In de zomer van 1942 sloot het net rond de Joden zich steeds meer. Na de bedrieglijke oproepen – de Joden kregen een tewerkstellingsbevel of Arbeitseinsatzbefehl – volgden de razzia’s. Die begonnen in Antwerpen in augustus 1942 en werden begin september voortgezet in Brussel. Daarna was het de beurt aan de kleine Joodse gemeenschap van Charleroi.
1918-1940: een gemeenschap immigranten vestigt zich in Charleroi
De Joodse gemeenschap van Charleroi bestond in 1942 hoofdzakelijk uit families met jonge kinderen afkomstig uit de immigratiebeweging na 1918. Het ging vooral om buitenlandse Joden uit Polen, Rusland of Roemenië die aangetrokken werden door het gebrek aan arbeidskrachten in de industriebekkens na 1918. Er ontstond een kleine Joodse wijk in de straten van de Ville-haute (in de buurt van het stadhuis, Charleroi-Noord of in de Broucheterre). Sinds 1928 was er in Charleroi een officieel erkende Israëlitische gemeenschap. De Joden van Charleroi vertoefden dikwijls op de markten of in de leurhandel. De gemeenschap telde in 1940 ongeveer drieduizend personen.

Collectie : Foto nr. 101399 uit het Fonds UPJB, tentoonstelling "Herbes amères"
Weblegende : Foto genomen omstreeks het begin van de jaren dertig voor het restaurant met het opschrift Swierszczyk, rue Chavannes nr. 16. Van links naar rechts: de genaamde Potaznik en zeer waarschijnlijk Mendel Swierczyck
De Joden van Charleroi in 1940-1942
Conform de anti-Joodse verordeningen van het militaire bezettingsbestuur werden de Joden in Charleroi, zoals overal in België, geregistreerd (972 volwassenen in de agglomeratie Charleroi). Ook volgde de opheffing van de Joodse handelszaken en de oprichting van een lokale afdeling van de Vereniging der Joden in België (VJB).
SS-adjudant Heinrich Knapkotter, lid van de Sipo-SD (Gestapo), werd aangesteld als Judenreferent en is belast met Joodse aangelegenheden. Maar Knapkotter weet niet dat er sinds 1940 en de terugkeer van veel Joden na de zogenaamde ‘exodus’, een clandestiene verzetsorganisatie bestond, de “Solidarité juive”, dat later overigens de lokale afdeling werd van het Joods Verdedigingscomité (JVC).
De kern van de verzetsorganisatie bestond uit drie vooroorlogse communistische militanten: Pinkus of Pierre Broder, Shmerl of Sem Makowski en Max Katz. In de lente van 1942 was dit trio Joods-communistische verzetslieden geïnfiltreerd in de lokale afdeling van de VJB (1 112 geregistreerde personen) met als voorzitter de handelaar Jules Mehlwurm. Max Katz was er zelfs secretaris van geworden.

.jpg)

Collectie : Inventarisnummer 3929
Weblegende : Antisemitische betoging van rexisten tegen het bedrijf van de familie Hecht in de Joods wijk in Charleroi (rue du Mambourg) tijdens de herfst van 1940.
Overlap tussen twee soorten oproepen
Kort na de invoering van de Jodenster in juni 1942 (verdeeld door de rexisten die intussen Groot-Charleroi besturen), kwam er een overlap tussen de eerste oproepen voor Mechelen en die van het Arbeidsbureau van Charleroi (ook in handen van de rexisten) voor een verplicht geneeskundig onderzoek op 31 juli 1942, met het oog op de verplichte tewerkstelling van de Joden.
Sinds de gedwongen sluiting van de Joodse handelszaken midden 1942 waren de Joden gereduceerd tot paria’s die ingezet konden worden naar wens. Ongeveer 200 jonge Joodse volwassen mannen boden zich aan voor het medisch onderzoek, ondanks de oproep van het verzet om niet te gaan. Zij werden in een trein geduwd richting de werkkampen van de Organisation Todt om ter hoogte van Boulogne-sur-Mer mee te bouwen aan de Atlantikwall.
.jpg)
Weblegende : Afbeelding van een bruidspaar (Rosa Bialek en Abraham Keuch) dat een Jodenster draagt, voor het stadhuis van Charleroi. Het paar verdween enkele dagen later naar Auschwitz.
Het Joods verzet in Charleroi verschijnt ten tonele
Op 22 september 1942 iets na 19 uur, verliet Jules Mehlwurm, de voorzitter van de VJB van Charleroi, het kantoor van Knapkotter. Die had hem net de opdracht gegeven om de volgende morgen om 9 uur naar het bureau van de Gestapo te komen met een lijst van alle Joden in de stad. Mehlwurm voelde dat hij in de val zit. Hij riep zijn secretaris Max Katz bij zich… Katz kwam zeer snel aan bij Mehlwurm samen met Pierre Broder en Sem Makowski. Hij stelde zijn vrienden uit het verzet voor aan een stomverbaasde Mehlwurm, die zich dan pas het bestaan realiseerde van een Joods verzet dat bovendien geïnfiltreerd was in de VJB van Charleroi.
De verzetslieden eisten dat Mehlwurm op eigen risico de gevraagde lijst aan Knapkotter overhandigde. Als tegenprestatie beloven ze hem onmiddellijk een onderduikplaats te vinden voor zijn vrouw en dochter. Mehlwurm had geen keuze. De vier mannen stelden in de rest van de nacht een valse lijst op om de Duitsers te misleiden.
De volgende morgen kreeg Knappkotter de valse lijst en liet hij Mehlwurm gaan. Die gaf de kas van de VJB aan de verzetslui en vluchtte naar de streek van Namen, naar zijn vrouw en dochter. De VJB van Charleroi had zichzelf zo opgeblazen. Terwijl de Duitsers vrachtwagens en pelotons Feldgendarmen verzamelden, begonnen de verzetslieden aan een race tegen de klok. Ze haastten zich per fiets op weg om alarm te slaan. Iedereen moest direct weg uit zijn huis en kreeg een onderduikadres.
In het begin van de namiddag schoten de Duitsers in actie en hadden ze al vlug door dat ze om de tuin waren geleid wanneer ze aanbelden aan huizen die verlaten waren of werden opgedaan door niet-Joden. Ze trokken woedend naar de Joodse wijk. Al wie het advies van de verzetslieden had gevolgd om zijn huis onmiddellijk te verlaten, was echter voorlopig buiten gevaar.
.jpg)
Collectie :
Weblegende : Jules Mehlwurm is voorzitter bij de VJB van Charleroi

Weblegende : Een laatste foto van Max Katz, die in 1944 gearresteerd werd onder de valse naam Charles Gilbert en in 1945 verdween in Buchenwald. De foto stond op zijn identiteitskaart, die in december 1941 vernieuwd werd in Charleroi.
De balans van de mislukte razzia en de Shoah in Charleroi
Zoals bleek uit de lijst van het XIde konvooi, het transport dat na de razzia vanuit Mechelen vertrok, waren er slechts 27 Joden die de verzetslieden niet hadden kunnen verwittigen en die in handen vielen van de Duitsers. Maar het Joods verzet van Charleroi kon honderden anderen redden. Het behaalde een ongezien succes en heeft tot de bevrijding deze onderduikers beschermd en onderhouden in de clandestiniteit.

Weblegende : Reconstitutie van het Joods verzetsnetwerk van Charleroi
Bibliografie
Broder, Pierre. Des Juifs debout contre le nazisme. Présenté par Maxime Steinberg, Brussel,1994.
Vagman, Vincent. Présence juive à Charleroi. Histoire et Mémoire, Namen, 2015.
Vagman, Vincent. Présence juive à Charleroi : fin d’un siècle et… fin d’un cycle, in Charleroi 1666-2016, 350 ans d’histoire des hommes, des techniques et des idées. Colloquium Charleroi, 23 en 24 septembre 2016, Koninklijke Academie van België, Brussel, 2016, p. 307-316.
Mémoire de la résistance juive de Charleroi. 1942 La gestapo piégée. Een realisatie van Zakhor-Belgium, op initiatief van de Foyer israélite de Charleroi, met steun van de Federatie Wallonië-Brussel en de dienst onderwijsdidactiek geschiedenis van de Universiteit van Luik - 3 september 2017)
De permanente tentoonstelling van het memoriaal voor het Duits verzet (Gedenkstätte Deutscher Widerstand) Stille Helden - Verzet tegen de Jodenvervolging in Europa 1933-1945 biedt een nieuwe expo over reddingsoperaties van Joden in verschillende bezette gebieden. Voor België werd gekozen voor de razzia die werd voorkomen in Charleroi.
Twee interactieve kaarten met informatie over de Jodenvervolging in Charleroi: