België in oorlog / Artikels

Vervolging van homoseksuelen en lesbiennes in België tijdens WOII (De)

Thema - Bezetting - Herinnering

Auteurs : Wouters Nico (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief) - Roden Dimitri (Instelling : Cegesoma/Rijksarchief/UGent)

Om deze pagina te citeren

Er bestaan veel mythes en onduidelijkheden over de vervolging van mensen omwille van hun seksuele geaardheid door de Nazi’s in bezet België tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Vervolging in Nazi-Duitsland





Al voor de machtsovername van de Nazi’s, stond homoseksualiteit in het Duitse strafrecht. In 1935 past het Naziregime het bestaande artikel 175 uit het strafwetboek aan, waardoor niet alleen sodomie (widernatürliche Unzucht) maar ook elke andere ontuchtige handeling tussen volwassen mannen met een gevangenisstraf kan worden bestraft. Ook de strafmaat wordt verscherpt (§ 175a). Daarnaast worden ook andere wetten en verordeningen voor de bestraffing van zedendelicten gebruikt. Vooral het militair strafrecht is belangrijk voor bezette gebieden: het in november 1939 ingevoerde §5a Kriegssonderstrafrechtsverordnung laat toe om zedendelicten (inclusief alle homoseksuele handelingen) door Duitse militairen te bestraffen, tot zelfs de doodstraf. Tussen 1 september 1939 en 30 juli 1944 veroordelen de Duitse krijgsraden zo’n 7.000 personen voor zogenaamde ‘tegennatuurlijke ontucht’ (‘widernatürliche Unzucht’). Voor lesbiennes waren de Nazi’s overigens veel toleranter. Het werd afgekeurd maar in de praktijk stilzwijgend geaccepteerd. Het werd vooral een probleem wanneer de natuurlijke opdracht van een vrouw – kinderen baren – in gevaar kwam.

art-175-texte.jpg
Instelling : https://alchetron.com/Paragraph-175
Originele legende : Paragraaf 175, aangenomen in 1871, is de wettelijke basis voor de repressie van homoseksualiteit.

Vervolging in bezet België?

duys-ano-1.jpg
Instelling : Dienst Oorlogsslachtoffers/Rijksarchief
Originele legende : Vonnis in de zaak Jules, 22 april 1942
duys-ano-2.jpg
Instelling : Dienst Oorlogsslachtoffers/Rijksarchief
Originele legende : Vonnis in de zaak Jules, 22 april 1942






Seksuele handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht, stond voor de oorlog niet in het Belgische strafrecht. Bij de Duitse bezetting van België, werd het militaire strafrecht van kracht in België. De algemene Duitse strafwetgeving was in principe ook van kracht in bezet België, maar werd voor zover we kunnen afleiden enkel in de Duitssprekende gebieden in Oost-Duitsland (die bij het Derde Rijk geannexeerd werden) ook echt toegepast. Welke concrete aanwijzingen zijn er?

Een systematische analyse van alle beschikbare Duitse en Belgische bronnen leverde slechts enkele casussen op van Belgen die voor het misdrijf ‘Ontucht tussen mannen’ zijn bestraft. In de ruim tienduizend opsluitingdossiers die bewaard werden bij de Dienst Archief Oorlogsslachtoffers zijn er drie dossiers van Belgen die zijn vervolgd of bestraft voor het schenden van het Duitse strafwetartikel §175. Slechts één van deze drie dossiers bevat ook een motivatie. Het gaat om het geval van Jules D., een 40-jarige Brusselaar die werkte in  loondienst van een Duitse wapenwerkplaats. Tegen hem vindt op 22 april 1942 een proces van start wegens financiële fraude. Tijdens het onderzoekt komt een seksueel incident naar boven tussen Jules D. en een anonieme Duitse militair. Het vonnis in deze zaak, verwijst naar een nota van de Duitse Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst (Sipo-SD) met verwijzing naar een instructie dat homoseksuelen in bezet België en Noord-Frankrijk niet vervolgd moeten worden (dat artikel 175-175a van de Duitse strafwet in bezet België dus niet moet worden toegepast). Deze Belgische man wordt uiteindelijk wel veroordeeld, maar niet voor zijn vermeende homoseksualiteit.

Uit de analyse van de Personalakten komen slechts enkele andere sporen van veroordelingen in België naar boven. Op 7 mei 1942 veroordeelt de krijgsraad van de Gentse Oberfeldkommandantur een 25-jarige Gentenaar tot twee jaar en drie maanden gevangenis wegens homoseksuele betrekkingen, wat hem een verblijf in de strafinrichting van Wolfenbüttel oplevert. Diezelfde militaire rechtbank bestraft op 25 maart 1943 de Gentse stadsbeambte Lucien D.M. tot acht maanden cel omdat hij mannen in Duitse dienst seksueel benaderd zou hebben.

Uit deze enkele gevallen, blijkt dat de bezetter alleen maar Belgen vervolgd voor homoseksuele handelingen als zij de feiten in Duitse dienst hebben gepleegd of ze bij hun handelingen ook leden van de Wehrmacht hebben betrokken. Dat wordt trouwens bevestigd door een actie van midden april 1941 van de Geheime Feldpolizei. Deze Duitse politiedienst observeerde toen het Luikse café ‘Les Caves du Nord’, dat bekend stond als een trefpunt voor homoseksuelen. De aanleiding voor het onderzoek was het gerucht dat ook leden van de Wehrmacht het etablissement bezochten. Maar toen de Duitse politie vaststelde dat het publiek van het café vooral uit Belgische jongeren bestond, zette ze haar onderzoek meteen stop.

Dat gedoogbeleid wordt bevestigd door de Liste über Bestätigung und Aufhebung von Urteilen (BAL), eigenlijk de lijst met alle in bezet België en Noord-Frankrijk uitgesproken vonnissen. Dit register bevat gegevens over vijf bijkomende strafzaken die tussen april 1943 en augustus 1944 voor de rechter zijn gekomen. Minstens vijf van de zeven veroordeelden zijn Duitse militairen of Belgische collaborateurs in Duitse dienst. Onder hen Albert G. en Marcel D., twee Waalse Wachters die op 4 januari 1944 door de krijgsraad van de Oberfeldkommandantur 520 tot respectievelijk zes maanden gevangenis en vier weken verscherpt arrest zijn veroordeeld. Overigens blijkt uit ditzelfde register dat Militärbefelshaber Alexander Von Falkenhausen mild was voor dit soort feiten en soms veroordelingen annuleert. Ook in de geannexeerde gebieden van Duitstalig Oost-België, lijkt deze vervolging nooit systematisch te hebben plaatsgevonden. Hoewel niet uitgesloten is dat er in de door het Derde Rijk geannexeerde Duitstalige gebieden in Oost-België nog enkele individuele gevallen gevonden kunnen worden, toont exhaustief bronnenonderzoek aan dat er voor heel België in totaal slechts zeven veroordelingen bekend zijn. In vijf van deze zeven gevallen, ging het om Duitse militairen of Belgische collaborateurs in Duitse dienst.

Mythes en beeldvorming

De laatste twintig jaar waren er soms tegenstrijdige maatschappelijke signalen rond het thema.

In september 1977 trachtten enkele militante leden van de Rooie Vlinder en het Roze Aktiefront, belangenverenigingen van wat toen de holebi’s heetten, een plaats op te eisen in de jaarlijkse herdenkingen in het nationaal memoriaal van het Fort van Breendonk. In de daaropvolgende jaren zou de holebi-beweging een soort parallelle herdenking blijven organiseren. Geleidelijk werd de herinnering aan WOII actiever ingeschakeld om de actuele vervolging en uitsluiting van holebi’s in het België van de jaren 1970-1990 aan te klagen. In 2001 dienden drie volksvertegenwoordigers een resolutie voor een ‘erkenning van homoseksuele slachtoffers van het nazisme’ in België. Opvallend genoeg, leidde deze resolutie toen tot protest vanuit de holebi-beweging zelf, die in opiniestukken in Le Soir en De Standaard erop wees dat er nooit een vervolging van holebi’s was geweest in bezet België. Pas wanneer het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk zich herdoopte tot een herdenkingsplaats voor mensenrechten in ruimere zin, werd in 2004 een vertegenwoordiger uitgenodigd van de holebi-gemeenschap. Dit was geen bevestiging van de nazi-vervolging van holebi’s in bezet België of de opsluiting van holebi’s in het concentratiekamp van Breendonk tijdens WOII, maar wel een actualisering van het begrip mensenrechten.

In 2007 werd in Verviers een monument opgericht om de actuele discriminatie van holebi’s aan te klagen. Om die boodschap kracht bij te zetten, maakte dit monument in de visuele beeldtaal expliciete referenties naar de concentratiekampen tijdens WOI. Concrete voorbeelden van vervolgden waren er niet. De achterliggende argumentatie was dat aangezien de Duitse strafwetgeving van toepassing was in de geannexeerde Duitstalige gebieden, de mogelijkheid bestond dat er mensen omwille van hun seksuele geaardheid in deze gebieden vervolgd waren. Op 8 februari 2024 stemde de Kamer van Volksvertegenwoordigers opnieuw een resolutie, met de vraag voor een onafhankelijk historisch onderzoek. Het gevolg van deze resolutie was een vooronderzoek door het CegeSoma, waarvan deze bijdrage een samenvatting. Er blijkt dus een sterke stroming te bestaan die de legitimiteit van het WOII- slachtofferschap wil gebruiken om de hedendaagse maatschappelijke strijd voor gelijke rechten voor de LGBTQIA+ beweging kracht bij te zetten.

plaque-verviers.jpg
Auteursrechten : Dan Lelarge, Tels Quels.
Originele legende : Reproductie van de gedenkplaat die op 17 mei 2007 werd onthuld in Verviers.
breendonk-1978.jpg
Auteursrechten : Krist De Munter
Originele legende : September 1978. Een militant van de homo-actiegroep De Rooie Vlinder deelt pamfl etten uit aan het Fort van Breendonk, waar de offi ciële herdenking van de bevrijding van het kamp plaatsvindt. De erkenning van homoseksuelen als slachtoffer van de nazi’s stuitte lange tijd op weerstand van andere slachtoffergroepen. In 2004 mocht voor het eerst een vertegenwoordiger van de holebibeweging deelnemen aan deze jaarlijkse plechtigheid.

Geen sprake van systematische vervolging

Van een vervolging van homoseksuelen is in bezet België geen sprake. Alleen wie in Duitse loondienst werkt of seksuele betrekkingen aangaat met een Duitse militair, riskeert een bestraffing voor een inbreuk op de paragrafen § 175-175a van het Duitse strafwetboek. De enige bezorgdheid van de Duitse bezetter, was dat homoseksuelen de militaire slagkracht van het Duitse leger zouden kunnen ondermijnen. Het handvol Belgen die daarvoor vervolgd worden, zijn dus doorgaans Belgische collaborateurs in Duitse dienst. Maar zelfs hier is men zeer mild. Van een actieve opsporing was geen sprake en de straffen bleven beperkt tot enkele maanden gevangenis, wat aanzienlijk lichter was dan de wettelijk voorgeschreven maximumstraffen. Ook van een buitengerechtelijke vervolging van homoseksuelen door de Duitse politie zijn er geen sporen gevonden.

Gezien het massale aantal gedeporteerden zijn er onder de Belgische en Noord-Franse gevangenen zeker ook personen met een homoseksuele of lesbische geaardheid. Maar hun deportatie en gevangenschap was nooit het gevolg van hun seksuele voorkeur. Wie toch in de kampen belandt, zit er in de eerste plaats voor zijn rol in het verzet of voor zijn politieke of filosofische overtuiging. Uit het onderzoek van Gie Van den Berghe blijkt ook dat er geen naoorlogse getuigenissen zijn teruggevonden van Belgische gevangenen die in de kampen de roze driehoek op hun kledij hebben gedragen. Er is dan ook geen enkele historische basis om de vervolging van Joden, Roma, politiek vervolgden of dwangarbeiders gelijk te schakelen met de vervolging van homoseksuelen en lesbiennes in bezet België.

Bibliografie

Dimitri Roden, Ondankbaar België. De Duitse repressie in de Tweede Wereldoorlog. Amsterdam, 2018.

Burkhard Jellonnek, Homosexuelle unter dem Hakenkreuz. Die Verfolging von Homosexuellen im Dritten Reich. Paderborn, 1990;

Burkhard Jellonnek en Rudiger Lautmann (red.), Nationalsozialistischer Terror gegen Homosexuelle. Verdrängt und ungesühnt. Paderborn, 2002.

Rapport van het vooronderzoek van het CegeSoma (https://www.cegesoma.be/nl/publication/rapport-vooronderzoek-van-mensen-uit-de-lgbtqia-gemeenschap-vervolging-tijdens-woii-0)

Michael Schartz (red.), Homosexuelle im Nationalsozialismus. Neue Forschungsergebnisse zu Lebenssituationen von lesbischen, schwulen, bi-, trans- und intersexuellen Menschen 1933-1945. München, 2014.

Günter Grau (red.), Homosexualität in der NS-Zeit. Dokumente einer Diskriminierung und Verfolgung. Frankfurt am Main, 2004.

Vanhaelewyn, Mathieu, "Homotrots op een heterotrottoir. Over holebimonumenten in België", BEG/CHTP, 20, 2008, pp. 233-255, 007_Chron_Vanhaelewyn.indd

 
Om deze pagina te citeren
Vervolging van homoseksuelen en lesbiennes in België tijdens WOII (De)
Auteurs : Wouters Nico (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief) - Roden Dimitri (Instelling : Cegesoma/Rijksarchief/UGent)
/nl/belgie-in-oorlog/artikels/vervolging-van-homoseksuelen-en-lesbiennes-in-belgie-tijdens-woii-de.html