In het hart van Forchies-la-Marche kwam in 1941 een verzetsnetwerk tot stand. Onder leiding van Groep G en andere lokale bewegingen werd deze arbeidersgemeente het toneel van een reeks gedurfde en gevarieerde acties die een weinig bekend facet van de stad onthullen. Onder leiding van Marcel Hachez onderscheidde Groep G zich door verschillende sabotagedaden. Deze daden van rebellie belichten een onontdekte lokale dimensie van de strijd tegen de Duitse bezetting.
Forchies-la-Marche en Fontaine-l'Evêque: een gedeelde geschiedenis
Forchies-la-Marche is een gemeente in het industriebekken van Charleroi. De gemeente ligt ten zuidwesten van Charleroi en ten noordwesten van Fontaine-l'Evêque. In 1939 telde Forchies-la-Marche 5.193 inwoners. Voor en tijdens de bezetting werd de gemeente bestuurd door socialistische burgemeesters: Victor Durant-Glas van 1933 tot 1938, opgevolgd door Noël Josse van 1938 tot 1942. Na de oprichting van het door Rexisten bestuurde Groot-Charleroi verloor de gemeente haar autonomie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden op verschillende plaatsen grote operaties plaats. Het station van Forchies-la-Marche was bijvoorbeeld het doelwit van talrijke sabotagedaden. De nabijgelegen terrils en bossen waren ook van strategisch belang tijdens de bevrijding. Op 5 september 1944 waren de gevechten op de Terril du Pétria n°1/2, aan de rand van Fontaine-l'Evêque, en de gevechten in het Bois en het Petit Bois van Forchies-la-Marche belangrijke gebeurtenissen waarbij Groep G en het Onafhankelijkheidsfront (OF) betrokken waren.
De verzetsmensen van Forchies-la-Marche: wie zijn zij?
Van de vijfduizend inwoners van Forchies-la-Marche speelden er ongeveer 150 een rol in het verzet. Wat was hun profiel? Tot welke groep behoorden ze en wat deden ze?
De leden van het lokale verzet waren overwegend mannen, op basis van de gegevens in de erkenningsdossiers 86% mannen tegenover 14% vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de verzetslieden bij de start van hun verzetsengagement schommelde tussen de 10 en 66 jaar, met een gemiddelde van 35 jaar. Hun gemiddelde diensttijd bedroeg ongeveer 1 jaar. Deze korte periode van activiteit kan worden verklaard door de massale mobilisatie in het begin 1944 en vooral in de maanden na de landing van de geallieerden in Europa.
Hun beroepen waren gevarieerd. De arbeiders vormden de meerderheid, wat niet verwonderlijk is in een industriestad. Daarna volgden de bedienden, van wie de meesten in dienst waren van de lokale mijnbouwbedrijven. Ambachtslieden en winkeliers vormden de derde beroepscategorie in de stad. De meerderheid van de vrouwen in Forchies-la-Marche was huisvrouw, de rest werkte in de handel.
De meerderheid van de verzetsmensen was getrouwd (71%). De rest (29%) was alleenstaand (25%) of weduwnaar/weduwe (4%). Ondanks het hoge percentage getrouwde mannen en vrouwen, had de overgrote meerderheid echter geen kinderen. Als ze getrouwd waren, hadden ze gemiddeld slechts één kind.
De verzetsmensen woonden voornamelijk in het centrum van de stad, langs de vijf hoofdassen of in de buurt van de lokale verantwoordelijken. Dit creëerde een strategisch gepositioneerd verzetsnetwerk in de buurt van belangrijke doorgangsroutes en sabotagepunten.
Er ontstonden verschillende verzetsbewegingen in de gemeente. De best vertegenwoordigde organisatie was Groep G. Van de 23 organisaties die in Forchies-la-Marche aanwezig actief waren, waren de twee grootste Groep G en het Onafhankelijkheidsfront. Groep G telde 102 leden, waaronder 23 leden van de ‘Unie van Belgische Patriotten’. Het OF, inclusief de Patriottische Milities (16 leden) en de Gewapende Partizanen of het Belgische Partizanenleger (17 leden), telde 52 leden.
De typische verzetsmens uit Forchies-la-Marche was dus een 35-jarige man, getrouwd en afkomstig uit het arbeidersmilieu. Hij woonde in het centrum van Forchies, werkte waarschijnlijk als arbeider in een mijnbouwbedrijf en was voor een jaar aangesloten bij Groep G.
Groep G: van verzetsacties tot de bevrijdingsgevechten
De eerste verzetsacties, op initiatief van leden van het Onafhankelijkheidsfront, dateerden uit het jaar werden gepleegd in 1941. Het jaar daarop ontstond Groep G. Deze twee bewegingen - en Groep G in het bijzonder - groeiden in de loop van de oorlog sterk aan, vooral in 1944.
De Groep “Gérard”, opgericht in 1942 door ingenieurs, vrijdenkers en antifascisten van de ULB, legde zich voornamelijk toe op sabotage. De groep was georganiseerd in verschillende regio's, sectoren en cellen, onder toezicht van een nationaal hoofdkwartier. De groep Forchies-la-Marche, gelegen in regio VII, sector 76, werd opgericht in november 1943. Deze groep omvatte de gemeenten Piéton, Gouy-lez-Piéton, Fontaine-l'Evêque en Trazegnies.
Marcel HACHEZ, de lokale leider van het netwerk, werd in 1943 aangeworven door de regionale leiders Maurice Dooms en Henri Sergheys. Hachez had veel taken. Als hoofd van sector 76 rekruteerde hij 110 mannen voor Groep G en begeleidde hij hen bij hun sabotagetraining. Hij plande en superviseerde meer dan tien acties tegen spoorwegen, spoorweginstallaties en hoogspanningsmasten. Hij organiseerde ook het transport van wapens, munitie en explosieven voor de geplande operaties.
Ondanks de verschillende acties van deze groep en de aanhoudende inspanningen van de verzetsmensen van Forchies-la-Marche, bevatten de archieven van de beweging echter weinig grootschalige operaties in de gemeente.
Desondanks werd de stad getroffen door Duitse repressie. Op 25 juli 1944 werden ongeveer zeventig inwoners van de gemeente als gijzelaars gearresteerd tijdens een razzia die waarschijnlijk werd uitgevoerd als represaille voor sabotage door de G-groep. De razzia werd uitgevoerd door de Feldgendarmerie en de brigade Z van Rex; 17 van hen werden gedeporteerd, 4 van hen stierven tijdens de deportatie.
De bevrijding
De gevechten van 5 september 1944 hebben een stempel gedrukt op de plaatselijke geschiedenis. Begin september, tijdens de bevrijding van het land en terwijl de geallieerden oprukten op de Grand Route de Fontaine, vonden er gevechten plaats tussen het lokale verzet en terugtrekkende Duitse soldaten. Die weigerden zich over te geven en organiseerden sabotageacties om de opmars van de geallieerden en de bevrijding van het land te vertragen. Deze acties werden geleid door twee Duitse officieren die het bosje aan de voet van Terril nr. 2 in Fontaine- l'Evêque in handen hadden. Tijdens de manoeuvres van het verzet verschoven de gevechten naar Terril nr. 1, rue de Roux (Fontaine), het Bois de la Marche, het Petit Bois (Forchies) en het Bois de 14 (Piéton).
De meeste verzetsmensen waren aangesloten bij Groep G en het Onafhankelijkheidsfront. De leden van “G”, waren beter bewapend en speelden een meer beslissende rol. Deze slag symboliseerde de laatste Duitse opflakkering in de regio. Het verzet, militair gesteund door de Amerikanen, overwon de Duitsers. Vijftien inwoners verloren het leven in wat op zich zinloze gevechten waren, omdat de Duitsers gedwongen waren zich over te geven aan de Amerikanen, die geleidelijk de controle over de stad overnamen.
Twee oorlogsmonumenten, in de rue du 5 septembre in Fontaine en in het Bois de la Marche in Forchies, eren de slachtoffers. Bovendien herdenkt een straat in Forchies-la-Marche sinds 1977 een lokale verzetsman: Raoul Vanderick, hoofd van de OF-sector in 1944 en burgemeester van Forchies-la-Marche van 1947 tot 1965. Zijn naam blijft verder leven in het dagelijkse leven van de gemeente: de rue Paul Pastur werd omgedoopt in de rue Raoul Vanderick.
Bibliografie
- Brussel, CegeSoma/Rijksarchief, Aanvragen voor de erkenning in het statuut van IAA, Forchies-la-Marche.
- Brussel, Archief van het Onafhankelijkheidsfront, Museum van de Weerstand, Aanvragen voor de erkenning in het statuut van GW, Forchies la-Marche.
- Brussel, Algemeen Rijksarchief 2, Archief André Hautain (Groep G), Geschiedenis van regio VII, 547_FICINV_AA1473.
- Fabrice MAERTEN, Du murmure au grondement: la résistance politique et idéologique dans la province de Hainaut pendant la Seconde Guerre mondiale (mai 1940-septembre 1944), Vol. I, Bergen, Hannonia, 1999.
- Michel MAIRIAUX, Le Dico des rues. Fontaine-l’Evêque – Forchies la-Marche – Leernes, Brussel, Uitgeverij Le Pas des Ages, 2020.
- Joseph PARÉE, « Histoire de la ville de Fontaine-l’Evêque », in: Le petit musée virtuel de Fontaine-l’Evêque, http://www.bivort.com/histoire/fontaine02.asp#guerre4045 (geraadpleegd op 30 maart 2023).