België in oorlog / Artikels

De instructies van Bern

Auteur : Auwers Michaël (Instelling : Cegesoma/Rijksarchief)

Wat maakt Bern tot een belangrijke plaats in de Belgische geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog? Het was vanuit het Belgische gezantschap in de Zwitserse hoofdstad dat graaf Louis d’Ursel op 12 september 1940 een omzendbrief stuurde die de breuk tussen Leopold III in Brussel en de Belgische regering tot een nagenoeg onoverbrugbare kloof maakte. Maar hoe ontstonden de zogenaamde ‘Instructies van Bern’ en hoe vergrootten ze de afstand tussen Koning en regering? 

De instructies van Bern

De breuk tussen de Koning en de regering dateert van eind mei 1940. Met de capitulatie in het vooruitzicht weigert Leopold in te gaan op de vraag van onder meer premier Hubert Pierlot en Minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak om de strijd aan de zijde van de geallieerden verder te zetten. De Koning blijft in België en de ministers trekken eerst naar Frankrijk en, na lang aarzelen, uiteindelijk naar Engeland. Minister van Koloniën Albert de Vleeschauwer is begin juli de eerste die in de Britse hoofdstad aankomt. Hij wil Belgisch-Kongo volledig ten dienste stellen van de geallieerde oorlogsinspanning. Dat laat hij eind juli ook aan de Koning weten. Leopold en zijn entourage uiten via verschillende kanalen hun ongenoegen over dit beleid. Zo richt graaf Robert Capelle, de secretaris van de Koning, zich eind augustus tot graaf Louis d’Ursel, de Belgische gezant in Bern. D’Ursel stuurt vervolgens naar de Belgische ambassade in Londen een, in de woorden van Jean Stengers, “brutaal” telegram waarin hij de boodschap van de Koning weergeeft.

Na een bezoek van een andere diplomaat uit Leopolds entourage, voormalig Belgisch ambassadeur in Berlijn burggraaf Jacques Davignon, richt d’Ursel zijn fameuze “instructies” aan de Belgische diplomatieke posten. Hij suggereert dat die vanuit het Paleis in Brussel komen en dat aan hem de taak is toevertrouwd ze verder te verspreiden. De instructies beginnen met een expliciete afwijzing van “de these van de regering-Pierlot”: België is niet langer in oorlog met Duitsland en heeft geen alliantie met Frankrijk en Groot-Brittannië. Hetzelfde geldt voor de Belgische kolonie. Aan de Belgische diplomaten in het buitenland vraagt d’Ursel om zich hoffelijk, correct en tactvol op te stellen tegenover hun Duitse collega’s en zich verder enkel nog bezig te houden met administratieve zaken.

 

aa699_52_instructies-van-bern.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : Archieven Hervé de Gruben, AA699/52
Oorspronkelijke legende : Instructies van Bern, 12 september 1940.

De receptie van de instructies

aa699_52_antwoord-van-theunis.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : Archieven Hervé de Gruben, AA699/52
Oorspronkelijke legende : Antwoord van Theunis op de instructies van Bern, New York, 9 october 1940
146440-spaak-et-theunis.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : [The Associated Press Photo] [Inbel - London]
Oorspronkelijke legende : PAUL SPAAK (left) Forein Minister for the Belgian Government in exile in London, is greeted by Belgian Ambassador-at-large George THEUNIS,on the former's arrival in New York. Abcard the clipper. SPAAK went to do U.S. to confer with President Roosevelt.



Bij de diplomaten in het buitenland kan de omzendbrief van d’Ursel op relatief weinig bijval rekening. Alleen de gezanten van enkele minder belangrijke posten Athene en Boekarest scharen zich achter de instructies. Nog op de Balkan komt er vanuit Sofia, bij monde van André Motte, een duidelijke afwijzing van de koninklijke stellingname. In de Verenigde Staten gaat buitengewoon ambassadeur Georges Theunis zelfs regelrecht in de aanval. Met behulp van de jonge diplomaat baron Hervé de Gruben maakt hij brandhout van de instructies. Ze getuigen, zo suggereert Theunis, van een gebrekkig inzicht in de internationaal-politieke machtsverhoudingen: “Vous n’êtes pas complètement au courant du rôle des Etats-Unis dans les affaires internationales ? … Le jour où la carte de l’Europe sera refaite … le destin de notre pays dépendra … du crédit dont il jouit ici”. En is het niet moreel laakbaar om aan de Belgische diplomaten te vragen zich tactvol op te stellen ? Immers, “ce pays nous a envahi … par félonie, … ses troupes ont tué nos hommes, nos femmes et nos enfants, … ravagé le pays, (et) font encore aujourd’hui peser sur lui une occupation militaire …” Het antwoord van Theunis kent ook een zekere verspreiding in het bezette land, waar onder meer leden van de economische elite en ook Prins Karel in besloten kring hun bewondering uiten.


Maar uiteindelijk telt vooral het antwoord van de ministers in Londen. De Vleeschauwer heeft ondertussen het gezelschap gekregen van Minister van Financiën Camille Gutt en samen met de Belgische ambassadeur, baron Emile de Cartier de Marchienne, stellen zij eerst een diplomatisch en nadien een meer emotioneel antwoord op. D’Ursel wil echter niet inbinden. Hij doet dat ook niet nadat Spaak in de Britse hoofdstad aankomt, op de hoogte wordt gebracht, en de diplomaat terechtwijst.


In plaats van d’Ursel onmiddellijk uit Bern terug te roepen, wat de breuk met de Koning zou bevestigen, stuurt Spaak echter eind november, vlak na het bezoek van Leopold aan Berchtesgaden, een omzendbrief op aan de Belgische gezantschappen en ambassades. Die bevat ruime directieven die vertrekken vanuit de stelling dat er dan wel geen juridische alliantie bestaat tussen België en Groot-Brittannië, maar niettemin een morele band en een feitelijke solidariteit. Hij somt ook een twaalftal beleidsprincipes op. De meest opmerkelijke zijn dat de Koning vanuit het bezette land in de onmogelijkheid is om te regeren, een herhaling dus van de “resolutie van Limoges” van eind mei 1940, en dat de regering daarom vanuit Londen de strijd aan de zijde van de geallieerden verderzet. De regering handelt volgens Spaak niet tegen de Koning, wel integendeel: trouw zijn aan de Koning betekent net gehoorzaam zijn aan de regering. De ordewoorden zijn dan ook alle hulp bieden aan Groot-Brittannië “pour une Belgique indépendante et pour un roi libre.”

De kloof tussen Koning en regering

D’Ursel gaat echter niet mee in de fictie die Spaak hier creëert en vraagt zijn minister onomwonden of die hem echt wil verplichten om ongehoorzaam te zijn aan de Koning. Die ligt vanwege Berchtesgaden echter onder vuur vanuit Londen en Washington, waar Churchill en Roosevelt zich uiterst misnoegd tonen. Nu aarzelt Spaak niet om de diplomaat terug te roepen. D’Ursel koppelt terug naar het Paleis en dit keer belooft hij dat hij de instructies van de regering loyaal zal opvolgen. Voor Spaak is dit voldoende om de man voorlopig toch op zijn post te laten zitten. Hij beseft immers dat Leopold en zijn entourage niet meer volharden in hun pogingen om de Belgische diplomaten aan te zetten een neutrale houding aan te nemen. Nu d’Ursel niet langer fungeert als mondstuk van de Koning, is de breuk tussen Leopold en de regering werkelijk een kloof geworden. Voortaan negeert de Koning zijn ministers.

163991
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Auteursrecht : Rechten voorbehouden
Oorspronkelijke legende : Léopold III, s.d.

Bibliografie

Dumoulin, Michel, Spaak, Bruxelles: Racine, 1999.

Stengers, Jean, Léopold III et le gouvernement : les deux politiques belges de 1940, 2e édition augmentée, Bruxelles: Racine, 2002.

Velaers, Jan en Herman Van Goethem, Leopold III: de Koning, het Land, de Oorlog, Tielt: Lannoo, 1994.

Deze pagina citeren
De instructies van Bern
Auteur : Auwers Michaël (Instelling : Cegesoma/Rijksarchief)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/de-instructies-van-bern.html