Op zondag 3 september 1944 arriveren de geallieerde troepen in Brussel. De daar nog aanwezige Duitsers gaan ervandoor en steken tijdens hun terugtrekking het justitiepaleis in brand. Dat gigantische gebouw is niet toevallig een doelwit: het torent boven de stad uit en vormt een symbool voor de rechterlijke macht. Bovendien worden er veel waardevolle gerechtelijke documenten bewaard die na de bevrijding van pas kunnen komen bij de berechting van collaborateurs en Duitse oorlogsmisdadigers.
Op zondag 3 september 1944 arriveren de geallieerde troepen in Brussel. De daar nog aanwezige Duitsers gaan ervandoor en steken tijdens hun terugtrekking het justitiepaleis in brand. Dat gigantische gebouw is niet toevallig een doelwit: het torent boven de stad uit en vormt een symbool voor de rechterlijke macht. Bovendien worden er veel waardevolle gerechtelijke documenten bewaard die na de bevrijding van pas kunnen komen bij de berechting van collaborateurs en Duitse oorlogsmisdadigers.
Buurtbewoners en magistraten snellen toe om te redden wat er te redden valt. De monumentale koepel stort in en ook ontploffingen elders in het gebouw richten veel schade aan. Daarbij gaat allerlei documentatiemateriaal verloren. De bureaus en dossiers van diverse gerechtelijke instellingen, uiteenlopend van de politierechtbank tot het Hof van Cassatie, raken gedeeltelijk beschadigd.
Als de brand geblust is, hervatten de magistraten en het andere gerechtelijke personeel hun werk, ondanks de schade. Sommige van hen moeten daarvoor verhuizen naar een ander gebouw. Op 15 september wordt het gerechtelijke jaar plechtig heropend in het justitiepaleis, net als ieder jaar. De magistraten wijken daarvoor wel uit naar een andere zaal dan gewoonlijk. De boodschap is duidelijk: justitie wil na de bevrijding zo snel mogelijk haar traditionele rol opnieuw opnemen.
Cornil, Léon. De Wederopbouw van Het Justitiepaleis Te Brussel. Brussel: Bruylant, 1947.
Janssens de Bisthoven, Roger. Les conséquences juridiques de l’incendie du greffe de la Cour de cassation. Cour de Cassation de Belgique - Discours de rentrée. Bruxelles: Emile Bruylant, 1945.