entate-llb.jpeg
Originele legende : La Libre Belgique
België in oorlog / Artikels

La Libre Belgique (Peter Pan)

Thema - Verzet

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)

Om deze pagina te citeren




La Libre Belgique-Nouvelle série de guerre, bij historici beter gekend als La Libre Belgique "Peter Pan" (het pseudoniem van een van de eerste opstellers) ontstond in Brussel in de zomer van 1940 in het kielzog van zijn beroemde voorganger van tijdens de Grote oorlog. Dit voormalig sluikblad uit een bepaald conservatief Brussels milieu en onder invloed van de familie Jourdain, poogde van 1915 tot 1918 het civisme van de Belgen een boost te geven en de Duitse bezetter in de maling te nemen. Zijn geestelijke erfgenamen wilden hetzelfde doen, maar aangepast aan de nieuwe omstandigheden en mogelijkheden die hun sociaal milieu hun bood.

soma_bg301_1942-07-21_01_030-00001(2).jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : La Libre Belgique (21 juli 1942)
 

Verzet in Brusselse katholieke kringen

paul-struye.png
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : Paul Struye, CVP-politicus (1965)





La Libre Belgique dankte zijn ontstaan aan twee Brusselse katholieke advocaten, Robert Logelain ("Peter Pan") en Paul Struye ("Scipion l’Africain"). De eerste editie rolde van de persen van de Bank van Brussel, van de holding Brufina. Financiële en morele steun kwam van de katholieke, monarchistische en francofone bourgeoisie. Zij waren steunpilaren van de traditionele liberale samenleving, inclusief het parlementarisme. Flamingantisch Vlaanderen kwam in het sluikblad nooit aan bod.

Aanvankelijk verscheen La Libre Belgique maandelijks als stencil met een in 1940 bescheiden oplage van 1000 tot 3000 exemplaren. Die steeg vanaf de lente 1941 toen het blad echt gedrukt werd en zijn informatiekanalen en verspreiding groter werden. In april 1942 evolueerde het naar een tweemaandelijkse publicatie van vier tot acht bladzijden, soms met foto’s en karikaturen . De oplage bedroeg nu ettelijke tienduizend exemplaren met een verspreiding door honderden vrijwilligers die het risicovolle transport zowel in de hoofdstad als in de provincies op zich namen.

Het lezerspubliek, vooral uit de kleine burgerij en middenklasse, lette vooral op de kwaliteit en de actualiteit van de berichtgeving. De ploeg van het blad die banden had met de inlichtingendienst Zero, stond in contact met Londen. Het waren monarchisten die voorstander waren van koning Leopold en de dynastie, maar die ook de regering-Pierlot te Londen legitiem achtten. Zij wensten voor het einde van de bezetting niet over de toekomst van het land te praten. Zij verwierpen elke vorm van collaboratie met de bezetter. Leon Degrelle, Staf De Clercq en in mindere mate Gerard Romsée vormden hun schietschijf en ze aarzelden niet vanaf 1943 het gewapend verzet aan te moedigen. Toch was deze gedurfde clandestiniteit niet zonder risico.

Blootgesteld aan voortdurende vervolging

De repressie door de bezetter spaarde de opstellers, verspreiders en drukkers van de clandestiene "Libre" niet. De door de vijand achterna gezeten directeurs volgden zich snel op: Fernand Kerkhofs (april 1941-zomer 1941), William Ugeux, oud-directeur van de XXème Siècle en leidende figuur van Zero (zomer 1941-februari 1942), en Mathieu De Jonge, aangehouden in februari 1943. Daarna was het aan de advocaat Michel De Brabandere. Toen was medeoprichter Logelain al eind 1941 opgepakt door de Duitse politie. Ook verschillende drukkers zaten achter de tralies zodat het sluikblad Brussel ijlings moest verlaten. Het werd vanaf dan gedrukt in Namen (juni 1942-maart 1943) en in Luik (van april 1944 tot aan de bevrijding). Uiteindelijk zouden 176 mensen, vooral drukkers en verdelers, hun engagement met hun leven betalen.

libre.png
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Originele legende : La Libre Belgique clandestien. Foto genomen in 1944 in de clandestiene drukkerij, Sint-Gillisstraat 87, en ontwikkeld na de bevrijding

Maar een groot succes…

Ondanks de arrestaties slaagde La Libre Belgique er steeds weer in regelmatig te verschijnen, soms ondanks een zekere vertraging. In totaal werden 88 nummers gepubliceerd wat van La Libre Belgique-Peter Pan het meest beroemde sluikblad in het Franstalig taalgebied maakte.

Na de bevrijding kwam de publicatie triomfantelijk terug als dagblad. Bekend als "Lola" tijdens de bezetting werd het nu ironisch herdoopt in "Léopoldine". Voor de hoofdredactie was de tijd van de nationale eenheid voorbij en kon de strijd voor “Koning en Vaderland” beginnen.

Bibliografie

Etienne JOSSE, Dirk MARTIN, Yannick HOSTIE, Jacques WYNANTS, Guide de la presse clandestine de Belgique, Brussel, CREHSGM, 1991.

Louise DE LANDSHEERE, Les mémoires de Louise De Landsheere. De la Résistance à la marche de la mort, Brussel, Collet, 1989.

Etienne VERHOEYEN, Belgie bezet 1940-1944: een synthese, Brussel, BRTN, 1993.

Om deze pagina te citeren
La Libre Belgique (Peter Pan)
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)
/nl/belgie-in-oorlog/artikels/la-libre-belgique-peter-pan.html