titre.png
België in oorlog / Artikels

Museum van de Weerstand (Het)

Thema - Verzet

Auteur : Graceffa Agnès (Instelling : Museum van de Weerstand)

Op 6 juni 1972 werd te Brusssel een “Museum van de Weerstand” geopend. Het was een samenwerkingsproject van oud-verzetsleden en vormde de eerste museografische ruimte in haar soort in België. Bijna dertig jaar na de oorlog wilden deze vrouwen en mannen de herinnering aan en de voortzetting van hun strijd in een dynamische en geëngageerde context plaatsen: strijd tegen extremismen en fascistische oprispingen, verdediging van de vrede, van de mensenrechten en de vrijheden. Het project had nauwe banden met de verzetsbeweging Onafhankelijkheidsfront (OF) waarvan de zetel – gekend als Huis van de Weerstand, naar de gelijknamige vzw opgericht in 1946 – ook het nationaal bureau en het archief herbergde. 

Een plek met een geschiedenis : de fotogravure-atelier van de drukker Pierre Lauwers

De plaats van het museum was geen toeval : midden in de volkswijk Kuregem te Anderlecht, dicht bij het Nationaal Monument voor de Joodse martelaren van België dat twee jaar eerder was ingehuldigd om de slachtoffers van de Shoah te eren. Het gebouw aan de Van Lintstraat 14 was door de familie Lauwers overgedragen aan het Huis van de Weerstand om er het nationaal bureau van het OF te vestigen (vroeger in de Willem de Zwijgerstraat ). Het combineerde een herenhuis aan de straatzijde en een semi-industriële fotogravure-atelier aan de achterzijde en bood dus plaats genoeg voor het project. Overigens kon het bogen op een historische dimensie : de vroegere eigenaar ervan, Pierre Lauwers, werkte aan de matrijzen voor de zgn. “Faux Soir” van 9 november 1943, een van de grote emblematische verzetsacties, tegelijk provocatie en satire. 

maison-011.jpg
Instelling : Museum van de Weerstand
Oorspronkelijke legende : Oorspronkelijke zetel van het Museum van de Weerstand, Anderlecht

Een hoofdrol voor het Onafhankelijkheidsfront

salle-1.jpg
Instelling : Museum van de Weerstand
Oorspronkelijke legende : Zaal 1, Museum van de Weerstand, Van Lintstraat, Anderlecht
salle-3.jpg
Instelling : Museum van de Weerstand
Oorspronkelijke legende : Zaal 3, Museum van de Weerstand, Van Lintstraat, Anderlecht.

Sinds zijn oprichting in 1941 wilde het Onafhankelijkheidsfront representatief zijn voor alle verzetsgroepen, ongeacht hun politieke overtuiging. De nauwe band met de clandestiene Kommunistische partij zorgde echter voor problemen in dit verband. Na de bevrijding werd het OF gemarginaliseerd door zijn verzet tegen de ontwapening van de weerstand op bevel van de regering in november 1944 en de context van de Koude Oorlog. In het begin van de jaren 1970 bleef het echter actief m.n. via zijn sociaal netwerk voor oud-leden van het verzet en hun families (‘Solidariteit’) en zijn politieke lobbying samen met de Internationale Federatie van het Verzet (FIR, Fédération internationale de la Résistance). Ook telde het nog een hele trits regionales met duizenden leden. Het voormalige sluikblad Front bleef verschijnen als weekblad, later als driemaandelijks tijdschrift. 






De opening van een museum gewijd aan het verzet gebeurde duidelijk met een ‘moreel’ doel: de herinnering. Ze viel samen met de nieuwe belangstelling voor het patrimonium die men in heel Europa kon vaststellen. Het vormde ook een middel om het archief van het Huis van de Weerstand te valoriseren : een rijke verzameling sluikpers en reeksen documenten van tijdens oorlog en bevrijding. Het ging om actieverslagen, epuratiedossiers maar ook om documenten van de Duitsers en van de Jodenvereniging in België. 



 

Oproepen om voorwerpen en documenten te schenken, resulteerden in een meer volledige collectie die toeliet het publiek een globale situering van het verzet en van de Duitse repressie in België te tonen. De grote zaal op het gelijkvloers was gewijd aan de vele aspecten van het verzet: sluikpers, gewapend verzet, burgerlijk verzet, hulp aan werkweigeraars, inlichtingendiensten, ontsnappingsnetwerken, hulp aan slachtoffers van raciale vervolging. Eerst zagen de bezoekers enkele poppen in militair uniform, in gevangenenpak of in burgerkledij. Verschillende uitstalramen toonden materiaal om te drukken, sluikpers en vlugschriften, voorwerpen voor sabotage, zendapparatuur en spionagefotografie, wapens , uniformen en militair materiaal maar ook persoonlijke objecten, brieven en herinneringskunst. Achteraan in de crypte (sanctuarium) bevonden zich een tiental dodenurnen met asse en aarde uit concentratie- en uitroeiingskampen. Naast de bibliotheek stelde een klein lokaaltje een clandestiene radiozendpost voor. Op verscheidene tekstpanelen vond men originele documenten, persknipsels en kopieën. Deze bestonden in verschillende exemplaren die konden uitgeleend en tentoongesteld worden. 

Een representativiteit gehinderd door de banden met de USSR

De voortzetting van het project kwam in het gedrang door de politieke stellingnames van het Onafhankelijkheidsfront en zijn onbestaand œcumenisme, door de aard van het samenwerkingsmodel en het geleidelijke verdwijnen van zijn historische leden . Om het geheel te redden werd er meermaals toenadering gezocht tot het Koninklijk Legermuseum. Het idee uit 1985 om de hele collectie naar het Halfeeuwfeestpaleis zelf over te brengen, werd niet weerhouden. Het Museum nam wel zeer actief deel aan de grote tentoonstellingen gewijd aan het verzet, m.n. aan “Ik was 20 in 1945” georganiseerd ter gelegenheid van de 50e verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog.

 

Maar vooral koos men voor een enge samenwerking met de instellingen van de culturele sovjet (later Russische)-diplomatie. Die bestond sinds lang: al in 1959 riep de diplomatieke vertegenwoordiging van de USSR in België de hulp in van het OF om Russen in het Belgisch verzet en hun eventuele begraafplaats te identificeren. Vanaf 1968 werd dan systematisch gezocht naar Belgische partizanen die tijdens de oorlog sovjetburgers hadden geholpen. Meer dan duizend Belgen werden in die context vereremerkt.

 

Die goede samenwerking tussen het Museum en de sovjetvertegenwoordigers mondde in 1987 uit in de opstelling van een “afdeling Heldhaftige Strijd van het Sovjetvolk tegen de nazis” in de museale ruimte. Die afdeling, officieel “Zaal van de Grote Vaderlandse Oorlog”, werd geschonken door het sovjetministerie van Cultuur en door de ambassade opgesteld in een vrije ruimte op de eerste verdieping. Een strategische plaats : men moest er langs om de grote vergaderzaal te bereiken waar voordrachten, tijdelijke tentoonstellingen en vaderlandslievende plechtigheden plaatsvonden. De afdeling kreeg een strakke vormgeving, moderner dan de rest van de vaste tentoonstelling en combineerde verschillende soorten representaties: foto’s, getuigenissen, affiches, militaire en burgerlijke poppen, militaria en kleine voorwerpen, herdenkingsartefacten. De technologische dimensie was nieuw: drie grote retroverlichte panelen met de voorstelling van resp. de kaart van de verzetsgroepen en de grote sabotages op sovjet-grondgebied, de slag om Stalingrad en zijn chronologie en de opmars van de geallieerde troepen in Europa van 1943 tot mei 1945. Een zuil herinnerde aan de het offer van 27 miljoen sovjetburgers en –militairen tijdens het conflict. 


 

salle-russe.png
Instelling : Museum van de Weerstand
Oorspronkelijke legende : Zaal van de Grote Vaderlandse Oorlog, Museum van de Weerstand, Van Lintstraat, Anderlecht
1669796603343blob.png
Instelling : Museum van de Weerstand
Oorspronkelijke legende : Zaal van de Grote Vaderlandse Oorlog, Museum van de Weerstand, Van Lintstraat, Anderlecht

Sluiten of zich heruitvinden ?

Begin jaren 2000 werd een wetenschappelijke discussie opgestart i.s.m. het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Maatschappij (CegeSoma) en het Institut d'histoire ouvrière économique et sociale (IHOES). Het resulteerde in twee onderzoeksprogramma’s n.a.v. de zestigste verjaardag van de bevrijding. Het eerste betrof de geschiedenis van het OF, het tweede de modernisering van het Museum . Het kreeg de naam ‘Museum van het Verzet in België’. Voor het publiek kwamen er twee kleine nieuwe zalen gewijd aan de verzetsvrouwen en aan de Spaanse burgeroorlog.

 

Een nieuw plan voor de overbrenging van collecties, archief en bibliotheek naar het Halfeeuwfeestpaleis in 2003 ging uiteindelijk niet door. Wel werd een deel van het archief in bewaring gegeven aan, enerzijds bij Kazerne Dossin (bestand Jodenvereniging in België), anderzijds bij het CegeSoma (een deel van het historische archief van het Onafhankelijkheidsfront, o.a. de sluikpers). De rest blijft met de erkenningsdossiers (Patriottische Milities en Gewapende Partizanen) in de Van Lintstraat waar deze door afstammelingen van verzetslui en onderzoekers kunnen geraadpleegd worden. Het overlijden van nationaal secretaris van het OF Michel Vanderborght in 2010 betekende het einde van een tijdperk, dat van de rechtstreekse getuigen van het verzet.

 

Een kleine ploeg poogde het goede werk niet verloren te laten gaan. Het was duidelijk dat het niet meer voldeed aan de verwachtingen van het publiek. Voor de broodnodige opfrissingswerken kon een conventie met de gemeente Anderlecht afgesloten worden. In 2018 werd de bouwwerf opgestart. Het nieuwe project “Huis van het Verzet” blijft trouw aan de oorspronkelijke doelstelling maar nu via een verschuiving van de historische problematiek naar de hedendaagse uitdagingen en met een pedagogische aanpak rond vooral het thema van het engagement.

Naast de vaste tentoonstelling over het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt er gewerkt aan een interactieve en ludieke ruimte “Verzetsfabriek” die een transversale en filosofische aanpak privilegieert. Parallel met de bouwwerf wordt actief naar giften en getuigenissen gezocht om de collectie te verrijken. Bedoeling is het publiek een representatief beeld te geven van alle verzetsgroepen en netwerken in België dat kadert met de oorspronkelijke bedoeling van het Onafhankelijkheidsfront: nationale eenheid. Het nieuwe museum zou moeten openen in de winter 2023-2024.

Bibliografie

Graceffa, Agnès, Triffaux, Matthieu, « Des partisans russes dans le FI : documents, artéfacts et choix mémoriels au Musée de la Résistance de Belgique ». In : Thierry Grosbois (dir.), Résistances contre le nazisme, maquisards et partisans sur le front occidental et soviétique, Latvia, 2020, p. 143-200.

Fabrice Maerten (dir.), Was opa en held ? Speuren naar mannen en vrouwen in het verzet tijdens WOII, Tielt, Lannoo, 2020).

Timmerman, Jorg, Inventarisering van het archief van het Onafhankelijkheidsfront berustend in het Huis van het Verzet – Nationaal Museum van de Weerstand, VUB/UGent/KUL. Interuniversitaire Gespecialiseerde Opleiding in Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer, 2005.

Deze pagina citeren
Museum van de Weerstand (Het)
Auteur : Graceffa Agnès (Instelling : Museum van de Weerstand)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/museum-van-de-weerstand-het.html