fardes-quelles-archives.png
Zelf op onderzoek / De bronnen

Hoofdbestuur Registratie en Domeinen

Auteur : Willems Bart (Instelling : Rijksarchief)

WIE?

De regering oordeelt dat de Belgische Staat van collaborateurs ook een schadevergoeding mag eisen voor de opgelopen materiële of morele schade. Vanaf januari 1945 stelt ze zich daarom burgerlijke partij bij alle vervolgingen wegens economische collaboratie. Hetzelfde gebeurt bij alle andere vormen van samenwerking met de vijand wanneer het om leidinggevende personen gaat of als er sprake is van verrijking door collaboratie. Voor de reeds gevonniste zaken kan de Belgische Staat via de burgerlijke rechtbanken nog een schadevergoeding proberen te bedingen. Het is de bevoegdheid van de minister van Financiën om zich na inlichtingen van het krijgsauditoraat burgerlijke partij te stellen in naam van België. De diensten van het Bestuur van Registratie en Domeinen berekenen de gevraagde schadevergoeding op basis van het gewicht van de zaak, de sociale toestand van de betrokkene en de omvang van de collaborerende daden. 

WAT?

Zodra het krijgsauditoraat het ministerie van Financiën op de hoogte brengt van de ingeleide zaken, legt het Hoofdbestuur Registratie en Domeinen een dossier aan met de code 2/24, getiteld ‘Vervolgingen wegens gemis aan burgerplicht’. Het dossier bevat financiële gegevens die dienen voor de invordering en inning van de schadevergoedingen aan de Belgische staat, maar ook voor de geldboeten, de vordering van de speciale belastingen op de uitzonderlijke oorlogswinsten en een speciale belasting op de leveringen en prestaties ten gunste van de vijand en verbeurdverklaringen uitgesproken in zaken van collaboratie. 

Als de veroordeelde onvoldoende vermogend is om het bedrag van de schadevergoeding af te lossen, kan hij vanaf eind 1950 een akkoord proberen te sluiten met de administratie om slechts een deel van de schadevergoeding te betalen. Bij een gunstig gevolg bevat het dossier documenten over deze ‘transactionele vermindering’. Het is een informele procedure die anticipeert op de wettelijke toepassing van de normalisatiewet van 14 juni 1960. Op basis van die wetgeving maakt het Hoofdbestuur een staat op van de zaken die voor herziening vatbaar zijn. Alle documenten in het kader van de normalisatiewet komen als subdossier in het dossier ‘2/24’ terecht. 

WAAR?

Het Algemeen Rijksarchief in Brussel bewaart de ‘2/24’-dossiers en de normalisatie-wetdossiers opgemaakt door het Hoofdbestuur Registratie en Domeinen.

HOE?

Een alfabetisch geordende steekkaartenreeks maakt de zoektocht op naam van een persoon eenvoudig. Om privacy-redenen kan enkel het personeel van het Rijksarchief deze toegang gebruiken. Bij een herziening in het kader van de normalisatiewet zitten die documenten als subdossier in het ‘2/24’-dossier. De ‘Agenda van de behandelde dossiers’, een register met al die specifiek ingeschreven zaken, navigeert naar het juiste dossier, maar is ook enkel door het personeel van het Rijksarchief te hanteren. Deze vertrouwelijke zoekmethode staat anderzijds geen vrije raadpleging in de weg van zowel de ‘2/24’-dossiers als de normalisatie-wetdossiers, zij het pas nadat de aanvrager een onderzoeksverklaring ondertekend heeft die hem ertoe verbindt de privacywetgeving na te leven.

MEER WETEN?

2998 Artikels Economische collaboratie Luyten Dirk
254316 Artikels Herneming (de) van de naoorlogse Belgische justitie Luyten Dirk
275327 Artikels Straffen - repressie van Haecke Lawrence
163793 Artikels Repressie Aerts Koen
Deze pagina citeren
Hoofdbestuur Registratie en Domeinen
Auteur : Willems Bart (Instelling : Rijksarchief)
https://www.belgiumwwii.be/nl/zelf-op-onderzoek/de-bronnen/hoofdbestuur-registratie-en-domeinen.html