België in oorlog / Persoonlijkheden

Nèvejean Yvonne

Thema - Jodenvervolging - Verzet

Auteur : Carmon Romane

Een leven gewijd aan de bescherming van het kind

Yvonne Nèvejean wordt op 15 november 1900 in Gentbrugge geboren. Ze verloor haar vader al vrij vlug en brengt het grootste deel van haar kindertijd door bij haar moeder. In 1922 is ze bij de eerste gediplomeerden van de ‘École Centrale de Service Social’ van Brussel, na twee jaar opleiding tot sociaal assistente. 

Met haar diploma op zak krijgt ze, samen met 14 andere Belgische vrouwen die actief zijn inzake kinderwelzijn, een beurs voor een studiereis naar de Verenigde Staten, meer bepaald naar de Child Health Section. In 1922-1923 experimenteert die sectie met preventiewerk. 

Yvonne Nèvejean zal dat na haar terugkeer in praktijk brengen; ze brengt ook een stramien mee voor huisbezoeken. Na haar terugkeer gaat ze aan de slag bij het ‘Œuvre Nationale de l’Enfance (ONE)’/Nationaal Werk voor het Kinderwelzijn (NWK), waar ze tijdens haar laatste jaar aan de ‘‘École Centrale’ stage gelopen had. Het NWK is in het ganse land actief en heeft van bij zijn ontstaan in 1919 als doel “dienstbetoon” en “bescherming van de zwaksten”.

Zijn diensten richten zich op kleine kinderen, moeders of aanstaande moeders en kinderen in de schoolleeftijd. Als de oorlog uitbreekt is Yvonne Nèvejean bijna 40 jaar en staat ze aan het hoofd van de grootste Belgische organisatie voor kinderwelzijn. Het is voor het eerst dat een vrouw de leiding heeft over het NWK; ze wordt hoofdzakelijk door mannen omringd.


oeuvre_nationale_de_l-enfance.jpg
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Logo van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, 1919

De crisis van de Tweede Wereldoorlog

33117(3).jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Collectie : Kropf
Oorspronkelijke legende : Het leed van de kindertijd gefotografeerd door de Duitse fotograaf Otto Kropf

Het NWK bereidt zich al enkele maanden voor op een mogelijke oorlog. Als die dan in mei 1940 uitbreekt, reageert het personeel ontzet en snelt het de kinderen overal ter hulp: kinderen op de vlucht, kinderen van krijgsgevangenen of slachtoffers van bombardementen. Naast de moeilijke bevoorrading van voedsel en geneesmiddelen wordt het NWK met nog een grote uitdaging geconfronteerd. 

Vanaf 11 mei 1940 worden kantines voor moeders en vluchtelingencentra ingericht in de Brusselse stations; daarnaast zijn er de “melkdruppels” voor het verdelen van gesteriliseerde melk aan moeders die hun kind niet zelf konden voeden. Zwangere vrouwen en zogende moeders krijgen extra rantsoenen en “achterlijke kinderen “ondergebracht in kolonies, krijgen een dubbel rantsoen. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog wordt in België het allereerste lactarium opgericht voor hulp aan zuigelingen in gevaar. 

Een ander probleem, en niet het minste, het NWK krijgt te maken met het nieuwe bewind onder de bezetter. Dat oefent druk uit op het Werk, meer bepaald door het oprichten in november 1941 van een Orde van Geneesheren om de aanstelling van artsen te controleren. Rex en het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) maken er geen geheim van dat ze het NWK als zodanig willen vervangen. 

Volgens zijn secretaris-generaal, Henri Velge, slaagt het NWK erin zijn algemene organisatie, kaderpersoneel en administratie in stand te houden en zijn programma, zoals vastgelegd in de in 1940 gepubliceerde reglementering, uit te voeren. Het NWK kan – en moet, voor het welzijn van de kinderen – blijven voortwerken, maar onder het waakzame oog van de bezetter. 

Hulp aan de Joodse kinderen

De anti-joodse maatregelen treffen ook het NWK, zijn personeel en zijn jonge – erg jonge – cliënten. In september 1942 mogen Joodse kinderen niet langer naar de gewone consultaties voor zuigelingen komen. In overleg met de Vereniging der Joden in België (VJB) worden op vier plaatsen raadplegingen met Joodse dokters en Joods personeel georganiseerd - in Brussel, Antwerpen, Luik en Charleroi - daar waar de Joden nog getolereerd worden. Maar de moeders zijn steeds minder geneigd om met hun kindje naar die raadplegingen te gaan; daarom gaan ambulante verpleegsters overal dag en nacht  op pad om de nodige producten te verdelen.

Yvonne Nèvejean begrijpt de angst van de Joden; na de oorlog vertelt ze dat “we alles moesten proberen voor de Joodse kinderen”. Haar adoptiedochter bevestigt dat ze voelde dat ze een opdracht had: “ze kon zich niet inbeelden dat men zich aan kinderen zou vergrijpen, die kinderen moesten een kans op leven krijgen”. 

Na de razzia’s in de zomer van 1942 zijn veel Joodse kinderen hun ouders kwijt: die zijn in handen van de Duitsers gevallen of zijn op de vlucht. De VJB gaat af op de belofte van de bezetter dat weeskinderen niet gedeporteerd zullen worden en richt een aantal tehuizen op voor die alleenstaande kinderen. De directrice van het NWK zet die tehuizen dan op de lijst van erkende instellingen die subsidies kunnen krijgen. Hierdoor krijgt Yvonne Nèvejean ook de mogelijkheid om - zo nodig - tussenbeide te komen. 

Dat is het geval op 30 oktober 1942 als 58 kinderen en verschillende personeelsleden van het tehuis in Wezembeek-Oppem naar de Dossinkazerne gebracht worden met als eindbestemming Auschwitz. Nèvejean wendt zich tot koningin Elisabeth wat bijdraagt tot de bevrijding van de kinderen en het personeel.

verordnungsblatt-3-12-1941.png
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Oorspronkelijke legende : Verordnungsblatt, 3 december 1941.
enfants-rentrAs-de-malines-brachfeld.jpg
Instelling : Brachfeld, Sylvain, Ils n'ont pas eu les gosses
Collectie : coll. Marie Blum
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Kinderen keren terug uit Mechelen na de razzia van oktober 1942.

Een clandestiene actie

De tehuizen van de VJB staan onder controle van de bezetter en zijn bijgevolg verre van veilig voor de Joodse kinderen die altijd “binnen handbereik” (greifbar) blijven. Vanaf september 1942 verdubbelt de afdeling ‘Kinderen’ van het Joods Verdedigingscomité (JVC) zijn inspanningen om kinderen in noodschuilplaatsen onder te brengen, bij particulieren of in instellingen. 

De solidariteit tussen Joden en niet-Joden is onontbeerlijk. Maurice Heiber - zowel lid van de VJB als van het JVC, en belast met de uitbouw van de afdeling ‘Kinderen’ - begrijpt de noodzaak om een netwerk op te zetten. Wie is beter geplaatst dan de directrice van het NWK om in het aanvalsplan geïntegreerd te worden ? 

Yvonne Nèvejean gebruikt het raderwerk van het NWK en wordt een ware draaischijf voor het verbergen van kinderen. Ze onderhoudt geregeld contact met Yvonne Jospa, verantwoordelijke voor het zoeken van schuilplaatsen binnen de afdeling ‘Kinderen’, voor een stand van zaken van de mogelijkheden: gezinnen, weeshuizen, vakantiekolonies, sanatoria, kloosters, internaten, een waar adresboek voor het verbergen van kinderen wordt ter beschikking gesteld en dit tot de laatste uren van de bezetting. 

Natuurlijk mag er binnen het NWK niets officieel gebeuren. De actie van Yvonne Nèvejean krijgt nochtans steun en zelfs medewerking: haar secretaresse is haar rechterhand, anderen begeleiden kinderen of worden ambulante verpleegsters. In de zetel van het NWK, Gulden Vlieslaan nr. 67, vinden soms vergaderingen plaats van het VJC of verblijven Joodse kinderen in afwachting van een meer definitieve huisvesting. 

Yvonne Nèvejean draagt ook bij aan de financiering van deze actie. Ze dikt het aantal kinderen in de officiële tehuizen aan, waardoor ze de extra subsidies en rantsoenbonnen kan verdelen over de tehuizen voor verborgen kinderen. Ze klopt ook aan bij groeperingen en Belgische bankinstellingen en zelfs bij de regering in ballingschap via de Inlichtings- en Actiediensten. 

Want een minder bekend aspect van de clandestiene activiteiten van Yvonne Nèvejean is haar deelname aan de Inlichtings- en Actiedienst Tournay, opgericht en geleid door Walter Ganshof van der Meersch, die wordt opgevolgd door Willy Loppens. Ze werd erkend in de graad van luitenant, bewaarde de meest geheime archieven van de inlichtingsdiensten en kopieerde de berichten tussen Londen en het bezette land. Dank zij deze activiteit, van begin maart 1941 tot september 1944, ontvangt ze min of meer regelmatig fondsen.

Yvonne Nèvejean is door haar functies binnen het NWK gedwongen samen te werken met de bezetter. Onder haar gesprekspartners herkent ze personen die ze voor de oorlog had leren kennen, meer bepaald Erich Hilgenfeldt. Hij is een hoge SS-officier en verantwoordelijke van de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt (NSV); hij was de Duitse vertegenwoordiger bij de Internationale Kinderhulp (IKN), waar het NWK lid van is en waarvan Yvonne Nèvejean secretaris is. 

De bezetter is goed op de hoogte van de activiteiten van Yvonne. Ze wordt verschillende keren ondervraagd door de Geheime Feldpolizei (GFP), die haar ook soms laat controleren of er zich geen enkele Jood in haar instellingen bevindt. De kantoren van het NWK worden herhaaldelijk doorzocht, zonder gevolg. Nochtans zouden tientallen personen af geweten hebben  van haar activiteiten.

 

Na de oorlog

De bevrijding betekent niet het einde van de bekommernissen van het NWK op het terrein: bij de moeilijke bevoorrading qua voeding, melk, brandstof, kleding en geneesmiddelen komen nog de huisvestingsproblemen ten gevolge van de bevrijdingsgevechten. 

Het Reich is nog niet uitgeteld als Yvonne Nèvejean al een rol speelt in de Joodse heropbouw. Het NWK blijft de kindertehuizen financieren die geleidelijk aan uit de clandestiniteit treden. In oktober 1944 richt ze mee de “Aide aux Israélites Victimes de la Guerre (AIVG)” op. Deze vereniging is de opvolger van het Joods Verdedigingscomité (JVC) en wordt later de Joodse Sociale Dienst. 

Yvonne Nèvejean krijgt na de oorlog erkenning. Ze ontvangt het ereteken van Ridder in de Leopoldsorde met palmen, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, het Oorlogskruis 1940 met palmen en de titel van officier in de Leopoldsorde. Ze ontvangt ook de Medaille van de Weerstand en de Herinneringsmedaille aan de Oorlog 1940-1945. 

In 1965 wordt ze door Yad Vashem erkend als “Rechtvaardige onder de Volkeren” en wordt zo voor altijd opgenomen in de Joodse herinnering. Tot haar overlijden in 1987 heeft Yvonne Nèvejean de verschillende echelons van het NWK doorlopen: van jong afgevaardigde tot directrice en dan voorzitster; ze zorgt voor de “propaganda”, de Franse en Vlaamse tijdschriften, het internationale tijdschrift. Ze bekleedt ook de functies van inspectrice, secretaris-generaal en bureauchef. 

Haar overlijden op 10 augustus 1987 op 87-jarige leeftijd beroert heel wat gemoederen. Al is ze in alle stilte overleden, toch zit de kerk bij haar begrafenis barstensvol. Zij heeft zelf nooit kinderen gehad, althans niet in de biologische zin van het woord, maar ze heeft zoveel bijgedragen tot de redding van andere kinderen. 

Begin mei 1996 verkrijgt de vereniging ‘Het ondergedoken kind’ de uitgave van een postzegel met haar beeltenis in het kader van de reeks “Europa” over beroemde vrouwen. Datzelfde jaar wordt er voor haar gedachtenis een boom aangeplant in het Park der Rechtvaardigen in Israël. 

Er verstrijken enkele jaren voor de herinnering aan haar in het publiek domein wordt verankerd. In 2019 huldigt de stad Brussel de Yvonne Nèvejeanstraat in , een straat die uitgeeft op de Andrée de Jonghstraat in de Tivoliwijk in Laken. Op 13 oktober 2022 krijgt de 162ste promotie Sociale en Militaire Wetenschappen van de Koninklijke Militaire School de naam Yvonne Nèvejean.

yvonne-nAvejean_timbre.jpg
Collectie : privé collectie
Auteursrecht : Droits réservés
Oorspronkelijke legende : Uitgave van een postzegel ter ere van Yvonne Nèvejean in het kader van de reeks “Europa” over beroemde vrouwen (1996).
yn_yad-vashem_14473430.jpeg
Instelling : Yad Vashem
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Yvonne Nèvejean, s.d.

Bibliografie

BRACHFELD S., Ils n'ont pas eu les gosses: l'histoire de plus de 500 enfants juifs sans parents fichés a la Gestapo et placés pendant l'occupation allemande dans les homes de "Association des Juifs de Belgique" (A.J.B.), Institut de Recherche sur le Judaïsme Belge, 1989.

HAAG J., « Nevejean Yvonne (1900-1987) », dans Encyclopedia.com, https://www.encyclopedia.com/r...

STEINBERG M., L’étoile et le fusil. La traque des Juifs 1942-1944, Vie Ouvrière, 1986.

Van Doorslaer, Rudi, Emmanuel Debruyne, Frank Seberechts, Nico Wouters, et Lieven Saerens. Gewillig België: Overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen: Meulenhoff/Manteau, 2007.

Deze pagina citeren
Nèvejean Yvonne
Auteur : Carmon Romane
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/nevejean-yvonne.html