Van aristocraat tot gedecoreerde oorlogsveteraan
Ernst Alexander Alfred Hermann von Falkenhausen wordt op 29 oktober 1878 geboren in het Silezische Blumenthal. Hij is de tweede van zeven kinderen in het gezin van grootgrondbezitter Alexander Freiherr von Falkenhausen en zijn echtgenote Elisabeth barones Schuler von Senden. Als afstammeling van een roemrijke adellijke Pruisische familie en de eerste in lijn om de baronstitel over te erven is de jonge von Falkenhausen voorbestemd voor een militaire carrière. Zijn militaire vorming geniet hij aan de kadettenscholen van Wahlstatt en Berlijn-Lichterfelde. In 1897 vervoegt hij als luitenant het 91. Infanterie-Regiment. Enkele jaren later meldt hij zich als vrijwilliger voor een strafexpeditie naar China. Als jonge officier in het 3. Ostasiatisches Infanterie-Regiment neemt hij deel aan het neerslaan van de Bokseropstand (1900-1901), een revolte van Chinese nationalisten tegen de toenemende inmenging van het imperialistische Westen in het Verre Oosten. Aan zijn verblijf in China houdt de jonge officier een blijvende fascinatie voor Azië over.
Na zijn terugkeer in Berlijn begint von Falkenhausen aan een opleiding tot stafofficier aan de academie van Oldenburg. Zijn liefde voor het Verre Oosten leidt ertoe dat hij in 1904 Japans gaat studeren aan de universiteit van Berlijn. Datzelfde jaar huwt hij Paula von Wedderkop, de dochter van de hoofdhofmaarschalk en kamerheer van de aartshertog van Oldenburg. Samen met zijn vrouw trekt von Falkenhausen – die intussen de titel van Freiherr voert – in 1910 naar Japan met de opdracht er het Japanse leger te bestuderen. In 1912 volgt zijn aanstelling tot Duits militair attaché in Tokio.
De Eerste Wereldoorlog maakt onverwachts een einde aan von Falkenhausens Aziatische avontuur. In oktober 1914 keert hij uit Tokio terug om de volgende vier jaar als officier te vechten op het oost- en het westfront. In 1915 neemt hij als majoor deel aan de hevige gevechten bij Verdun. Een jaar later wordt hij stafchef van het 7e Turkse Leger van generaal Mustapha Kemal Pasja. Voor zijn militaire verdiensten onderscheidt keizer Wilhelm II hem in 1918 met de hoogste militaire orde van het koninkrijk Pruisen, de Pour le Mérite.

Auteursrechten : Nakamura Photo Studio
Originele legende : Ernst Alexander Alfred Herrmann Freiherr von Falkenhausen during his visit to the 33rd Infantry Regiment of the Imperial Army of Japan, Nagoya, 18 October 1911
Militaire carrière in het Interbellum

Originele legende : Chiang Kaj-Sjek, 1935
Ook na de wapenstilstand van 1918 blijft von Falkenhausen actief als legerofficier. Het Verdrag van Versailles heeft de eens zo machtige Duitse strijdkrachten omgevormd tot een sterk afgezwakte en lichtbewapende Reichswehr, een defensief leger dat enkel mag instaan voor de verdediging van de landsgrenzen en de interne veiligheid van de door revolutiekoorts geteisterde Weimarrepubliek. Als officier staat von Falkenhausen onder meer in voor de opleiding van nieuwe rekruten. In 1927 krijgt hij de leiding over de infanterieschool van Dresden, een functie die hij uitoefent tot aan zijn opruststelling in januari 1930. Op dat ogenblik is von Falkenhausen opgeklommen tot de graad van luitenant-generaal (Generalleutnant).
In april 1934 keert von Falkenhausen uit pensioen terug om in het kader van de Sino-Duitse samenwerking militair adviseur van Chiang Kaj-Sjek te worden. Zijn voornaamste opdracht bestaat erin het Chinese leger te hervormen en te trainen, zodat het klaar is om weerstand te bieden tegen de steeds maar dreigender wordende Japanse invasie. Von Falkenhausens rol wordt problematisch wanneer nazi-Duitsland in 1936 halsoverkop beslist om zich nadrukkelijk aan de zijde van Japan te scharen. Het naziregime dwingt de generaal dan ook om zijn werkzaamheden stop te zetten en naar Duitsland terug te keren. Volgens de overlevering zou hij hiermee enkel hebben ingestemd nadat de nazi’s ermee gedreigd hadden om maatregelen tegen zijn familie te nemen. Eerder al was von Falkenhausens jongere broer Hans-Joachim al door SS’ers omgebracht tijdens de Nacht van de Lange Messen (1934).
Militärbefehlshaber in België en Noord-Frankrijk
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 wordt de op rust gestelde von Falkenhausen opnieuw onder de wapens geroepen als plaatsvervangend bevelhebber van het militaire district van Dresden. Zijn carrière krijgt een nieuwe wending wanneer de nazi’s op 10 mei 1940 hun langverwachte offensief tegen West-Europa lanceren. Meteen na de start van de operaties benoemt het opperbevel van de Duitse strijdkrachten (Oberkommando der Wehrmacht - OKW) von Falkenhausen tot Militärbefehlshaber in die Niederlande, militair gouverneur van bezet Nederland. Na enkele dagen moet zijn militair bestuur daar plaats maken voor het burgerlijk bestuur van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Het OKW stuurt von Falkenhausen dan maar van Den Haag naar Brussel. Daar ontvangt hij op 31 mei 1940 zijn aanstelling tot militair gouverneur in bezet België. In de zomer van 1940 krijgt hij ook de Noord-Franse departementen Nord en Pas-de-Calais onder zijn bevoegdheid. Met zijn benoeming tot Militärbefehlshaber in Belgien und Nordfrankreich treedt de dan 61-jarige generaal in de voetsporen van zijn oom Ludwig von Falkenhausen, die tussen mei 1917 en november 1918 militair gouverneur van bezet België was.
Tussen mei 1940 en juli 1944 staat von Falkenhausen in voor het handhaven van de rust en de orde in zijn ambtsgebied. Zo hoopt de bezetter het economisch potentieel van België en Noord-Frankrijk optimaal ten dienste van de Duitse oorlogsindustrie te stellen. Als hoogste gezagsdrager in het bezet gebied kan de generaal bij de uitoefening van zijn taken steunen op de administraties van het militair bestuur (Militärverwaltung) en een uitgebreid Duits repressieapparaat, bestaande uit politiediensten, inlichtingendiensten en militaire rechtbanken.
Von Falkenhausen verschilt geregeld van mening met zijn oversten over hoe bezet België het best bestuurd kan worden. Geregeld ligt de generaal dwars over de modaliteiten of de omvang van door Berlijn opgedrongen maatregelen. Toch zullen op het einde van de rit ook onder von Falkenhausen maatregelen zoals de verplichte tewerkstelling in Duitsland, de executie van gijzelaars als vergelding voor onopgeloste aanslagen of de jodenvervolging worden doorgevoerd.
Von Falkenhausens weerbarstigheid leidt tot ergernis bij vooraanstaande nazi’s als propagandaminister Joseph Goebbels of de verantwoordelijke voor de Arbeitseinsatz Fritz Sauckel. Zij verwijten de generaal niet alleen dat hij de toepassing van bepaalde maatregelen dwarsboomt, maar meteen ook dat hij te laks zou optreden tegen het Belgische verzet. Van Goebbels is geweten dat hij Hitler er al langer van probeert te overtuigen om von Falkenhausen de laan uit te sturen en zijn militair bestuur te vervangen door een door NSDAP’ers en SS’ers geleid burgerlijk bestuur. In tegenstelling tot regio’s zoals bezet Frankrijk of Nederland neemt Hitler pas op 13 juli 1944 een definitieve beslissing over de politieke toekomst van België. De oude generaal past niet langer in de Führers plannen en moet op 18 juli zijn macht overdragen aan rijkscommissaris Josef Grohé.
Met von Falkenhausen verdwijnt meteen ook het militair bestuur dat België en Noord-Frankrijk vier jaar lang heeft gecontroleerd. Hoewel de meeste militairen om pragmatische redenen voorlopig nog op post blijven, werken ze voortaan voor rekening van een burgerlijk bestuur geleid door rijkscommissaris Grohé. Die laatste maakt meteen komaf met de door Berlijn als te soft bestempelde veiligheidspolitiek van zijn voorganger. Met de bevrijding in zicht schakelt de bezetter onder leiding van SS-generaal Richard Jungclaus een versnelling hoger in de strijd tegen het verzet. Dit leidt op het terrein tot een aaneenschakeling van grootschalige razzia’s, een toename van het aantal deportaties naar de concentratiekampen en bloedige vergeldingsacties van collaborateurs.
Na de machtswissel trekt von Falkenhausen zich terug in het kasteel van Seneffe. Daar krijgt hij enkele dagen later het bevel om zich in Duitsland te melden bij SS-generaal Ernst Kaltenbrunner. Die verdenkt von Falkenhausen namelijk van betrokkenheid bij de mislukte bomaanslag op Hitler (20 juli 1944). Hoewel de generaal ook effectief in contact stond met de coupplegers, ontsnapt hij bij gebrek aan bewijzen aan de doodstraf. De rest van de oorlog brengt von Falkenhausen in gevangenschap door. Na een passage in de gevangenis van Tegel en een tussenstop op het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn belandt de generaal als Führerhäftling onder meer in de concentratiekampen van Buchenwald en Dachau. De laatste halte in zijn gevangenschap is een villa in het Oostenrijkse Niederndorf, van waaruit hij samen met enkele medegevangenen kan ontsnappen.
Na zijn ontsnapping duikt von Falkenhausen met zijn medegevangenen onder in een herberg in Pustertal, in de Dolomieten. Op 6 mei 1945 vallen ze daar in handen van de Amerikanen. Voor von Falkenhausen is het de start van drie jaar van krijgsgevangenschap. Op 25 februari 1948, na jaren van diplomatiek overleg tussen de Belgische overheid en de Amerikanen, wordt von Falkenhausen aan België uitgeleverd en onder aanhoudingsmandaat geplaatst. Verdacht van inbreuken tegen het Belgische strafrecht en het internationale oorlogsrecht belandt de generaal achtereenvolgens in de gevangenissen van Sint-Gillis en Luik. Tijdens zijn voorhechtenis in België verneemt hij dat zijn zwaar zieke echtgenote Paula op 3 maart 1950 is overleden.

Originele legende : Mededeling betreffende sabotagedaden, Brussel, 1 oktober 1941

Collectie : Sipho
Originele legende : De inwijding van de tentoonstelling "Das Deutsche Buch" in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel de 25/2/42. Generaal Von Falkenhausen, militaire Bevelhebber van België en van het Noorden van Frankrijk, die een stand bezichtigt.

Collectie : Sipho
Originele legende : Heldendag 1942 in Brussel. In de vergaderzaal spreekt de opperbevelhebber voor België en Noord-Frankrijk, generaal von Falkenhausen, in een plechtige toespraak over de helden van het Duitse volk. [16/3/1942]
« Ondankbaar België »
Drie jaar na zijn uitlevering aan België is het gerechtelijk onderzoek afgerond. Op 9 maart 1951 verschijnt von Falkenhausen voor de krijgsraad van Brussel op verdenking van betrokkenheid bij de deportatie van Belgische arbeiders naar de Duitsland, de jodenvervolging en de terechtstelling van gijzelaars. Samen met hem staan nog drie andere leidinggevenden van het militair bestuur terecht, onder wie voormalig Militärverwaltungschef Eggert Reeder. Tijdens zijn proces slaagt von Falkenhausen er al snel in om zijn verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. De generaal verschuilt zich onder meer achter het feit dat hij als officier absolute gehoorzaamheid verschuldigd was aan zijn oversten. Toch wijst hij de rechters er ook fijntjes op dat hij desondanks geregeld de bevelen van Berlijn heeft genegeerd wanneer hij die zelf als onmenselijk beschouwde.
Op 13 maart 1951 veroordeelt de krijgsraad van Brussel von Falkenhausen tot twaalf jaar dwangarbeid. De generaal wordt schuldig bevonden aan de dood van 233 gijzelaars en de aanhouding en deportatie van Joden en verplicht tewerkgestelden. In het vonnis zelf houdt de rechtbank ook rekening met heel wat verzachtende omstandigheden. Zo acht de krijgsraad het bijvoorbeeld bewezen dat de generaal niet als een fervent nationaalsocialist kan worden beschouwd, hij de door Berlijn opgedrongen repressiemaatregelen niet altijd in volle omvang heeft toegepast en in individuele gevallen ook in het voordeel van door de bezetter verontruste Belgen is tussengekomen.
Lang zal von Falkenhausen niet in de cel zitten. Omdat de generaal al een derde van zijn straf in voorhechtenis heeft doorgebracht, wordt hij op basis van de bepalingen in de wet-Lejeune meteen in voorwaardelijke vrijheid gesteld. Drie weken na zijn proces levert België de generaal uit aan West-Duitsland. Kort voordat hij op 18 maart de Duitse grens nabij Bildchen wordt overgezet, richt een verontwaardigde generaal zich niet zonder gevoel voor drama nog een laatste keer tot de Belgen met de woorden: ‘Ingrata Belgica, non possidebis ossa mea’ (Ondankbaar België, nooit zult gij mijn beenderen hebben).
Zelf heeft von Falkenhausen zijn veroordeling steeds beschouwd als een vernedering en een politieke farce. Hij vindt dat België hem onheus heeft behandeld, een stelling die hij later ook in zijn postuum gepubliceerde memoires heeft uitgewerkt. In plaats van hem te veroordelen hadden de Belgen hem beter dankbaar geweest omdat hij hen vier jaar lang uit de greep van de meedogenloze SS had gehouden. Bovendien leken de Belgen al vergeten te zijn dat hij zelf omwille van zijn rol bij de bomaanslag op Hitler zelf het slachtoffer is geworden van de Führers wraak.
Gesterkt in de overtuiging dat hem niets te verwijten valt, verschuilt de generaal zich na de oorlog achter de mythe van de propere Wehrmacht. Als vertegenwoordiger van de traditionele militaire elite heeft hij zich naar eigen zeggen steeds eervol gedragen. Meer nog, hij heeft zich zelfs tegen de nazi’s verzet. Mede hierdoor groeit hij in eigen land al snel uit tot een symbool van het nieuwe West-Duitsland dat zich in het licht van de Koude Oorlog openlijk als bondgenoot van het Westen profileert. Zijn imago van eervolle militair en tegenstander van het naziregime krijgt nog extra cachet wanneer hij in 1960 de Belgische verzetsvrouw Cécile Vent huwt. Vent was tijdens de oorlog actief bij de actie- en inlichtingendienst Tégal en had von Falkenhausen tijdens zijn gevangenschap leren kennen.
Von Falkenhausen overlijdt op 31 juli 1966 in Nassau (Rheinland-Pfalz).
Bibliografie
Astrid De Backer, Het proces von Falkenhausen en Reeder, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1990.
Albert De Jonghe, Hitler en het politieke lot van België (1940-1944). De vestiging van een Zivilverwaltung in België en Noord-Frankrijk, Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1972.
Jacqueline Duhem, Les mille et une vies d’Alexander von Falkenhausen. Le baron qui a gouverné le Nord-Pas-de-Calais et la Belgique (1940-1944), Marcq-en-Baroeul, Les Lumière de Lille, 2020.
Liang, Hsi-Huey, Alexander von Falkenhausen and the Sino-German connection (1900-1958), Poughkeepsie, Vassar College, 1976.
Benoît Majerus, “Von Falkenhausen zu Falkenhausen. Die deutsche Verwaltung in den zwei Weltrkiegen’, in: Walter Dierk, Günther Kronenbitter & Markus Pöhlmann (eds.), Besatzung: Funktion und Gestalt militärischer Fremdherrschaft von der Antike bis zum 20. Jahrhundert, Brill, Leiden, 2006, pp. 131-145.
Dimitri Roden, Ondankbaar België. De Duitse repressie in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2018.
Alexander von Falkenhausen, Mémoires d’outre-guerre. Comment j’ai gouverné la Belgique de 1940 à 1944, Art et Voyages, Brussel, 1974.
Wolfram Weber, Die innere Sicherheit im besetzten Belgien und Nordfrankreich 1940-1944, Droste, Düsseldorf, 1978.
Holger Wilkin, “Zwischen Kommando und Kerker. Alexander von Falkenhausen. Deutscher Militärbefehlshaber in Brüssel 1940-1944”, in: IFDT. Zeitschrift für Innere Führung, 2002 (2), pp. 64-71.