België in oorlog / Persoonlijkheden

Moortgat Albert

Thema - Collaboratie - Justitie

Auteur : Vandeweyer Luc

Een overtuigde katholieke Vlaming

Albert Moortgat werd geboren in Breendonk op 2 augustus 1890 in een katholieke brouwersfamilie. Vader Jan Leonardus was rijk genoeg en kon de dienstplicht afkopen. Daardoor moest geen enkele van zijn zonen naar het Belgische leger. Hoe belangrijk dit was, bleek in augustus 1914 tijdens de Duitse invasie. Ze werden niet opgeroepen om het vaderland te verdedigen. Ze voelden zich ook niet geroepen om als oorlogsvrijwilliger te vertrekken

Na 1918 trekt de economie weer aan. De brouwerij heeft de wind in de zeilen, mede door de inzet van Albert Moortgat. Maar de familie heeft nog andere pijlen op haar boog. Vader Moortgat was decennialang een belangrijk politicus op lokaal vlak. In 1921 volgt Albert hem, op vrij jonge leeftijd, op als burgemeester.

Albert Moortgat profileerde zich in het interbellum uitdrukkelijk als katholiek en als Vlaamsgezind. In de loop van de jaren dertig dreef hij weg van de katholieke partij en werd, ten laatste in 1937, lid van het VNV, het Vlaamsch Nationaal Verbond. Hij nam daarmee afstand van de christendemocratie. Mogelijk hebben de contacten met Vlaams-nationalistische kunstenaars en schrijvers hierbij een rol gespeeld. De welgestelde brouwer nodigde wel eens mensen uit zoals Filip De Pillecyn, Felix Timmermans, Wies Moens, Bert Peleman, Willy Kessels, Staf Bruggen… Een aantal daarvan was in de frontbeweging, het activisme en/of in de radicaal-Vlaamse katholieke studentenbeweging actief geweest.

Dat gebeurde in een periode toen België - mede onder impuls van koning Leopold III - weer de weg van de neutraliteit was ingeslagen. Dat het VNV – in navolging van het activisme – Duitsland eerder als een bondgenoot dan als een bedreiging zag en ook ideologisch naar het autoritaire nationaal-socialisme neigde, weerhield hem niet. Moortgat zag daarin geen gevaar voor zijn katholieke en Vlaamse overtuiging.

brasserie-moortgat-vers-1900.jpg
Collectie : http://breendonk800.weebly.com/duvel-moortgat.html
Oorspronkelijke legende : Hoeve-brouwerij Moortgat rond 1900
vriendenkring.png
Instelling : ADVN
Collectie : Archief Maria-Hendrika Moortgat, BE ADVN AC65
Oorspronkelijke legende : De Vlaamse Vriendenkring van Mechelen in Sint-Amands aan de Schelde. Zittend links Moortgat en zijn echtegenote, s.d.

Fort Breendonk ligt erg dichtbij…

28295.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijkarchief
Oorspronkelijke legende : Fort van Breendonk, s.d.

Tot in september 1939 Europa weer in een oorlog werd ondergedompeld. België mobiliseerde zijn strijdkrachten. Het fort in Breendonk – onderdeel van de Antwerpse vestinggordel - werd het operationele hoofdkwartier. De gemeente kreeg dus de koning-opperbevelhebber op haar grondgebied toen de Duitsers aanvielen. Maar niet voor lang. Leopold III beval de terugtocht in de richting van de kust. De generale staf verliet het fort en trok naar de andere kant van de Schelde. Na 18 dagen strijd capituleerde het Belgisch leger.

De binnentrekkende Duitse troepen hadden ondertussen het fort al in bezit genomen en na enige tijd bleek dat ze er een gevangenenkamp - een Auffanglager - van wilden maken. Dat vergde een grondige verbouwing en die werd mede mogelijk gemaakt door opeisingen bij de burgers in de buurt. Tot de gevangenen toestroomden... Die kregen het bevel een grote aarden wal rond het kamp op te werpen. Dat het leven er geen pretje was, werd al snel bekend bij de mensen in de buurt. Dat er Vlamingen in Duitse uniformen als bewakers optraden, was geen geheim. Het VNV was immers na heel korte tijd al in de militaire collaboratie gestapt.

De druk van de bezetter werd hoe langer hoe zwaarder. Voedsel werd schaars. En de verplichte tewerkstelling werd weer ingevoerd, net zoals in vorige oorlog. Burgemeester Moortgat deed zijn best om via het traditionele dienstbetoon zoveel mogelijk van zijn gemeentenaren te helpen en de druk te verlichten.

Inzet in de collaboratie

Omdat hij wel eens verscheen op VNV-plechtigheden, reclame maakte in VNV-publicaties voor zijn bier, een deel van zijn grote schare kinderen in uniformen rondliep… werd Moortgat door hoe langer hoe meer burgers beschouwd als een collaborateur. Dat het briefhoofd van de brouwerij in Gotische letters werd gezet, hielp al evenmin. De ergernis nam toe naarmate de jaren vorderden. Wat zou er gebeuren wanneer de Duitsers het land weer moesten ontruimen? In september 1944 was het zover. Moortgat werd aangehouden op 6 september. Vermits het gewapend verzet het door de Duitsers verlaten fort meteen inschakelde als interneringscentrum voor verdachten van collaboratie, maakte burgemeester Moortgat ditmaal kennis met het kamp als een van de gevangenen.

Moortgat had al lever- en darmproblemen. En nu kreeg hij te maken met ondervoeding en overvolle gevangenissen. De schok was groot. Deze opsluiting kon hij niet verkroppen. Hij vond ze volstrekt onrechtvaardig omdat hij zichzelf niet beschouwde als een handlanger van de Duitsers en bovendien had hij heel veel van zijn burgers geholpen vanuit zijn machtspositie als burgemeester. De vrijlating waar hij meende recht op te hebben, liet echter op zich wachten. Hij werd na enige tijd naar een andere gevangenis, het “Klein Kasteeltje”, in Brussel gevoerd.

een-bier-v-en-s-11-7-1940.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : Volk en Staat, 11 juli 1940, p. 1

De burgemeester voor de rechtbank

laatste-nieuws-24-5-46.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : Het Laatste Nieuws, 24 mei 1946, p. 3.

Na de Duitse overgave in mei 1945 hoopte Moortgat des te meer op vrijlating omdat het land snel zou genormailiseerd worden wanneer koning Leopold III het heft weer in handen zou krijgen. Daar was hij van overtuigd. Het draaide anders uit. Er volgde in 1946 een proces voor de krijgsraad. Moortgat geloofde vast dat die hem zou vrijspreken zodat hij meteen naar huis kon met opgeheven hoofd. Het proces betekende echter ook een confrontatie met getuigen ten gunste en ten ongunste. Dat was vaak pijnlijk.

In zijn dossier zitten een dertigtal getuigenissen van medeburgers te zijnen gunste. Als burgemeester had hij velen geholpen. Maar was dit een bewijs van zijn ‘onschuld’? Het krijgsauditoraat vond hem een typische opportunist. De magistraten zagen immers daarnaast zijn positieve houding ten aanzien van het VNV. Die ging inderdaad vrij ver. Moortgat liet tijdens de oorlog huldes aan oostfronters toe en ontving ze zelfs in zijn woning. Hij nam ook deel aan openbare vergaderingen van het VNV. Dat lidmaatschap was er al van voor de oorlog en dat kreeg hij tijdens de rechtszitting op zijn bord. Hij werd ook verdacht van hulp bij het aanhouden van streekgenoten die in het verzet stonden. Hij was bovendien niet alleen. Minstens één van zijn dochters zat eveneens in een interneringscentrum wegens collaboratie. Het gerecht zag in de getuigenissen ten laste dat de burgemeester jarenlang “zijn verkleefdheid aan de medewerkers van den vijand” had getoond. De conclusie luidde: “Dit is de houding van iemand die dubbel spel speelde.” Hij werd veroordeeld tot vier jaar gevangenis.

 

Schrijven als therapie

Het proces was voor Albert Moortgat een bijzonder negatieve ervaring. Dit had hij totaal niet verwacht. Bovendien bleef daardoor zijn gevangenschap duren. Hij besliste daarna om zijn gedachten op papier te zetten en hij noemde dit “Celindrukken”. Het was een vorm van therapie. We kunnen zijn visie en gedachtengang volgen via deze bedenkingen die hij begon  neer te schrijven, diep in 1946. Een opmerkelijke zinsnede uit zijn notities is: “Doch schuld bekennen? Om de duivel niet”. Wie tegen hem getuigde, noemde hij “adders” en hij kon er geen enkel begrip vooor opbrengen. Hij was er op de duur van overtuigd dat elke Breendonkenaar – buiten zijn vrouw en kinderen – hem had buiten gesloten.

In deze notities komt hij vrijwel nooit terug op zijn doen en laten tijdens de bezetting. Al valt de terloopse bedenking dat hij blij is dat hij zijn zoon Leo ervan kon weerhouden om als vrijwilliger naar het oostfront te trekken. Dit schreef hij pas neer nadat hij de verhalen hoorde van gewezen oostfronters onder zijn medegevangenen.

Met dergelijke geschriften trad Albert Moortgat in de voetsporen van andere gedetineerde collaborateurs zoals Filip De Pillecyn, Lambert Swerts, Theo Brouns… Maar Moortgat had nooit de bedoeling zijn “Celindrukken” te publiceren. Hij nam ze wel mee bij zijn vrijlating. Ze bleven echter verborgen, tientallen jaren lang. Deze documenten werden gelukkig neergelegd door zijn kinderen in het ADVN. Ze vormen een belangrijke bron om kennis te maken met het leven in de naoorlogse gevangenis.

Moortgat behoorde tot de katholieke politici die hoopten op een samenwerking van de katholieken met de in overgrote meerderheid uit katholieke middens komende VNV-ers. Voor hem was de grens fluïde, eigenlijk onbestaande. Hij was tevens een bewonderaar van Leopold III en die moest zorgen voor een betere toekomst onder de Duitse dominantie. Hij en zijn kinderen vonden het nodig om “tegenover de bezetteroverheid een toegevende houding aannemen om ze te leiden naar het gewenste doel”. Zijnde ”ten bate van België en de bevolking dus”. Zo werd het geformuleerd in een uitvoerige brief van zijn dochter Mia aan Justitie. Die brief kwam terecht in zijn persoonlijk dossier dat werd aangelegd in het kader van de “Penitentiair Antropologische Dienst”. Via dat dossier weten we dat de leidinggevenden in de gevangenis niet erg positief stonden tegenover Albert Moortgat. Dat hoeft niet te verbazen vermits hij niet in staat was tot enig schuldinzicht. Dat bemoeilijkte een eventuele vroegtijdige voorwaardelijke vrijlating.

Zijn “Celindrukken” blinken uit in bitterheid en de man had duidelijk behoefte aan zelfrechtvaardiging. Hij was ondertussen bijzonder boos op “de katholieken”, zowel de clerus als degenen die in de partij actief waren. Hij zag dus niet in dat zijn keuze voor het VNV hem had doen wegdrijven van de christendemocratie en van de katholieke kerk. Hij gaf uitsluitend zijn tegenstanders de schuld. Zij waren verantwoordelijk voor zijn gevangenschap.

Toch werd hij in de loop van 1947 vrijgelaten. Maar zijn leven zag er nu heel anders uit.

fragment-celindrukken.png
Instelling : ADVN
Collectie : Archief Albert Moortgat, D12093 (5), ADVN, BE ADVN AC792.
Oorspronkelijke legende : Fragment uit het derde Celindrukken, 1947

Bibliografie

Archief Albert Moortgat in ADVN BE ADVN AC792.

Morele dossiers van de Penitentiair Antropologische Dienst in Algemeen Rijksarchief 2 ‘Cuvelier’ te Brussel. Dossier A. Moortgat, nr. 91.413(bis) in doos 1903.

Patrick Nefors, Breendonk 1940-1945. De geschiedenis. Antwerpen, WPG Uitgevers, 2004.

Luc Vandeweyer, “Doch schuld bekennen, om den duivel niet!”. Celindrukken van Albert Moortgat, burgemeester van Breendonk in Wetenschappelijke Tijdingen, vol. 69, nr1, 2010, pp. 51-73, https://openjournals.ugent.be/...

Jan Veestraeten, Albert Moortgat. Doe nooit onbezonnen zaken, Tielt, Lannoo, 2006.

Meer weten

522882(2).jpg Artikels Oorlogsburgemeesters Wouters Nico
163793 Artikels Repressie Aerts Koen
Deze pagina citeren
Moortgat Albert
Auteur : Vandeweyer Luc
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/moortgat-albert.html