Hun autoritaire en corporatistische programma’s geven een Europese politieke toestand weer waarin de democratie meer en meer bedreigd lijkt. Sommige leiders, zoals Hitler in Duitsland en Mussolini in Italië, willen een alternatief opdringen voor het parlementaire systeem. Zij richten een totalitaire staat op die gekenmerkt wordt door een sterke uitvoerende macht, de afwezigheid van de scheiding der machten, een eenheidspartij die beweert de nationale verzuchtingen te belichamen en een leider die de macht naar zich toe trekt. Een geleid economisch project, een scherp nationalisme en de wil om een uitsluitingspolitiek op racistische gronden in te voeren zijn eveneens gemeenschappelijke programmapunten.
Toont de kiezer met de verkiezingen van 1936 slechts zijn middelvinger of duiken hier autoritaire stromingen op die de democratie in België bedreigen?
De crisis van de Belgische democratie?
Op 24 mei 1936 trekken de Belgen naar de stembus om hun parlementaire vertegenwoordigers te verkiezen. Verrassing: bij hun eerste deelname verzamelt Rex 21 zetels en het VNV16.Voor het eerst sinds 1919 hebben maar drie op vier kiezers hun vertrouwen geschonken aan de traditionele partijen (Katholieke partij, Belgische Werkliedenpartij en Liberale partij). De Katholieke partij is het grote slachtoffer, met een verlies van 16 zetels. Ter linkerzijde behaalt de Communistische partij negen zetels.
Hoe kunnen we deze resultaten verklaren?
In de nasleep van de economische crisis van 1929 lijkt de Belgische democratie verzwakt. Nieuwe partijen verschijnen en stellen een fascistisch alternatief voor in de plaats van het parlementaire systeem: aan Vlaamse zijde het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) en in het gehele land Rex.
Zetelverdeling in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 1936
De economische crisis drukt een diepe stempel op het België van de jaren dertig maar verklaart niet alleen de resultaten van 1936. De economische toestand gaat er precies op dat ogenblik wat op vooruit. Maar op onrechtstreekse wijze heeft de crisis de verkiezingscampagne beïnvloed. Ze heeft de relaties tussen de politieke wereld en de geldaristocratie naar voren gebracht. De politiek-financiële schandalen vermenigvuldigen zich. De bevolking verliest haar vertrouwen in die elites en in de traditionele politieke partijen die niet in staat blijken om een duurzame oplossing te bieden voor de crisis. De devaluatie van de Belgische frank heeft sommige sociale groepen verzwakt.
“Tegen alle partijen, tegen alle rotzakken, stem Rex”.
Rex buit dit gevoelen uit tijdens de verkiezingscampagne: slogans, verkiezingsaffiches, een sterk symbool als de bezem, een nieuw Rex-teken dat de orde uitdrukt die Rex weer aanbrengt in de politieke wereld enz. Alles wordt gebruikt om een retoriek tegen het systeem en tegen de partijen te ontwikkelen.
In het noorden van het land verdedigt het VNV in de eerste plaats de belangen van Vlaanderen en de partij wenst een autoritaire en corporatistische reorganisatie van de maatschappij.
Men kan de vraag stellen: toont de kiezer met de verkiezingen van 1936 slechts zijn middelvinger of is het een teken dat België stilaan fascistisch wordt?
Ontgoocheld in het parlementaire systeem en in België
Zetelverdeling in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 1936
Zetelverdeling in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 1939
Om dit verschil te begrijpen, moeten we het kiespubliek en hun motieven bekijken.
Het kiespubliek van Rex
Wie?
Volgens Léon Degrelle vertegenwoordigt het rexistische kiespubliek het volk en is het ‘volks’. Maar als men de resultaten analyseert hebben maar weinig arbeiders voor Rex gestemd. De uitslag in Henegouwen is overigens erg zwak. Rex behaalt daarentegen zijn hoogste scores in de Brusselse kieskantons en in de provincies Namen en Luxemburg. In de middenklasse wordt er werkelijk gedweept met de partij en de voorgestelde alternatieven.
Waarom?
Voor de instelling van het algemeen stemrecht voor mannen speelden de notabelen een erg belangrijke rol in de politiek. Sommigen van hen betreuren het verlies aan invloed. In hun ogen verschijnt Degrelle als een alternatief.
De economische crisis verzwakt bovendien een deel van de middenklasse dat meent geen gehoor te vinden bij de traditionele politieke partijen. Ze voelt zich gefrustreerd tussen de arbeiderssyndicaten en de lobby’s van bankwezen en industrie. Léon Degrelle biedt ze een alternatief aan dat verleidelijk wordt bevonden: hij stelt ze voor zich te verenigen tegen de als gevaarlijk beschouwde socialisten aan de ene kant en de economische oligarchie aan de andere kant.
Zijn het werkelijk fascisten?
Het kiespubliek van Rex in 1936 bestaat overwegend uit burgers die ontgoocheld zijn in de werking van de Belgische parlementaire democratie. Drie jaar later, bij de verkiezingen van 1939, wijzigt een groot deel van dit kiespubliek zijn stemgedrag. Er zijn verschillende oorzaken. Eerst en vooral verliest Rex de steun van vele Franstalige Belgische patriotten wanneer de partij in oktober 1936 een akkoord afsluit met het VNV. Vervolgens brokkelt ook de katholieke kiesbasis af na de kerkelijke veroordeling naar aanleiding van de tussentijdse verkiezing van april 1937 in Brussel, waarbij Degrelle het opneemt tegen Paul Van Zeeland. Aan de vooravond van de Brusselse stembusgang geeft kardinaal Van Roey de instructie om niet op de rexistische leider te stemmen. Tenslotte jaagt ook de steeds meer uitgesproken fascistische oriëntering van Degrelle een deel van het kiespubliek weg.

Instelling : CegeSoma
Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : Zonder originele legende
Het kiespubliek van het VNV
Wie?
Het VNV behaalt in vijf arrondissementen meer dan 20 procent van de stemmen: Turnhout (provincie Antwerpen), Ieper en Veurne (provincie West-Vlaanderen) en twee Limburgse arrondissementen. Het kiespubliek van het VNV is in grote mate landelijk en kleinsteeds.
Waarom?
De kiezers zijn voor het grootste deel Vlaams-nationalisten. Sommige verkozenen beschouwen overigens het autoritaire deel van de ideologie van de partij als bijkomstig en rechtvaardigen hun lidmaatschap met de verdediging van de Vlaamse autonomie of de oprichting van een Dietse staat.
Zijn het werkelijk fascisten?
Van bij haar ontstaan stelt het VNV zich voor als een fascistische partij hoewel er in haar schoot schakeringen en gematigder stromingen zijn. Tot aan haar oprichting hadden de Vlaams-nationalisten gestemd voor democratische partijen.
Geleidelijk aan vertoont het VNV een meer en meer autoritair profiel, hoewel de partij strategische allianties (“concentratielijsten”) aangaat met katholieke lijsten in Vlaanderen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938.

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : [1/5/1938]
De retoriek van extreemrechts in België
Hoewel het kiespubliek van VNV en Rex verschilt, stelt men toch vast dat de partijen over een zeker aantal punten op dezelfde wijze redeneren.
Een duidelijke retoriek en argumentatie kenmerken extreemrechts. Er kunnen verschillen optreden naargelang de partij, maar sommige punten zijn gemeenschappelijk in de redeneringen van extreemrechts.

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : QG de Rex 1936
Tegen het systeem
De extreemrechtse partijen buiten maximaal de vijandigheid uit tegen het parlementaire systeem. De democratische partijen bewaren vaak afstand tegenover de fascisten, wat hun imago als “echt alternatief” versterkt. Vermits de extreemrechtse partijen op het politieke toneel geïsoleerd staan, kunnen ze slechts de macht grijpen wanneer de democratie in vraag wordt gesteld .
Geen van de democratische partijen lijkt toenadering te willen tot Rex, maar de toestand is niet zo duidelijk in verband met het VNV. Haar eisen voor Vlaanderen brengen deze partij immers dicht bij de Vlaamsgezinde vleugel van de Katholieke partij.
Emotioneel
De redeneringen van extreemrechts proberen het kiespubliek niet door logica of rede te verleiden, maar door emotie. Die retoriek is ook aanwezig in de redeneringen van de traditionele partijen, zij het in mindere mate.
Extreemrechtse politici willen niet redeneren, maar opzwepen. Breedsprakerige en beeldrijke taal, theatrale gebaren en sterke symboliek zijn dikwijls aanwezig.
Eenheid
Extreemrechts ontwikkelt in zijn redeneringen het thema van de eenheid. Ze maakt zich immers sterk voor een maatschappij die bevrijd is van sociale conflicten, door de oprichting van beroepscorporaties.
Deze eenheid moet op nationaal niveau worden verwezenlijkt. Het land, het vaderland – België of Vlaanderen voor de Vlaams-nationalisten – wordt gezien als een verenigd en machtig geheel. De enige voor extreemrechts ongewenste “klasse” is die van de geldaristocratie en van de beroepspolitici. Andere “vijanden” worden gauw gevonden: de socialisten, de communisten maar ook de vreemdelingen.
Leider
Het ophemelen van een leider is een erg belangrijk punt in de retoriek van extreemrechts. De partijen zetten een verkiezingscampagne op die gericht is op één enkele persoon. Die leider neemt in sommige gevallen een haast profetische dimensie aan.

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : Zonder originele legende

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : Uitnodiging voordracht van Léon Degrelle "au Cercle Concordia" te Charleroi (15/12/1935)

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : VAN SEVEREN.
Autoritair karakter
Tenslotte benadrukken deze partijen vaak het belang van discipline en autoriteit, in tegenstelling tot “de anarchie” van het parlementarisme. Deze twee principes moeten worden verbonden met die van de eenheid , met als doel de oprichting van een sterke staat. Ze zijn minder aanwezig in de argumentatie van het hedendaagse extreemrechts, omdat ze te erg besmet zijn door de fascistische ervaringen van de 20ste eeuw.
Het naoorlogse politieke landschap
De bezetting gaat de geschiedenis van Rex en het VNV ingrijpend wijzigen. De twee partijen kiezen voor de weg van samenwerking met de Duitse overheden. Wat gebeurt er in het naoorlogse politieke landschap?
Na de oorlog stelt men bij de verkiezingen van 17 februari 1946 verschillende fenomenen vast.
Ten eerste worden de partijen die in de collaboratie zijn gestapt verboden. Rex en het VNV mogen zich dus niet meer aanbieden.
Voor wat betreft de communisten: die kennen een grote groei. Zij hebben een belangrijke rol gespeeld in het verzet. De Kommunistische Partij van België (KPB) gaat voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 5,36 procent in 1939 naar 12,68 procent in 1946, waarmee ze de derde nationale partij wordt, voor de liberalen. De groei van de communisten, die van korte duur is, speelt zich vooral af in de Waalse en Brusselse kieskantons.
Anderzijds zien we een hergroepering van de rechtse stemmen. De CVP-PSC – de nieuwe benaming van de Katholieke partij – haalt een deel van haar verloren kiespubliek terug na het verdwijnen van Rex en het VNV. De partij noteert een sprong van bijna 10 procent vergeleken met de verkiezingen van 1939 (van 32,73 naar 42,53 procent).

Auteursrechten : Rechten voorbehouden
Originele legende : Zonder originele legende
Besluit
In 1936 bedreigt een stemresultaat dat extreemrechts begunstigt de democratie. Rex in Franstalig België en het VNV in Vlaanderen zetten het Belgische politieke toneel op stelten. Dit resultaat geeft het ongenoegen weer van een deel van de bevolking over de politiek en de traditionele partijen. Het aantal volksvertegenwoordigers van Rex maakt overigens een forse duik bij de verkiezingen van 1939. In Vlaanderen handhaaft het VNV zich dankzij zijn Vlaams-nationalistische programma.
De keuze voor de collaboratie tijdens de bezetting maakt definitief een einde aan deze twee partijen. Hun ontbinding betekent echter niet het verdwijnen van extreemrechts in België. Dat keert weer in andere vormen en met andere benamingen.
Bibliografie
Etienne, Jean-Michel. Le mouvement rexiste jusqu’en 1940, Paris, Colin, 1968.
Gérard-Libois, Jules. « Rex 1936-1940 : flux, reflux, tensions et dislocations », no 1226 (1989).
Höjer, Carl-Hendrik. Le régime parlementaire belge de 1918 à 1940, Bruxelles, CRISP, 1969.