André Motte stond in de aanloop naar en tijdens de Koningskwestie bekend als wellicht de grootste tegenstander van Leopold III onder de Belgische diplomaten. Zijn duidelijke keuze voor het regeringsbeleid aan het begin van de Tweede Wereldoorlog speelde daarin zeker mee. Het maakte ook  dat Spaak hem in de zomer van 1941 aan het hoofd van het cruciale gezantschap in Lissabon plaatste.

Een consul die diplomaat werd

André Motte (1887-1975) kwam uit een familie van de Gentse hoge burgerij. Quasi onmiddellijk na zijn studies koos hij voor een consulaire carrière. Die leidde hem naar Sofia, waar hij een drietal jaren bleef. Hij trouwde er met een dochter van de kabinetschef van de Bulgaarse koning. Tijdens de Eerste Wereldoorlog nam hij dienst als vrijwilliger in het Belgische leger, maar na de wapenstilstand bevond hij zich al snel opnieuw in Bulgarije, ditmaal als zaakgelastigde. In 1920 stierf zijn vrouw. Een jaar later kon Motte echter hertrouwen, opnieuw met de dochter van een Bulgaarse hoogwaardigheidsbekleder.

Hij wisselde tijdens de jaren 1920 en de vroege jaren 1930 vaak van post, maar bleef wel steeds in de Balkan. In 1936 realiseerde hij dan de ambitie van menig consul en werd hij opgenomen in het diplomatieke corps, niet toevallig als gevolmachtigd minister in Sofia. Daar bevond hij zich ook toen Bulgarije in het voorjaar van 1941 de kant van de Asmogendheden koos. Hij trok in allerijl zuidwaarts en belandde via Caïro en Congo uiteindelijk in Lissabon.

motte-2-lesoir-23121936-p4.png
Instelling : KBR
Originele legende : Le Soir 23 12 1936 p. 4
motte-1-lesoir-23041922-p1.png
Instelling : KBR
Originele legende : Le Soir 23 04 1922 p. 1

Aan het hoofd van de belangrijkste diplomatieke post op het Europese continent

motte1984.png
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Originele legende : Belgen op weg naar Portugal, 1940-1945 Mr et Mme A. Motte, O. de Blignières (?), Melle Donny.

In de vroege jaren 1970 deed Motte in een aantal gesprekken met medewerkers van het CegeSoma zijn verhaal van de oorlogsjaren. Al in Bulgarije had hij zich hevig verzet tegen de idee dat de Belgische capitulatie ook het einde van de Belgische strijd tegen nazi-Duitsland betekende. Vanwege zijn “attitude de résistance à outrance” tegenover de Duitsers had hij volgens collega’s zelfs het doelwit van een aanslag kunnen worden. Toen nieuws over moeilijkheden tussen de Koning en de regering Sofia bereikten, opperde hij meteen bij zijn Bulgaarse gesprekspartners dat Leopold III krijgsgevangen was en dus in de onmogelijkheid om te regeren. 

Spaak zou hem er erkentelijk voor zijn en hem mede op aanraden van zijn diplomatieke adviseurs aan het hoofd van het gezantschap in Lissabon plaatsen, waar het toenmalige posthoofd niet helemaal tegen zijn nieuwe takenpakket opgewassen leek. Toen Motte zijn minister bedankte om hem een ware ‘strijdpost’ te hebben bezorgd, wierp Spaak hem tegen dat hijzelf zijn dank diende uit te spreken: Motte had van in het begin resoluut de juiste houding aangenomen na de capitulatie terwijl Spaak en de andere ministers maar bleven twijfelen om misschien toch de Koning te volgen. 

Meteen na zijn aankomst in de Portugese hoofdstad stelde Motte orde op zaken in het gezantschap. Hij wist de vluchtelingenstroom mede dankzij zijn uitstekende contacten met het hoofd van de Portugese Geheime Politie in goede banen te leiden, zorgde voor een volwaardige Belgische propaganda- en persdienst en verleende steun aan zijn collega André de Kerchove de Denterghem inzake de bevoorrading van het bezette land.

Zijn reputatie als tegenstander van de lijn van Leopold III speelde hem echter ook in Lissabon parten. Net als in de meeste andere neutrale landen, waren ook de Belgen in Portugal verdeeld tussen Leopoldisten en aanhangers van de regering in Londen. Met name dr. René Reding, die een belangrijke rol speelde in de bevoorrading, verweet de diplomaat een “walgelijke oppositie en campagne” te voeren tegen de Koning. Motte liet het niet aan zijn hart komen en ageerde ook na de oorlog bij zowel buitenlandse collega’s als Belgische opiniemakers tegen de terugkeer van Leopold III en tegen het “verraad” dat in de Instructies van Bern vervat zat.

motter-lesoir-050546-3.png
Instelling : KBR
Originele legende : Le Soir 05 05 1946 p. 3

De koninklijke wrok

Terwijl Spaak hem in 1946 bedacht met de ambassadeurspost in Rome (bij het Italiaanse staatshoofd in het Quirinaal), zou hij voor het Belgische koningshuis nog lange tijd persona non grata blijven. Toen Leopold III in juni 1950 op bezoek ging bij de paus, overtuigde hij minister van buitenlandse zaken Paul Van Zeeland om Motte met een excuus tijdelijk uit Rome terug te roepen, zodat hij geen contact met hem hoefde te hebben. Premier Jean Duvieusart herinnerde zich later zijn eerste gesprek met de vorst, dat in diezelfde maand plaatshad. De Koning vroeg hem onomwonden “om maatregelen te nemen tegen Motte”: hij koesterde immers een “speciale wrok” tegen de ambassadeur.

motte-4-lalibrebelgique-14041946-p2.png
Instelling : KBR
Originele legende : La Libre Belgique 14 04 1946 p. 2

Toen Leopold’s oudste dochter het jaar nadien Rome bezocht, logeerde ze bij de Belgische ambassadeur bij de Heilige Stoel maar nodigde ze wel het gehele personeel van de ambassade bij het Quirinaal uit voor een visite. Met uitzondering van de ambassadeur zelf, welteverstaan. Voor Motte was de situatie niet langer houdbaar. Hij vroeg nog datzelfde jaar zijn opruststelling aan.

Bij de toekenning van het traditionele ereteken dat daarmee gepaard ging, kon de nieuwe Koning Boudewijn het toch niet nalaten om Van Zeeland erop te wijzen dat hij het KB liever niet had ondertekend en dat deze promotie “de goeie dienaars van de Staat” zou kunnen ontmoedigen. Hoewel de koninklijke reactie bij hem een zekere verbittering teweegbracht, zou Motte er tot aan zijn dood in 1975 van overtuigd blijven dat zijn houding tijdens de oorlog de juiste was. 

Bibliografie

CegeSoma, AA2268/503-504, Interviews met André Motte door Jean Vanwelkenhuyzen, 5 oktober en 22 november 1972.

De Geyter, Kobe, Belgen op de vlucht: Portugal tijdens de Tweede Wereldoorlog, masterscriptie, UGent, 2019.

Delcorps, Vincent, « Motte, André », in Nouvelle Biographie Nationale 14, Brussel, 2018, 209-210.

Stengers, Jean, « L'historien face à ses responsabilités », Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 82/1-2, 2004, 71-102.

Stengers, Jean, Léopold III et le gouvernement : les deux politiques belges de 1940, 2e herziene editie, Brussel, 2002.

Meer weten

40695-d-ursel.jpg Artikels De instructies van Bern Auwers Michaël
Om deze pagina te citeren
Motte André
Auteur : Auwers Michaël (Instelling : CegeSoma/Rijksarchief)
/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/motte-andre.html