België in oorlog / Persoonlijkheden

Cassart Jean

Thema - Verzet - Militaire geschiedenis

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Jean Cassart werd op 2 juli 1906 te Antwerpen geboren in een handelaarsfamilie van Waalse oorsprong; hij bleef steeds moeilijkheden hebben met het Nederlands en beschouwde zich zelf als Franstalige.

Al snel koos hij voor een militaire loopbaan en in juli 1922 meldde hij zich als beroepsvrijwilliger bij de Kadettenschool. Op 25 december 1926 verliet hij de Militaire school en de oefenschool als onderluitenant. Hij kwam bij de Artillerie terecht (juli 1929), werd benoemd tot luitenant (december 1929) en deed korte tijd dienst in het Luikse vestingsregiment voor hij toegelaten werd tot de Krijgsschool (september 1934) die hij op 12 september 1936 verliet als majoor stafbrevethouder (S.B.H.). Maar de jonge officier had ambitie... Eerder dan te kiezen voor een vlakke loopbaan in hetzelfde wapen stapte hij in oktober 1937 over naar het militaire vliegwezen. Spijtig genoeg raakte hij ernstig gewond toen zijn vliegtuig op  8 april 1939 neerstortte; hij was een maand buiten dienst. Samen met zijn keuze voor het “vijfde wapen” studeerde hij van 1937 tot 1939 aan de Université Libre de Bruxelles. Hij behaalde er de titel van ingenieur vliegtuigbouw en een licentie … in politieke en administratieve wetenschappen. In december 1939 werd hij kapitein bij het 6e artillerieregiment. Nog steeds bij de artillerie maar met het 31e regiment vocht hij in de “achtiendaagse veldtocht” in mei 1940. Zoals anderen vond hij deze rampzalige veldtocht aan de “magere” kant, maar eerder dan voor het verzet in eigen land te kiezen besloot hij naar Groot-Brittannië te vertrekken  nadat hij erin geslaagd was uit Duitse krijgsgevangenschap te ontsnappen.  

Een avonturier …

Op 16 september 1940 bereikte hij  Zwitserland per fiets in de hoop van daaruit makkelijk in Engeland te raken. Maar de Belgische Ambassade in Bern gaf hem te verstaan dat dit niet de meeste directe weg was. Zijn volgende bestemming was Vichy met zijn grote Belgische kolonie. Na enkele dagen en een contact met het Franse “2ème Bureau” besloot hij informant te worden voor deze eerste “Vichy-verzetslui”. Dankzij hen kreeg hij officiële documenten van de «Etat français» (de nieuwe Franse staat) waarmee hij van december 1940 tot februari 1941 niet minder dan drie keer naar Brussel heen en weer reisde om daar vrienden op te zoeken en heel wat vertrouwelijke informatie mee te brengen voor de inlichtingsdiensten in het kuuroord aan de Allier. Het ging o.a. om een Duits landingsplan in Groot-Brittannië, gestolen van een Wehrmacht-generaal in het hotel Métropole in Brussel. Maar voor Cassart was dat niet genoeg : puur clandestien werk paste hem niet echt. Hij wilde opnieuw in uniform de vijand bevechten. Toen de lente 1941 aanbrak, vertrok hij uit Vichy om via Marseille, Casablanca en Lissabon Londen te bereiken. Daar kwam hij aan op  31 mei 1941. Zijn oorlogsactiviteit kreeg echter een specifieke vorm. Na een korte periode bij de Veiligheid van de Staat, vervoegde hij met akkoord van zijn hiërarchie de Britse Special Operations Executive. De SOE stuurde hem na een paar weken training per vliegtuig terug naar België als agent van het netwerk  « Métrat » samen met een ander agent voorzien van zender/ontvanger. Op 11 augustus 1941 werden de twee  SOE-agenten ’s nachts met wapens en explosieven geparachuteerd in de bosrijke streek van Chevron (prov. Luik) om in contact te komen met de groep  « Luc » (wat lukte) en ook om te pogen de gearresteerde verzetsman Emmanuel Hobben te bevrijden (wat mislukte). Ter plekke werd Cassart bijzonder actief en zocht hij nieuwe contacten, o.a. met zijn ex-promotiegenoot Henri Bernard. Maar de bezetter die een “mol” had in het verzet, kwam hem op het spoor.  Zijn exfiltratie met een Lysander in de buurt van Neufchâteau in de nacht van 8 op 9 december 1941 verliep slecht. Cassart en zijn metgezel werden opgewacht door de Feldgendarmen en moesten zich onder een kogelregen terugtrekken terwijl het Engelse vliegtuig noodgedwongen en met een zwaar gekwetste piloot opnieuw moest opstijgen. Enkele dagen later, op 13 december 1941, werd onze ietwat teleurgestelde held te Brussel door de Geheime Feldpolizei aangehouden en opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis. Hij werd “elfmaal” ondervraagd  en mishandeld maar bleef zwijgen. Hij werd overgebracht naar de gevangenis van Aken onder het regime van « Nacht und Nebel » en wachtte nu zijn proces af dat uiteraard met de doodstraf kon eindigen. Op 17 september 1943 verscheen hij met 16 mede-beschuldigden voor het  Oberreichskriegsgericht  (“Opperste Krijgsgerecht van het Reich”) te Berlijn. Uit respect voor de rechters moest hij zijn gevangenisplunje omwisselen voor het burgerpak dat hij droeg bij zijn aanhouding. Hij vond dat hij toch niets meer te verliezen had en zette alles op alles: voor de zitting vroeg hij simpelweg aan zijn bewaker of hij aan een dringende behoefte mocht voldoen. Even bleek de bewaking te verslappen en Cassart maakte gebruik van de omstandigheden om de toiletten … en het Gerechtshof met nonchalante stap te verlaten, de wachtpost met een krachtig « Heil Hitler! »  groetend. En dan verdween hij in de menigte… Met enorm veel geluk reisde hij gedurende zes dagen en zes nachten te voet en met de trein Duitsland door, terend op een voorraad koekjes en hier en daar geholpen door weggevoerde Franse arbeiders. Zo slaagde hij erin op 26 september Herbestal aan de Duits-Belgische grens te bereiken. Hij kon onderduiken bij de familie van een plaatselijk verzetsman die hij in gevangenschap had leren kennen en slaagde er dan in Brussel te bereiken. Op 24 december was hij er weer helemaal bovenop en verliet Brussel richting Groot-Brittannië; via het ontsnappingsnetwerk « Comète », Spanje en Portugal kwam hij er aan op 24 januari 1944. Het onthaal was koeltjes. Zijn fantastische avontuur riep overal vragen op: Belgische en Britse diensten twijfelden aan zijn verhaal en meenden dat er een dubbelagent voor hen stond. Pas na twee maanden kon hij hen overtuigen van zijn goede trouw en werd hij vrijgelaten. Kapitein-commandant Cassart kwam terecht in een eenheid militaire para’s en werd als leider van een  « S.A.S. » ( « Special Air Service »)-ploeg die de bevrijding van het land diende voor te bereiden op 2 september 1944 in de Ardennen geparachuteerd, ditmaal in de regio Somme-Leuze niet ver van Durbuy. De hele operatie kreeg de codenaam « Bergbang ». Die liep niet van een leien dakje. Het kleine groepje kwam ver van de geplande landingsplaats neer en kreeg te maken met verschillende vijandelijke patrouilles en hun leider, in burger, viel zelfs even in handen van Duitse soldaten . Hij kon nog eens op het nippertje ontsnappen (alweer onder het voorwendsel van een dringende behoefte !) maar vermeed daarna de directe confrontatie met de Wehrmacht die trouwens zo vlug mogelijk de aftocht wilde blazen.


special_operations_executive.png
Auteur : Wikipedia
Instelling :
Oorspronkelijke legende : Special Operation Executive
image-nA-139244-goed.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Collectie : Leruitte
Oorspronkelijke legende : Kamina militaire basis. Koloniale soldaten. 1953.

De onderneming liep ten einde op  11 september toen de eerste Amerikaanse soldaten de kleine groep van Cassart ontmoetten. De resultaten bleken maar magertjes…

Daarom niet getreurd! Zijn dapperheid, zijn lef …en zijn geluk maakten van hem een legende op een ogenblik dat het Belgisch leger weinig helden had. Hij werd dan ook snel bevorderd : majoor op 25 november 1944, adjunct-militair attaché in Den Haag in juli  1945 en luitenant-kolonel op  26 juni 1951.

Maar de adrenaline van de jaren  ’40-’45 was weg en Cassart verveelde zich een beetje terwijl het op professioneel vlak moeilijk ging: toen begin 1952 het regiment para-commandos werd opgericht, koos de overheid voor een andere bevelhebber terwijl hij zich net hard had ingezet voor de uitbouw van de basis Kamina in Belgisch Kongo. Hij werd ziek…en vroeg op  1 maart 1953 zijn pensioen aan. Hij was toen 47!

Tussen huurlingen, « barbouzes » en wapenhandelaaars…

image-nA-41953-goed.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Collectie : Fonds Van Lierde
Oorspronkelijke legende : Van Lierde Fonds: Foto's van Moïse Tschombe, president van Katanga, 1960-1963. - 31 foto's - Beeldnr. 41953

Na september 1955 reisde hij Kongo rond en “handelde in zowat alles, van locomotieven tot zoutvaatjes”. Maar de onderneming die hij had opgericht, MITRACO, begon ook met het verkopen van wapens. En toen werd de kolonie onafhankelijk …en begon de Katangese afscheiding onder Moïse Tshombe. Jean Cassart vond men nu terug bij de  « ultras », Belgicistische bewonderaars van de  « Algérie française ». Een tijdlang stond hij zeer dicht bij het “Mouvement d’Action Civique” (1960-1961) en steunde het afgescheurde en pro-westerse Katanga met geheime leveringen van wapens en lichte vliegtuigen via zijn onderneming en de Spaanse firma RINESA. Op 29 mei 1963 werd de ex-held, nu een op zijn minst twijfelachtig personage geworden, aangehouden door de Kongolese Veiligheidsdienst en meer dan acht maanden opgesloten. Zijn vroegere kameraden en kringen rond “nationaal” uiterst rechts lanceerden een campagne voor zijn vrijlating wat ook lukte, maar hij werd onmiddellijk uitgewezen.

Hij zette zijn activiteiten als zakenman in de wapenhandel op een laag pitje maar gunde zich zelf ook studies in kunstgeschiedenis en archeologie aan de ULB, een  discipline die de passie van zijn oude dag was geworden.

Op 30 september 1980 overleed dit eigenaardige en veelzijdige personage, half studax, half actieheld, aan een banaal hartinfarct in een Atheens hotel niet ver van het Parthenon…

Bibliografie

Dossier CASSART Jean,  Bestand Inlichtings- en Actiediensten, cegesoma/Rijksarchief.

Fernand STRUBBE, Belgische Geheime Diensten 1940-1945, Gent, USRA, 1997.

Louis-François VANDERSTRAETEN, "Jean CASSART", dans Nouvelle Biographie Nationale, Tome V de 1999, pp. 37-39.

Deze pagina citeren
Cassart Jean
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/cassart-jean.html