Visite Camille Gutt à
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 32027
Oorspronkelijke legende : Camille Gutt, Belgische minister van financiën (tweede van links), bezoekt de "Free Belgian Forces" (1942).
Webcaptie :
België in oorlog / Artikels

25 mei 1940, Tenby. Het ontstaan van de Belgische strijdkrachten in Groot-Brittannië

Thema - Militaire geschiedenis

Auteur : Schmitz Patrice-Emmanuel

Op 25 mei 1940, drie dagen voordat het Belgisch leger onvoorwaardelijk capituleerde, werd een verzamelkamp voor Belgische troepen geïnstalleerd. In vijf maanden tijd groeide het kamp van Tenby, aan de zuidkust van Wales, uit tot de “Free Belgian Forces”. Bovendien gaf het de aanzet voor de “Brigade Piron”, die eind 1942 het licht zag. 

Na de landing van de geallieerden in juni 1944, nam die beweging deel aan de bevrijding van de Franse noordkust en verwierf ze bekendheid in België, Nederland en Duitsland. België was vertegenwoordigd in de Supreme Headquarters Allied Expeditinary Force (SHAEF), ofwel het opperste hoofdkwartier van de geallieerde troepen. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog behoorde België tot het kamp van de overwinnaars en was het een van de naties (krachtens de Verklaring van Berlijn van 5 juni 1945) die troepen stuurde naar het overwonnen Duitsland. Maar achter die aanwezigheid school een verhaal. 

Voortrekkers van een Belgische heropleving

Na de nederlaag eind mei 1940, traden twee mannen in actie. Ze deden dat elk op hun manier en ondanks hun pensioengerechtigde leeftijd, probeerden ze het gezag van de in opspraak gekomen regering te herstellen. Daarnaast droegen ze bij tot de vorming van wat later het Belgisch Leger zou worden. 

De 69-jarige Emile de Cartier de Marchienne (1871-1946), de eerste van de twee mannen, was een diplomaat en sinds 1927 ambassadeur voor België in Londen. In die sombere tijden in mei 1940, vermoedde hij dat Frankrijk niet in staat was de oorlog te winnen. In de Franse gemeente Sedan werden de troepen overrompeld, het Belgisch leger zat geïsoleerd in het noorden en bovendien begonnen de Engelsen zich terug te trekken. De Belgische ministers waren verspreid geraakt. Vier van hen, ministers Pierlot, Spaak (Buitenlandse Zaken), Vanderpoorten (Binnenlandse Zaken) en Denis (Landsverdediging), verbleven nog in Oostende, niet ver van Wijnendaele waar de koning zich bevond. Zij wilden alle vier zo snel mogelijk Frankrijk bereiken en de koning daarheen brengen. Er bleef de kwestie van het lot van het omsingelde leger, maar op dat moment heerste nog een logica uit de Eerste Wereldoorlog. Ze konden de troepen reorganiseren onder de vleugels van de Franse troepen die, zoals in 1914, de vijand zouden stoppen bij de Franse gemeente La Marne. Maar die strategie was niet meer dan een illusie. 

Victor van Strydonck de Burkel (1876-1961), de tweede man, was een oorlogsheld uit de Eerste Wereldoorlog die vooral gekend was doordat hij op 19 oktober 1918 in Burkel (vandaar zijn naam) aan het hoofd stond van twee eskadrons die de Duitse vijand te paard hadden beschoten langs meerdere linies van machinegeweren. Dat was de laatste veldslag tijdens de Eerste Wereldoorlog die werd gewonnen dankzij cavalerie. Maar dat waren andere tijden. Van Strydonck werd benoemd als luitenant-generaal in 1933 en ging in 1938 kort op pensioen, maar hernam al snel administratieve functies. Na de mobilisatie op 1 september werd de 63-jarige man hoofd van het eerste militaire district. 

Emile de Cartier de Marchienne, ambassadeur van België in Londen
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 40370
Oorspronkelijke legende : Emile de Cartier de Marchienne, ambassadeur van België in Londen, 1935
Webcaptie :
Van Strydonck en de Cartier
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 30538
Oorspronkelijke legende : De Belgische regering bood een vlag aan aan de afdeling Groot-Brittannië van de Nationale Federatie van Belgische Gehandicapten en Invaliden van de Oorlog 1914-18. De ceremonie voor de officiële presentatie van de standaard vond plaats op 12-6-1942 in het Belgisch Instituut in Londen.

De ontmoeting op 23 mei

Victor van Strydonck de Burkel
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 7553
Oorspronkelijke legende : Victor van Strydonck de Burckel, Inspecteur-generaal van de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië, 15 augustus 1943
Webcaptie :

Toen van Strydonck in 1934 naar Londen trok als lid van de Belgische missie ter nagedachtenis van koning Albert I, ontmoetten de twee mannen elkaar voor het eerst. Volgens geruchten hadden beiden een gevederde, vergulde bicorn (een hoed, red.) en een kleurrijk uniform aan. De mannen hadden geen idee dat ze elkaar op 23 mei 1940 opnieuw zouden ontmoeten. Enkele dagen nadat van Strydonck de stad Brussel had verlaten op 16 mei, bevond hij zich in het West-Vlaamse dorp Aartrijke. Defensie, dat wellicht voelde dat de situatie zou omslaan, gaf hem daar op 19 mei de opdracht naar Frankrijk te trekken en er de Belgische strijdkrachten te verzamelen. Hij vertrok met twee adjuncten (commandant Pascal Maka en kapitein Achille Géhénot) en twee wagens. Zich een weg banend langs de vele vluchtelingen, kostte het de officieren drie uur de tijd om Rijsel te bereiken. Daar zagen ze dat de Fransen op de vlucht sloegen. Die nacht zelf nog werd de stad gebombardeerd en geëvacueerd. De ochtend van 20 mei vertrokken de generaal en de officieren met een colonne van het Franse leger. 

Maar de Duitsers, die intussen al in Abbeville waren, blokkeerden hun tocht naar het zuiden. Een Franse officier stelde de Belgen voor hun voertuigen aan het hoofd van de colonne te plaatsen, achter een licht pantservoertuig. De colonne moest op die manier het Duitse front doorbreken. Maar de wagens van de Belgische officieren werden beschoten en in brand gestoken, inclusief al hun bagage. Ze belandden in de sloot, maar bleven ongedeerd. Om uit de handen van de Duitsers en hun duikbommenwerpers te blijven, wandelden ze de hele nacht door tot aan Montreuil-sur-Mer.

Op 21 mei trokken ze richting Boulogne, waar ze op zoek gingen naar een boot, gezien dat het enige mogelijke ontsnappingsmiddel was. Een dag later, ofwel zes dagen voordat het Belgische leger onvoorwaardelijk capituleerde, trok de BEF (British Expeditionary Force) zich terug. Nadat de mannen een aantal keer geweigerd werden en terwijl de gevechten oplaaiden rondom de haven, die eerder al gebombardeerd was, mochten ze op 22 mei om 16.50 uur koers vatten richting de Engelse havenstad Dover. Ze bereikten Londen op 23 mei en wendden zich zo snel mogelijk tot de ambassade.

De komst van de ministers

Het was met verbazing dat de ambassadeur Cartier zijn kennis van Strydonck, die nog onder het stof zat door de beschietingen, zag aankomen in Londen. Op 24 mei had Cartier, vergezeld door de militair Charles de Cumont, een lang onderhoud met generaal van Strydonck. Daarin deelde de generaal allerlei informatie, zowel over de vluchtende Fransen als over de Britten die zich terugtrokken van het continent.

Op 25 mei verbleven, tot grote verrassing, de vier Belgische ministers uit Oostende kortstondig in Londen. Zij hadden net een onthutsende ontmoeting met koning Leopold III achter de rug in Wijnendaele, waar het tot een breuk kwam tussen de regering-Pierlot en de Belgische koning. De ministers slaagden er niet in de vorst te overtuigen het leger te verlaten en met hen mee te trekken naar Frankrijk. Dankzij de speedboot van admiraal Roger Keyes (een Engelse militair in functie van de koning) konden de ministers, die vastzaten in Oostende, Engeland bereiken. Maar hun verblijf in Londen was van korte duur. Ze voegden zich de dag zelf nog bij hun collega-ministers. Cartier was op dat moment de enige die geloofde dat er in Engeland, en nergens anders, mogelijkheden tot verzet bestonden. Hij probeerde om de Belgische minister van Landsverdediging, generaal Denis, te overtuigen van de baten van en noodzaak om Belgische strijdmachten in Groot-Brittannië te organiseren. De minister accepteerde het voorstel en vertrouwde van Strydonck het bevel toe. 

Van Strydonck en Spaak
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 7560
Oorspronkelijke legende : Generaal van Strydonck de Burckel, rechts naast hem, P.H. Spaak

Tenby

Van Strydonck verspilde geen minuut en begon meteen aan zijn opdracht. In nauwe samenwerking met Cartier en Cumont, kon hij binnen enkele uren tijd zijn kamp samenstellen. Een eerste troepenmacht vertrok richting de stad Haverfordwest in Wales, maar eens aangekomen op 27 mei, troffen ze er Nederlanders aan. Ze gingen daarom richting de kuststad Tenby, in het zuiden van Wales. Daar kon de generaal op 28 mei, de dag van de capitulatie van het Belgisch leger en drie weken voor de beroemde oproep van De Gaulle, het voortouw nemen van het Belgische militaire hergroeperingskamp (Camp Militaire Belge de Regroupement) (CMBR).

In het begin vormden de Belgen een merkwaardige groep: veel officieren waren reservisten, terwijl er te weinig troepenmachten waren. Bovendien was van Strydonck als luitenant-generaal al op een respectabele leeftijd. Er stond hen veel te doen: de Britse autoriteiten verzoeken om beter materiaal, de moraal hooghouden bij de troepenmacht, die al snel honderden soldaten zou tellen, en flexibel omgaan met ongehoorzaamheid. De generaal organiseerde oefeningen en een defilé op 21 juli. Hij mobiliseerde de Belgische troepenmacht om de Home Guard (een Britse verdedigingsorganisatie bestaande uit vrijwilligers, red.) te hulp te schieten op het moment ze een dreigende inval vreesden. Van Strydonck liet daarnaast twee schuilkelders bouwen voor de bewoners. Om zijn belofte na te komen, stuurde de generaal begin juni een troepenmacht van 49 officieren en 347 soldaten naar Frankrijk. Het zou de enige keer zijn dat hij troepen zond. Ook het Franse leger capituleerde namelijk. 

De ambassadeur Cartier bleef erop aandringen dat ook de overige ministers naar Londen zouden trekken, maar zij verbleven in Vichy bij maarschalk Pétain en probeerden tevergeefs de belangstelling van de bezetter te wekken. Hubert Pierlot kondigde aan dat de oorlog tegen nazi-Duitsland beëindigd was en dat de overheid de taak berustte te verzekeren dat alle Belgen terugkeerden naar het land. Dat kon Cartier niet aanvaarden. Hij paste meteen de moedeloze woorden van Spaak uit het telegram aan en liet de Britten enkel horen dat België het gevecht in Frankrijk moest staken omdat het land capituleerde. Cartier nodigde de ministers vervolgens uit om naar Londen te trekken en overspoelde hen met berichten. Hij stuurde een afgezant naar Lissabon, die in juli Albert De Vleeschauwer (minister van de Koloniën) en in augustus Camille Gutt (minister van Financiën) voor zich kon winnen. 

Ondertussen besloot de generaal van Strydonck om zijn troepenmacht verder uit te rusten en te mobiliseren. Op 21 juli 1940 telde de groep 462 mannen. Ze vormden een eerste gevechtseenheid en een pionierseenheid. Van Strydonck riep de 1ste Compagnie van Gefusilleerden (Cdt. Legrand) in, die zich vestigde in de stad Llanelly, in het zuidoosten van Wales. Een 2de Compagnie van Gefusilleerden (Lt. Smeken) bevond zich in Penally. In augustus 1940 liep het aantal mannen op tot 692, in de herfst waren dat er zowat 900.

Viktor Van Strydonck de Burkel
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 81408
Oorspronkelijke legende : Belgische Nationale Feestdag in Londen. 21 juli 1942.
Webcaptie :

Spanningen

Alles speelde zich af in een klimaat van onzekerheid en spanning dat moeilijk te vatten viel. Sommige militairen, die ontzet waren over de politici die de koning in Limoges afzworen, overwogen muiterij. Andere stemmen waren dan weer geheel republikeins.    

De gebeurtenissen in mei verscherpten de spanningen en lieten aanzienlijke littekens na die de Koningskwestie na de oorlog mee vormgaven. Hoewel veel soldaten lovend waren over van Strydonck, wezen anderen, die nadien een meer kritische stand van zaken opstelden, vooral op zijn gebreken. Hij was te voorzichtig, wantrouwig ten aanzien van verandering, had uitstelgedrag, was koppig en te toegeeflijk voor mensen in zijn omgeving, klonk het. Ze benadrukten weliswaar dat de “aanwezigheid van van Strydonck in het begin veel vreugde schonk en ons in het geheel geholpen heeft bij die grandioze taak die wij hebben ondernomen”.

Het samenstellen van een leger was geen eenvoudige opgave. Piloten en mariniers waren in gevecht, maar de militairen waren genoodzaakt in de kazerne te wachten. Uitrusting, logistiek en accommodatie: alles moest georganiseerd worden. Ook moesten ze nieuwe manschappen verwelkomen, hen in twee talen motiveren, defilés organiseren bij gebrek aan een front, het kader verjongen en een continue wil tonen om niet op te geven en demobilisatie te vermijden.

Brigade Piron in Tenby
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 1676
Oorspronkelijke legende : Tweede trainingsdag in Tenby voor de Eerste Piron Brigade. 1940.

Een terugkeer van de politiek

Visite Camille Gutt à
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 32027
Oorspronkelijke legende : Camille Gutt, Belgische minister van financiën (tweede van links), bezoekt de "Free Belgian Forces" (1942).
Webcaptie :
Visite Camille Gutt à
Instelling : CegeSoma
Collectie : Beeld nr. 31998
Webcaptie : Camille Gutt, Belgische minister van financiën (in zwart kostuum), bezoekt de "Free Belgian Forces" (1942).

De Belgische ministers, van wie het merendeel zich in Vichy bevond, mochten van nazi-Duitsland niet terugkeren naar bezet België. Het was in die context, en ook na de voortdurende oproepen van Cartier en nadien van Gutt en De Vleeschauwer, dat Hubert Pierlot en Paul-Henri Spaak besloten om naar Engeland te trekken. Na een lange tocht via Spanje, bereikten zij de Britse hoofdstad op 22 oktober 1940. 

 Gedurende vijf maanden kregen Cartier en van Strydonck de kans om een sleutelrol te spelen in de opstelling van een Belgisch verzet. Beiden wachtten eenzelfde tafereel: Cartier moest enigszins een stap terugnemen door de komst van de ministers, waar hij zich voor had ingezet. De ambassadeur bleef talloze activiteiten volbrengen en nam de coördinatie van de Belgische oorlogsvoering op zich. Daarnaast deed hij dienst als een doorgeefluik tussen Spaak, die geen Engels sprak, het Londense diplomatieke korps en het Foreign Office. Cartier overleed op 10 mei 1946. In zijn mémoires prees Spaak hem in een van zijn lange lofredes. 

Van Strydonck werd in juni 1940 benoemd als opperbevelhebber van de “Free Belgian Forces”, dat officieel door de nieuwe regering op poten werd gezet. Maar van Strydoncks leeftijd speelde hem parten. Na veel omwentelingen zou uiteindelijk Jean-Baptiste Piron, die aan het krijgsgevangenschap wist te ontsnappen en begin 1942 toekwam in Groot-Brittannië, aan het hoofd staan van de Belgische strijdkrachten. Van Strydonck legde dus de basis van wat later bekend stond als de Brigade Piron, en die zich tijdens de bevrijding kon onderscheiden. In augustus 1941 werd van Strydonck benoemd tot inspecteur-generaal van de Belgische landmacht in Groot-Brittannië. In 1944 werd hij hoofd van de Belgische militaire missie bij generaal Eisenhower bij SHAEF. Maar nog voor de oorlog ten einde was, stuurde de overheid van Strydonck definitief op pensioen op 26 januari 1945. Hij overleed uiteindelijk op 4 augustus 1961.

Bibliografie

Patrice-Emmanuel SCHMITZ, Tenby 1940 – La mission du général Van Strydonck de Burkel, Militaria Belgica décembre 2021 - https://www.tenbymemorialcommi...

 Hans ROMBAUT, Victor van Strijdonck de Burkel in « KAVB (Koninklijke Academiën van België) Nationaal Biografisch Woordenboek N° 22 » – Brussel 2016 -  p. 1071-1072. 

 Victor van STRYDONCK de BURKEL – Log Book 1940- 1944 (avec notice bibliographique de Hans ROMBAUT – dépôt légal D/2020/Charles-Albert Houtart, éditeur.

Meer weten?

163728-salle-parl-belge.jpg Artikels Limoges, mei ’40 : de nederlaag en een boos en onmachtig parlement. Colignon Alain
1273-gouv-belge-londres-dec-1942.jpg Artikels Belgische regering van Londen (De) Colignon Alain
34358-armAe-belge-1939-1940.jpg Artikels Belgisch leger van 1940 (Het) Colignon Alain
34126-10-mai-1940.jpg Artikels “18-daagse veldtocht (De)": een heruitgave van de vorige oorlog? Colignon Alain
Deze pagina citeren
25 mei 1940, Tenby. Het ontstaan van de Belgische strijdkrachten in Groot-Brittannië
Auteur : Schmitz Patrice-Emmanuel
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/25-mei-1940-tenby-het-ontstaan-van-de-belgische-strijdkrachten-in-groot-brittannie.html