. “Aandacht vragen voor complexiteit en voor de mogelijke contradicties die ook het handelen van veel verzetsmensen hebben bepaald, hoeft [...] geen nivellering of vergrijzing te betekenen”, zo merkte ook historicus Marnix Beyen recent op (11).

Hoe ziet méér verzetsherinnering eruit en waartoe moet ze dienen? Zoals de negatieve stereotypen over het verzet in het narratief van voormalige Vlaamse collaborateurs niet overeenstemde met de werkelijkheid, dekt ook de inkapseling in een hedendaagse strijd tegen (extreem)rechts niet de diverse lading aan motivaties die verzetsmensen in beweging bracht. Een moraliserende blik op het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog leidt tot afgevlakte personages en verhalen. Dat doet de complexe geschiedenis van het verzet en haar mensen geen recht. Er moet ruimte blijven voor kritische vragen en diepgaand onderzoek naar de diverse motieven, organisaties en persoonlijke trajecten.

“Het verzet hoeft geen onuitputtelijk vat vol canonieke 'helden van het eerste uur' te zijn om relevant te zijn”

’Verzet’ is een verzamelnaam voor een zeer diverse groep van mensen die elk omwille van hun eigen redenen en volgens hun eigen vaardigheden in opstand kwamen tegen de bezetter. Motivaties en verzetsactiviteiten veranderden naargelang de bezetting vorderde. De geschiedenis van het verzet vertelt dus evenzeer een verhaal waarin niet iedereen even moedig was vanaf 'het eerste uur' of waarin sommigen de strijd na verloop van tijd opgaven. Een verhaal van menselijke fouten, waar ook zwaar aan werd getild, in een strijd met een bijzonder fragiele balans tussen voorzichtigheid en risico. Er werden wonderbaarlijke vriendschappen gesmeed, terwijl anderen elkaar na de oorlog nooit meer wilden spreken. De historische én maatschappelijke relevantie zit net in de menselijke - en vaak tegenstrijdige - verhalen achter wie we nu als helden wensen te portretteren. Door louter te zoeken naar verhalen die in het plaatje van 'de held' passen, doen we de geschiedenis van het verzet en haar mensen evenmin recht aan. 

“Zonder onderzoek geen debat, en zonder debat geen herinnering. Je kunt de stappen daarin niet overslaan, anders eindig je met lege herdenkingen”, zo verwoordde historicus Nico Wouters het in 2019 naar aanleiding van de 75-jarige herdenking van het einde van de oorlog (12). In de aanloop naar 8 mei 2023 is het wederom belangrijk hier alert voor te zijn. Door herdenking te verwarren met geschiedenis creëren we een situatie waarin het verschil tussen feit en fictie niet meer duidelijk is - of er ogenschijnlijk niet meer toe doet - zoals in het onthaal van de novelle over de Jongh. Mensen uit het verzet herdenken en eer betuigen is enorm waardevol en belangrijk. Verzetsgeschiedenis levert inzicht in actuele vraagstukken. Maar het verzet hoeft geen onuitputtelijk vat vol canonieke 'helden van het eerste uur' te zijn om relevant te zijn. Met een nieuwe verzetsmythe is niemand gediend. 

Voetnoten

(1) “‘De weg naar San Sebastian’ schetst het verhaal van Andrée De Jong, een kleine held van het groot verzet”, Knack Focus, 5 april 2023. 

(2) “De weerstand tegen het verzet”, De Standaard Weekblad, 18 februari 2023.

(3) Sébastien Albertelli, Julien Blanc, Laurent Douzou, La Lutte clandestine, La Librairie du XXIe siècle, 2019

(4)  “In het vernieuwde Verzetsmuseum is ook plek voor Duitse soldaten”, Trouw, 27 november 2022. 

(5) “Heel gewoon of juist bijzonder? Nieuwe visies op mensen in verzet tijdens de Duitse bezetting van Nederland 1940 – 1945”, conceptvisie onderzoeksprogramma NIOD, 2015.

(6) “Verzetsmuseum slaat door in de zucht naar relativering”, NRC, 1 december 2022. Zie hier ook de verwijzing naar het boek van Nederlands historicus Chris van der Heijden, Grijs verleden. Nederland en de Tweede Wereldoorlog uit 2001

(7)  “In het vernieuwde Verzetsmuseum is ook plek voor Duitse soldaten”, Trouw, 27 november 2022. 

(8) “Buitengewonde daden van gewone mensen: zij waren de eerste helden van het Verzet tegen de nazi’s.”, Het Laatste Nieuws, 5 maart 2023.

(9) Over “le faux Soir” (“Roskam en Schoenaerts verfilmen verzetsverhaal”, De Standaard, 21 februari 2023) en de overval op transport XX (“Een verzetsheld die vast verzet had aangetekend tegen zijn verrijzenis op doek”, De Standaard, 4 april 2023).

(10) “Tom Lanoye en Bruno De Wever: ‘Bij extreemrechts lopen niet toevallig verknipte nichten rond’”, De Morgen, 2 april 2022 en “‘Voor Poetin is alles theater’: Tom Lanoye en Rik Van Cauwelaert over de horror van oorlog”, Knack, 19 april 2022.

(11) Beyen maakte deze opmerking in het discussiedossier van Low Countries Historical Review over de omgang met de Tweede Wereldoorlog: “Uit de egelstellingen. Over wetenschappelijke integriteit, nivellering en kwetsbaarheid”, Low Countries Historical Review, 2022, 2, p. 37.

(12) “Historici moeten hun eigen agenda heroveren”, De Standaard, 11 mei 2019

Bibliografie

Aerts, Koen. “Een verzetsheld die vast verzet had aangetekend tegen zijn verrijzenis op doek.” De Standaard, 4 april 2023. 

Aerts, Koen.  « Repressie zonder maat of einde? » De juridische reïntegratie van collaborateurs in de Belgische Staat na de Tweede Wereldoorlog. Gent: Academia Press, 2014.

Albertelli, Sébastien, Julien Blanc, Laurent Douzou. La Lutte clandestine, La Librairie du XXIe siècle, 2019.

Beyen, Marnix. “Uit de egelstellingen. Over wetenschappelijke integriteit, nivellering en kwetsbaarheid.” Low Countries Historical Review, 2022, 2, p. 37. https://bmgn-lchr.nl/article/v... 

Brinckman, Bart. “De weerstand tegen het verzet.” De Standaard Weekblad, 18 februari 2023. 

De Wever, Bruno. Greep naar de macht: Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde: het VNV, 1933-1945. Tielt - Gent: Lannoo - Perspectief, 1994.

Huyse, Luc en Steven Dhondt. Onverwerkt verleden: collaboratie en repressie in België 1942-1952. Leuven: Kritak, 1991.

Ilegems, Danny. “Tom Lanoye en Bruno De Wever: ‘Bij extreemrechts lopen niet toevallig verknipte nichten rond’.” De Morgen, 2 april 2022. 

Oosterom, Rianne. “In het vernieuwde Verzetsmuseum is ook plek voor Duitse soldaten.” Trouw, 27 november 2022. 

Pauli, Walter. “‘Voor Poetin is alles theater’: Tom Lanoye en Rik Van Cauwelaert over de horror van oorlog.” Knack, 19 april 2022. 

Reynebau, Marc. “Historici moeten hun eigen agenda heroveren.” De Standaard, 11 mei 2019. 

Verhoeven, Erwin. “Buitengewone daden van gewone mensen: zij waren de eerste helden van het Verzet tegen de nazi’s.” Het Laatste Nieuws, 5 maart 2023. 

Verplancke, Marnix. “‘De weg naar San Sebastian’ schetst het verhaal van Andrée De Jong, een kleine held van het groot verzet.” Knack Focus, 5 april 2023.

“Heel gewoon of juist bijzonder? Nieuwe visies op mensen in verzet tijdens de Duitse bezetting van Nederland 1940 – 1945.” conceptvisie onderzoeksprogramma NIOD, 2015. 

“Roskam en Schoenaerts verfilmen verzetsverhaal.” De Standaard, 21 februari 2023. 

“Verzetsmuseum slaat door in de zucht naar relativering.” NRC, 1 december 2022. 


Zie ook

Deze pagina citeren
De twee zijden van de verzetsmedaille
Auteurs : Corthals Michèle (Instelling : Universiteit Antwerpen) - Weyns Babette (Instelling : Universiteit Gent)
https://www.belgiumwwii.be/nl/debatten/de-twee-zijden-van-de-verzetsmedaille.html