wagon.jpg
Instelling : © NMBS Groep, Brussel – Groupe SNCB, Bruxelles
Oorspronkelijke legende : Voor de eerste maal werden de joden weggevoerd in dit type rijtuig.
België in oorlog / Artikels

19 april 1943. Transport XX: trein van de bevrijding, helletrein

Thema - Verzet - Jodenvervolging

Auteur : Schram Laurence (Instelling : Kazerne Dossin)

“De trein stopte en we hoorden een stem buiten roepen: ‘Kameraden, ik schuif de deur open…’ en de schuifdeur ging krakend open. Mensen begonnen uit de trein te springen… En ik ook. Het is beter te sterven dan deze reis voort te zetten, zei ik tegen mezelf. Ik sprong de tree af, voelde geen inspanning of vermoeidheid, en nadat ik de rails was overgestoken, wierp ik mezelf op mijn knieën op de grond. Ik kroop op handen en voeten in het gras, zolang ik maar wegkwam van die vervloekte trein die nog steeds stilstond. Rondom klonken de schoten, heel dichtbij, dus ging ik op mijn buik (…) op de grond liggen terwijl ik wachtte tot deze trein die zoveel leed en ongeluk met zich meebracht weer in beweging zou komen...“

Zo beschreef Chaja Anisfeld haar ontsnapping uit het Transport XX. Weggevoerde nr. 799 zat in een goederenwagon waarvan drie jongelui erin geslaagd waren de deuren te openen.

Een actie enig in Europa

In de nacht van 19 april 1943, begonnen Youra (Georges) Livschitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon, even moedig als onbewust van het gevaar, aan een in Europa unieke actie: de overval op een transport van Joodse weggevoerden met als enig doel hen te bevrijden. De drie oude vrienden waren ongetwijfeld beïnvloed door Hertz Jospa. De oprichter van het Joods verdedigingscomité (JVC) had het idee wel opgeworpen, maar hij wist goed genoeg dat zijn kameraden van het JVC en de partizanen van het Onafhankelijkheidsfront (OF) aan zo’n gevaarlijke verzetsactie zouden beginnen.

Enter Youra Livschitz. In zijn kennissenkring –Richard Altenhoff- kon hij zich een klein kaliber aanschaffen. Hij kon Jean Franklemon en Robert Maistriau, twee oude atheneumvrienden, overtuigen mee te doen. De overval was in der haast voorbereid en zou zonder enige aarzeling, totaal onbewust van het gevaar en erg amateuristisch worden uitgevoerd. De drie jongelui vertrokken met de fiets. Hun enige uitrusting  bestond uit een revolver, een stormlamp, een kniptang en 50 000 BFr. in kleine coupures. Het geld zou verdeeld worden onder de ontsnapten om hen te helpen in hun vlucht. Ze verstopten zich in het struikgewas tussen Boortmeerbeek en Wespelaar na de lamp te hebben aangestoken die de machinist het sein moest geven om te stoppen. Youra zou die dan onder schot houden terwijl zijn handlangers zoveel mogelijk schuifdeuren zouden ontgrendelen, de weggevoerde joden uit de wagons zouden helpen en hen enkele biljetten geven.

In hun haast hadden ze er niet mee gerekend dat de bewaking van de trein versterkt was. Voor het eerst zaten er Schupos vooraan. Niets gebeurde zoals gepland. Youra kreeg met de wachten te doen en moest opgeven. Franklemon werd geneutraliseerd door een Schupo. Ook hij moest vluchten. De wachters openden het vuur terwijl  Maistriau erin slaagde de deuren van slechts één wagon te forceren. Hij bevrijdde 17 personen die allen een nummer rond de 750 hadden op de deportatielijst. 

livschitz.jpg
Instelling : Nationaal memoriaal Fort Breendonk, Willebroek
Oorspronkelijke legende : Youra (Georges) Livschitz (1917–1944)

En daarna…

Arrivée des Juifs
Instelling : Kazerne Dossin
Collectie : Fonds Kummer
Auteursrecht : KD, Fonds Kummer
Oorspronkelijke legende : De aankomst van opgeroepen Joden op de binnenplaats van Kazerne Dossin, Mechelen, circa 27 juli 1942.
Webcaptie :

Naast deze specifieke actie slaagden 219 andere weggevoerden erin op eigen kracht uit het Transport XX te ontsnappen. Dat was in het doorgangskamp van Dossin zelf voorbereid met de hulp van joodse werkkrachten in de administratie of de werkplaatsen van het kamp.

Het is zo dat de atmosfeer in het kamp veranderd was. De konvooien van 1943 volgden zich niet meer zo vlug op. De joden doken onder. De twijfel over het lot van de 18 000 reeds weggevoerde mannen, vrouwen en kinderen was slopend. Nieuws van hen kwam er niet en de sluikpers bracht alarmerende geruchten of berichten. Op 17 oktober 1942 schreef het inwendig bulletijn van hetOna fhankelijkheidsfront:

“ De Gestapo bereidt zich voor om de hele Joodse bevolking van België te deporteren. Tienduizenden mensen worden blootgesteld aan een angstaanjagende dood. De tijd dringt. […] Door je te verzetten, kan je lot niet erger zijn dan wanneer je je naar de slachthuizen van Polen laat leiden“.

In het doorgangskamp heersten wanhoop en paniek . Chaja Wajcblum getuigt: ” Openlijk werd ons niet gezegd dat we ter dood veroordeeld waren, maar we waren er allen van overtuigd dat we zouden sterven”. Personen die opnieuw ontsnapten; werden opgepakt en teruggebracht naar Dossin waar ze over hun avontuur vertelden, vooral dan over de escorte die op de vluchters schoot. De SS’ers werden steeds zenuwachtiger en wantrouwender. 

De « wagon van het verzet »

Toch besefte de Sipo-SD niet dat ze kort geleden al een tiental joodse verzetslui uit Brussel had opgepakt. Deze werden behandeld als “ras-joden” en niet als politieke tegenstanders en dus in Mechelen opgesloten. De “Brusselaars” groepeerden zich en zochten contact met een aantal geprivilegieerde geïnterneerden die in de administratie of de ateliers van het kamp werkten. Ze wisten niet dat er in Brussel een overval op het Transport XX beraamd werd en organiseerden in het geheim zelf een ontsnappingspoging. De bedoeling was samen in dezelfde wagons te raken waar ze dan onder het stro materiaal zouden vinden, verstopt door elektriciens, timmerlui, schoenmakers, pakjesdragers enz.

Die hachelijke onderneming kon alleen lukken dankzij de medewerking van Eva Fastag, de joodse secretaresse van de dienst registratie, om de wegvoeringslijsten te vervalsen. De jonge vrouw ging ermee akkoord sommige bladzijden van de lijsten opnieuw te typen. De verzetslui Jacques Cyngiser, Abraham Fischel, Icek Wolman, Dyna Rosenstein, Abraham Bloder en Meyer Tabakman kwamen zo in de “wagon van het verzet” terecht. Cyngiser werd als “wagonhoofd” gekozen en was dus verantwoordelijk voor alles wat tijdens de reis zou gebeuren. Voor de partizanen was het dus essentieel in de “goede” wagons te zitten met weggevoerden die ook wilden ontsnappen of die hen tenminste niet zouden tegenhouden. 

Om ontsnappingen te voorkomen, vervingen de nazi’s voor het eerst reizigerstreinen door goederenwagons. De openingen werden afgesloten met prikkeldraad of met planken. Onmiddellijk na het vertrek verwijderden degenen die besloten hadden te ontsnappen de planken en kropen buiten. Andere weggevoerden volgden hun voorbeeld. Ze waren er ongetwijfeld allen van overtuigd dat hun leven nu op het spel zetten beter was dan de dood aan het einde van de reis. 




wagon.jpg
Instelling : © NMBS Groep, Brussel – Groupe SNCB, Bruxelles
Oorspronkelijke legende : Voor de eerste maal werden de joden weggevoerd in dit type rijtuig.

Een akelige rekening

De rekening voor degenen die hun kans waagden was dodelijk. 26 op de 236 ontsnapten werden tijdens hun vlucht neergeschoten of dodelijk gekwetst. 92 werden er opgepakt en vanuit het doorgangskamp Mechelen of elders opnieuw weggevoerd.

Op 22 april bereikte het Transport XX met 1395 weggevoerden de Alte Judenrampe midden op het open veld tussen Auschwitz en Birkenau. De selectie verliep niet van een leien dakje, de joden bleken ongehoorzaam en in paniek. De SS’ers die de selectie moesten uitvoeren klaagden daar later te Berlijn over, klacht die aan de Sipo-SD Brussel en aan het kamp te Mechelen werd doorgegeven.

Na de selectie werden 874 joden (63 % van het totaal), vooral vrouwen, kinderen en ouderen vermoord in de nieuwe gaskamers-crematoria van het vernietigingskamp Birkenau. De andere weggevoerden werden geschoren, getatoeëerd en verplicht tewerkgesteld in Auschwitz-Birkenau. Vele geselecteerde vrouwen dienden als menselijke proefkonijnen voor de SS-dokters van het sinistere Block X van Auschwitz. Toch bleek het aantal overlevenden van het Transport XX hoog: 151, waarvan drie kinderen van minder dan 15 jaar. Het overlevingspercentage (11 %) van dit transport lag verbazend hoger dan het gemiddelde van 5 %. 

En de drie jonge helden?

De gevolgen van de heldhaftige onderneming van de drie jongelui bleken dramatisch. Youra Livschitz werd verraden en viel op 26 juni 1943 in handen van de Sipo-SD. Hij werd ter dood veroordeeld en kwam op 17 februari 1944 als “terroristische gijzelaar” voor het vuurpeloton. Jean Franklemon werd op 4 augustus 1944 aangehouden en opgesloten in Breendonk en in de gevangenis van Sint-Gillis. Hij werd weggevoerd naar de concentratiekampen Sonnenburg en Sachsenhausen maar overleefde het. Robert Maistriau werd lid van de Groep G, een sabotage-netwerk. Hij werd aangehouden op 20 maart 1944, opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis en Breendonk en in mei 1944 weggevoerd naar Buchenwald. Hij werd bevrijd in Bergen-Belsen. In 1949 kende Yad Vashem hem de titel “Rechtvaardige onder de Volkeren” toe.

statue_20th_convoy_2.jpg
Instelling : https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Statue_20th_convoy_2.jpg
Collectie : SA (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/)
Oorspronkelijke legende : Het tweede standbeeld gemaakt ter nagedachtenis van de verzetsactie tegen het 20e Jodentransport. Locatie: treinstation Boortmeerbeek.

Bibliografie

Marc Michiels en Mark Van den Wijngaert, Het XXste transport naar Auschwitz. De ongelijke strijd op leven en dood, Antwerpen, Standard Uitgeverij, 2012.

Laurence Schram, Dossin, l’antichambre d’Auschwitz, Bruxelles, Racine, 2017.

Laurence Schram, Biographie de Robert Maistriau, in : Nouvelle Biographie nationale - 13, Bruxelles, Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, juin 2016, pp. 234-236, https://academieroyale.be/Acad....

Maxime Steinberg & Laurence Schram, Le XXe transport - Malines-Auschwitz, Malines, VUB Press, 2008.

Archieven

ARA-Bestuur Oorlogsslachtoffers, Dossier SDR 294 353, Landau Leon, 19/06/1910, Antwerpen ; Dossier SDR 56.499, Livschitz Youra (gezegd Georges), 30/09/1917, Kiev.

ARA-Bestuur Oorlogsslachtoffers, Steekkaarten van de joden/zigeunervervolging en –wegvoering in België (zgn. SD-fichier), Fiche Gorski David, 23/09/1904, Liberman Rubin, 27/03/1896.

ARA-Bestuur Oorlogsslachtoffers, R.497 - Tr. 246 139, Onderzoeksverslag Jean Franklemon.

Militair Auditoraat, Proces Boden, Farde 2, Sectie 4 – Algemene getuigen (D), Verhoor Drummer-ova Eugénie, Brussel, 8 augustus 1949 ; Farde 3, Sectie 2 - Zaken Vanderham Bernard en Israëls Betty (B), Verhoor Marcus Alfred, Brussel, 29 april 1949 ; Farde 3, Sectie F – Aantasting van de eerbaarheid , doc. nr 305, Verhoor Wajcblum Chaja, Luik, 21 maart 1949.

CEGESOMA, 183-0143, « Je suis un évadé », in: Le Flambeau, n° 1, mars 1943, p. 3.

CEGESOMA, 183-0143, « Les Beautés de l’Ordre nouveau », in: Le Flambeau, n° 1, mars 1943, p. 1.

K.D., Fonds Blum, Interview Eva Fastag door Johannes Blum, Strasbourg, 9 juni 2004.

Mémorial de la Shoah, XXVc-240, Telex van 29/04/1943 van SS-Sturmbannführer Rolf Günther, Reichssicherheitshauptamt (RSHA) Berlin, aan de  Sipo-SD commando’s Den Haag, Parijs, Brussel en Metz mbt de wegvoering van joden in het kamp Auschwitz.

Wiener Library, Getuigenis Cyngiser, Jacques, Doc. N°. P.III.g. N° 1049 : 34 blz. Reel : 52.

 

Zie ook

bso-97-j-bourgeois.jpg Artikels Jodenvervolging (De) onder de Duitse bezetting Schram Laurence
Deze pagina citeren
19 april 1943. Transport XX: trein van de bevrijding, helletrein
Auteur : Schram Laurence (Instelling : Kazerne Dossin)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/19-april-1943-transport-xx-trein-van-de-bevrijding-helletrein.html