België in oorlog / Personen

Cornet Clotaire

Thema - Verzet

Auteur : Santimaria Alexis (Instelling : UCLouvain)

Om deze pagina te citeren

Burgemeester, dokter en verzetsstrijder, drie woorden die het leven en de inspanningen van Clotaire Cornet in Montigny-le-Tilleul tijdens de Duitse bezetting beschrijven.

Van dokter tot liberale burgemeester

Clotaire Camille Ghislain Joseph Cornet (1906-2001) werd in Luttre geboren op 1 maart 1906, als tweede zoon van Nestor Cornet, spoorwegbeambte en lid van de Liberale Kring. In 1933 behaalde Clotaire Cornet aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) een diploma in de geneeskunde. In datzelfde jaar vestigde hij zich in Montigny-le-Tilleul, een deelgemeente van Charleroi. Hij trouwde met Marthe Adam. Het koppel kreeg twee zonen, geboren in 1936 en in 1938. In juli 1939 werd Clotaire Cornet als liberaal verkozen tot burgemeester van de gemeente Montigny-le-Tilleul. In deze hoedanigheid maakte hij de Duitse invasie van België in 1940 en de daaropvolgende bezetting mee.

De bezetting en zijn rol als burgemeester

maison-communale-de-montigny-le-tilleul.jpg
Originele legende : Oud gemeentehuis van Montigny-le-Tilleul, s.d.

In mei 1940 vertrok Clotaire Cornet met een deel van de bevolking naar Frankrijk. Hij keerde begin juli van dat jaar terug naar Montigny-le-Tilleul, waar hij zijn ambt weer opnam. Als burgemeester bekommerde hij zich om de bevoorrading van de bevolking, legde hij plantsoenen aan om de burgers te voeden en organiseerde hij maaltijden voor de minderbedeelden. Ook als dokter bleef Clotaire Cornet actief ten dienste van zijn gemeente. Ondanks de inbeslagname van zijn auto door de Duitse autoriteiten bleef hij zijn patiëntenrondes doen. Ook slaagde hij erin via contacten op de zwarte markt toegang te verkrijgen tot bepaalde medicijnen.

In april 1944 besliste de Duitse bezettingsmacht om de gemeenteraden op te doeken. Dit resulteerde in september 1944 in de oprichting van “Groot-Charleroi” onder leiding van een rexistische burgemeester. Ook Montigny-le-Tilleul onderging dit lot. Hierdoor werd Clotaire Cornet uit zijn ambt gezet en alle macht ontnomen.

Zijn rol in het burgerlijk en gewapend verzet


Clotaire Cornets betrokkenheid in het verzet kende een vroege start. Direct vanaf het begin van de bezetting had hij iedere samenwerking met de Duitsers uitgesloten. Zo gaf hij geen namen van werklozen op voor de verplichte tewerkstelling en weigerde hij koper op te halen voor de Duitse oorlogsinspanning. Bovendien was de gehele gemeentelijke administratie zeer actief in het leveren van hulp aan werkweigeraars. Daarnaast voorzagen Clotaire Cornet en zijn gemeentelijke ambtenaren een aantal Antwerpse Joden van distributiebonnen, die oorspronkelijk bedoeld waren voor medeburgers die intussen omgekomen waren.

Op 15 juni 1942 werd Clotaire Cornet als gijzelaar opgepakt en in de gevangenis van Leuven opgesloten. Hier orkestreerde hij de ontsnapping van zes Franse politieke gevangenen die ter dood veroordeeld waren. Zelf werd hij op 9 augustus dat jaar vrijgelaten. Na zijn arrestatie besloot hij niet langer in zijn domicilie te overnachten en werd hij lid van het gewapend verzet. Voortaan zou hij bij vrienden en kennissen verblijven. Hij overnachtte in boerderijen, maar evengoed in de fabriekshal van de kolenmijn van Fontaine-l’Évêque bijvoorbeeld. Hij fungeerde als contactpersoon tussen de verschillende verzetsgroepen in de gemeente Montigny-le-Tilleul, meer bepaald tussen het Onafhankelijkheidsfront (OF), het Geheim Leger en Groep G.

In augustus 1943 trad hij toe tot de toekomstige Patriottische Militie van het OF. In deze hoedanigheid bood hij naast hulp aan werkweigeraars nu ook hulp aan geallieerde piloten. Verder hielp hij ook Russische gevangenen die uit de nabijgelegen kolenmijnen ontsnapt waren, en Ardense verzetsstrijders. Die laatsten waren wegens Duitse repressieacties genoodzaakt de Ardennen te verlaten en onder te duiken in het bos van Marbaix-la-Tour.

In juli-augustus 1944 werd Clotaire Cornet lid van de verzetsgroep van parachutist en inlichtingsagent Jean Lomba, bijgenaamd “Rumba”. Hun missie bestond erin radio-uitzendingen te voorzien voor Groep G in de regio van Charleroi. Clotaire Cornet zocht uitzendlocaties voor de missie en organiseerde daarnaast ook onderdak voor geparachuteerde agenten. Tijdens een van zijn laatste missies werd hij bijna met een radiozender ontdekt door de Duitsers, waarna hij uit veiligheidsoverwegingen besloot zich te verschuilen bij een tante in Liberchies.

Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Collectie : Archief van het Onafhankelijkheidsfront
Originele legende : Persoonlijk dossier PM Clotaire Cornet

Op 19 augustus 1944 ontsnapte hij aan de moordpartij te Courcelles. Clotaire Cornets naam stond al op een executielijst die gebruikt zou worden in geval van represaillemaatregelen. Toen Brigade B van Rex hem niet kon vinden, staken ze uit vergelding zijn huis in brand.

In zijn rol van gewapende verzetsstrijder lag Clotaire Cornet in juli 1944 een voorraad van 49 dozen machinegeweren aan in de lokalen van de gemeentelijke administratie met het oog op de bevrijding. Op 3, 4 en 5 september nam hij deel aan de bevrijdingsgevechten van Charleroi. Hij was ook betrokken bij de gevechten rondom de steenbergen van Fonatine-l’Évêque, waar hij eerste hulp verschafte aan de gewonden die vielen in de strijd.

Na de oorlog en repressie

Vanaf 26 mei 1946 was Clotaire Cornet als getuige aanwezig op het proces van de 81 daders van de moordpartij te Courcelles. Hierop werd hij door procureur des konings Mahaux en krijgsauditeur Jean-Philippe Mayence opgeroepen om als wetsdokter op 10 november 1947 de executie van 27 rexistische collaborateurs bij te staan.

Wanneer het proces achter de rug was, zette Clotaire Cornet zijn politieke loopbaan weer verder en hernam hij zijn positie als burgemeester van de gemeente Montigny-le-Tilleul. Hij vervulde dit ambt tot 1976, waarna hij opgevolgd werd door zijn zoon. Tussen 1954 en 1969 was hij ook verkozene in de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers en in 1965 werd hij genomineerd tot vice-voorzitter van de Kamer.

Clotaire Cornet werd officieel erkend voor zijn rol als gewapend weerstander in 1949, nadat hij het jaar voordien al als politiek gevangene erkend was. Hij heeft ook meerdere eervolle onderscheidingen ontvangen voor zijn rol in het verzet. Staatsveiligheid heeft hem bedankt voor zijn hulp als inlichtingen- en actieagent. In de uitzending “Jours de Guerre” wordt er aandacht gevestigd op zowel zijn verzetsverleden als zijn rol van burgemeester en dokter. De gemeentelijke school in Montigny-le-Tilleul is in zijn eer tot “École du Docteur Cornet” gedoopt.

Clotaire Cornet overleed op 30 januari 2001 in Luttre op 94-jarige leeftijd.

courcelles_-_monument_du_rognac_-_2023-07-10_-_04(2).jpg
Instelling : https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Courcelles_-_monument_du_Rognac_-_2023-07-10_-_04.jpg
Originele legende : Monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het bloedbad in Courcelles op 18 augustus 1944.

Bibliografie

Brussel, CegeSoma/Algemeen Rijksarchief 2, Depot Joseph Cuvelier, AA1593, Archieven “Jours de Guerre”, Transcriptie van interviews met getuigen, Stukken n° 13, 15, 114, 115, 316, 317, 318, 356.

Brussel, Cegesoma/Algemeen Rijksarchief, AA2127, Archieven van het Onafhankelijkheidsfront, Citaten, Dossier n° 3060.

Brussel, Cegesoma/Algemeen Rijksarchief, AA1333, Dossiers van de Inlichtingen-en Actiediensten van de Staatsveiligheid, Persoonlijk dossier van Clotaire Cornet.

Fabrice MAERTEN, Du murmure au grondement: la Résistance politique et idéologique dans la province du Hainaut pendant la Seconde Guerre mondiale (mai 1940- septembre 1944.), Bergen, Hannonia, 1999, 3 v., p. 116.

Meer weten?

27803.jpg Artikels Fontaine-l'Evêque. Verzet op lokaal niveau Salamone    Mathilde
164027 Artikels Moordpartij te Courcelles Maerten Fabrice
268405 Artikels Onafhankelijkheidsfront (Het) Maerten Fabrice
Om deze pagina te citeren
Cornet Clotaire
Auteur : Santimaria Alexis (Instelling : UCLouvain)
/nl/belgie-in-oorlog/personen/cornet-clotaire.html