De gerechtelijke procedure voor de Duitse krijgsraden zoals die na mei 1940 in bezet België ingang vindt, verloopt volgens de bepalingen van de Kriegsstrafverfahrensverordnung (KStVO). Deze verordening is in september 1939 in het Duitse staatsblad gepubliceerd en moet in oorlogstijd de bestaande gerechtelijke procedure vereenvoudigen. Het streefdoel van de KStVO is de krijgsraden sneller te laten vonnissen, zodat de belangen van de militaire overheid beter gevrijwaard kunnen blijven. Alle elementen die een snelle veroordeling in de weg staan, worden aangepakt. Zo is de aanwezigheid van een advocaat op de rechtszitting nog enkel verplicht wanneer de beklaagde de doodstraf riskeert. Bovendien ontneemt de KStVO een veroordeelde het recht om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van een militaire rechtbank. Typerend voor de juridische procedure is de centrale positie van de militaire bevelhebber: als Gerichtsherr vordert hij onderzoeksdaden, stelt hij de krijgsraad samen en controleert hij na het proces of het uitgesproken vonnis wel rechtskrachtig is.

Auteursrechten : Dimitri Roden
Weblegende : Schematische voorstelling van de strafrechtelijke procedure in bezet belgië (tot juli 1944). In: Roden, Dimitri. “"In Naam van Het Duitse Volk!” Het Duitse Krijgsgerecht En de Openbare Orde in Bezet België (1940-1944).” Ph.D. Thesis, Universiteit Gent, 2015, p. 88.
Naast de traditionele rechtszitting beschikt de bezetter ook over de mogelijkheid om minder prioritaire zaken te beslechten met een Strafverfügung. Deze versnelde gerechtelijke procedure laat de Gerichtsherr toe een verdachte te bestraffen met een geldboete of een gevangenisstraf tot zes maanden, zonder dat de verdachte hierbij voor een krijgsraad is verschenen. Na de veroordeling heeft de verdachte drie dagen de tijd om mondeling of schriftelijk beroep aan te tekenen tegen de uitspraak. Doet hij dit niet of te laat, dan beschouwt de bezetter de Strafverfügung als definitief, wat leidt tot een onmiddellijke uitvoering van de opgelegde straf. Tekent de veroordeelde verzet (Einspruch) aan binnen de wettelijk voorziene termijn, dan geldt het document voortaan als akte van inbeschuldigingstelling. De militaire bevelhebber kan vervolgens bijkomende onderzoeksdaden vorderen of de zaak meteen verwijzen naar een door hem samengeroepen krijgsraad. Deze versnelde gerechtelijke procedure moet de krijgsraden ontlasten door de minder prioritaire strafzaken aan de militaire bevelhebber toe te vertrouwen. Voortaan kan hij van achter zijn bureau een geldboete of een gevangenisstraf tot drie maanden opleggen, zonder dat hij hierbij de uitspraak van een rechtbank moet afwachten.

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : A. Fraiteur - M. Raskin - A. Bertulot.
Weblegende : Proces van Arnaud Fraiteur, Maurice Raskin en André Bertulot, die een aanslag pleegden tegen Paul Colin in april 1943. Dat proces wordt gebruikt door de Duitse propaganda. Voor de eerste en enige maal, wonen journalisten het proces bij. De foto’s, die ruim verspreid werden tonen aan dat elke vorm van geweld vanaf dan streng gestraft zal worden. Na een overhaast proces, worden de drie partizanen opgehangen.

Auteursrechten : DG Oorlogsslachtoffers
Weblegende : Bekrachtiging door Alexander von Falkenhausen van het vonnis in de moord op Paul Colin door verzetslieden Bertulot, Fraiteur en Raskin. FOD Sociale Zekerheid – DG Oorlogsslachtoffers, Rap. 497 tr. 6719, ‘Liste über Bestätigung und Aufhebung von Urteilen’, BAL 11.

Collectie : Actualit
Auteursrechten : CegeSoma
Originele legende : De gevangenis van Sint-Gillis in Brussel
Weblegende : Gang in de gevangenis van Sint-Gillis in 1939. Tijdens de oorlog blijft de gevangenis functioneren. Sommige afdelingen worden opgeëist door de Duitse bezetter om er bepaalde gevangenen in op te sluiten.
Bibliografie
Roden, Dimitri. “"In Naam van Het Duitse Volk!” Het Duitse Krijgsgerecht En de Openbare Orde in Bezet België (1940-1944).” Ph.D. Thesis, Universiteit Gent, 2015.
Roden, Dimitri. “Van Aanhouding Tot Strafuitvoering. De
Werking van Het Duitse Gerechtelijke Apparaat in Bezet België En
Noord‑Frankrijk (1940-1944).” Cahiers d’Histoire Du Temps Présent/Bijdragen Tot de Eigentijdse Geschiedenis 22 (2010): 113–60.