Vooral de strijd om het dagelijks brood domineert het leven van de Belgen tijdens de oorlogsjaren. De inval van de Duitsers veroorzaakt een enorm voedselprobleem. Alle essentiële voedingsproducten worden gerantsoeneerd, maar de officiële rantsoenen tellen gemiddeld slechts 1.380 kilocalorieën per dag. Het duurt niet lang of de bevolking probeert het karige rantsoen aan te vullen met producten van de illegale ‘zwarte’ markt. Daar is alles te koop, weliswaar aan woekerprijzen. Clandestiene productie en verkoop van eetwaren, diefstal, inbreuken op de officiële prijzen en vervalsing van rantsoenzegels zijn schering en inslag. De Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie (NLVC) die de voedselvoorziening in goede banen moet leiden, heeft de allergrootste moeite om die inbreuken te beteugelen. Maar waarom?
De controleur: vijand in de strijd om het dagelijks brood
Juni 1943. Controleur Georges voert een inspectie uit in het treinstation Bastogne Sud in de provincie Luxemburg. Sophie vertikt het om haar boodschappentas open te maken voor controle. Ze maakt de controleur uit voor mof en gangster. Ze schreeuwt dat zijn plaats in Duitsland is en dat ze na de oorlog wel met hem zal afrekenen. Sophie denkt immers dat hij de geconfisqueerde goederen gewoon voor zich zal houden. Ze probeert te vluchten en duwt Georges omver.
Er komen wel vaker klachten binnen van agressie tegen de controleurs van de voedselvoorziening. De NLVC mist als instelling van de Nieuwe Orde de nodige legitimiteit bij de bevolking. Ook de lage prijzen voor de voedselproducenten en het gerucht dat de officiële productie de vijand geen windeieren legt, maken de controleurs er niet populairder op. Tot overmaat van ramp is de NLVC niet in staat om de voedselvoorziening efficiënt te organiseren. Het overstelpt de producenten en de consumenten met een zondvloed aan complexe regels.
Georges dient klacht in bij het parket. Hoewel Sophie bijna alles bekent, krijgt ze slechts een boete van 140 frank. Het gemiddelde weekloon van een geschoolde arbeider bedraagt in die periode zo’n 300 frank. Waarom bestraft de Belgische justitie het beledigen, bedreigen en aanvallen van een controleur niet veel strenger?
De administratieve rechtsmacht
Oktober 1942. Karel wil zes konijntjes verkopen op de markt van Lier aan 30 Belgische frank per konijn. Twee controleurs houden hem tegen en confisqueren zijn koopwaar. Volgens hen zijn de konijntjes slechts zeven weken oud en wegen ze elk minder dan een kilo. Aangezien de officieel vastgestelde prijs per kilo 13,50 frank is, begaat hij een overtreding. De controleurs stellen een proces-verbaal op en sturen de zaak door naar de nieuw opgerichte administratieve rechtsmacht.
In de ogen van bezetter kan de Belgische justitie de zwarte markt niet voldoende efficiënt bestrijden. Er wordt een administratieve rechtsmacht in het leven geroepen om een vlotte bestraffing van voedselovertredingen te verzekeren. Onder druk vaardigen de secretarissen-generaal op 15 februari 1941 het besluit uit dat strafrechtelijke bevoegdheden in voedselovertredingen overhevelt naar bestuurlijke overheden. Voortaan kunnen burgemeesters, arrondissementscommissarissen, provinciegouverneurs en bepaalde ambtenaren administratieve sancties uitspreken zoals beperkte boetes, confiscaties, een beroepsverbod of de sluiting van een bedrijf.
De Belgische magistratuur reageert geschokt
De administratieve rechtsmacht schendt de scheiding der machten, want het kent rechtsprekende bevoegdheden toe aan leden van de uitvoerende macht. Het komt tot een openlijk conflict. Het gerecht saboteert de werking van de administratieve rechtsmacht door in beroep steevast minimumstraffen uit te spreken. Als represaille schaft de bezetter in augustus 1941 de mogelijkheid af om bij de rechtbank in beroep te gaan. Het Hof van Cassatie reageert dan weer door de administratieve rechtsmacht ongrondwettelijk te verklaren in maart 1942.
Enkele maanden later zetten de Duitsers de magistratuur stevig onder druk om een nieuwe verordening te aanvaarden. Van nu af aan is het verboden om besluiten van de secretarissen-generaal te controleren op hun rechtsgeldigheid. De bezetter dreigt het krijgsgerecht in te roepen op inbreuken op de voedselvoorschriften, met het risico op veel zwaardere straffen, tot zelfs de doodstraf.
Zo moet het Belgische gerecht uiteindelijk het onderspit delven en aanvaardt ze de verordening. Wel verschijnt in juni 1942 een aanpassing die de administratieve rechtsmacht toelaat bepaalde zware zaken naar de rechtbank door te verwijzen. Een zaak wordt ook doorverwezen als ‘de overtreder’ zelf binnen de vijf dagen vraagt om zijn proces door de rechtbank te laten behandelen. En dat is wat Karel doet…
Justitie haalt haar schouders op
De administratieve rechtsmacht stelt voor de overtreding van Karel een boete van 150 frank voor en een verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen. Maar binnen de vijf dagen vraagt Karel om zijn zaak door een ‘gewone rechtbank’ te laten behandelen. Daarop klasseert het parket de zaak zonder gevolg; en dat is niet verwonderlijk. Het gerecht verteert het voortbestaan van de administratieve rechtsmachten niet goed en neemt een passieve houding aan tegenover de bestraffing van voedselovertredingen.
Na de bevrijding… nog geen einde aan de honger
22 mei 1945. In Saint-Hubert in de provincie Luxemburg komen meer dan 200 manifestanten op straat. De meesten zijn teruggekeerde politieke gevangenen en krijgsgevangenen. Ondanks de bevrijding is er nog geen einde gekomen aan de zorgen om het dagelijks brood. Veel producten zijn nog steeds schaars en de voedselproductie en rantsoenering staan ook zonder de NLVC onder strenge controle. Tijdens de oorlog stelde de publieke opinie de Duitsers verantwoordelijk voor het voedseltekort. Nu de bezetter verdwenen is en de schaarste toch niet van de baan blijkt te zijn, is de ontgoocheling bij de bevolking groot.
Een aantal manifestanten gaat richting de bureaus van de lokale ravitailleringsdienst en eisen dat het personeel ontslag neemt. Het is hen vooral te doen om het personeel dat al tijdens de oorlog in dienst was en gewoon mag verder werken na de bevrijding. Ze verplichten hen het gebouw te verlaten en gebruiken geweld tegen twee jonge werkneemsters die dat weigeren. Uiteindelijk begeleidt een aantal rijkswachters het personeel veilig naar huis. Ook de markt van Saint-Hubert wordt die dag rond 11u onderbroken door manifestanten die het vee laten ontsnappen.
Opmerkelijk is dat de aanwezige rijkswachters weinig tot niets ondernemen om te situatie onder controle te houden. Tien manifestanten worden aangehouden en verschijnen voor de correctionele rechtbank. Drie worden er weer vrijgelaten. De andere zeven krijgen slechts een boete van 182 frank. De thuisgekomen oorlogsslachtoffers worden dus wel degelijk gestraft, maar van een echte stigmatisering van dit soort gedrag is geen sprake. Misschien willen de rechters de oorlogsslachtoffer niet voor het hoofd stoten en hebben ze enig begrip voor hun aanhoudende honger...
Niet alleen bij de bevolking, maar ook bij het Belgische gerecht mist de NLVC en het systeem van de administratieve rechtsmacht de legitimiteit om de voedselvoorziening in goede banen te leiden. Daarom loopt tijdens de Tweede Wereldoorlog niet alleen de ravitaillering, maar ook het beteugelen van voedselovertredingen niet van een leien dakje. De ontgoocheling is groot als de bevrijding niet meteen een einde maakt aan de strijd om het dagelijks brood.
Bibliografie
De Wever, Bruno, Martine Van Asch, and Rudi Van Doorslaer. Gekleurd Verleden: Familie in Oorlog. Tielt: Lannoo, 2010.
Henau, Anne, and Mark Van den Wijngaert. België Op de Bon: Rantsoenering En Voedselvoorziening Onder Duitse Bezetting 1940-1944. Leuven: Acco, 1986.
Roden, Dimitri. “"In Naam van Het Duitse Volk!” Het Duitse Krijgsgerecht En de Openbare Orde in Bezet België (1940-1944).” Ph.D. Thesis, Universiteit Gent, 2015.
Rousseaux, Xavier, Jonas Campion, and Guillaume Baclin. “Les Chiffres En Guerre. Occupations, Justices et Statistiques Pénales En Belgique (1914-1950).” Histoire et Mesure 12, no. 1 (2007): 5–44.
Scholliers, Peter. “Strijd Rond de Koopkracht 1939-1945.” In 1940 : België, Een Maatschappij in Crisis En Oorlog. Brussel: NCWOII/CREHSGM, 1993.
Sirjacobs, Isabelle, and Hans Vanden Bosch. Les Juridictions Administratives En Belgique Depuis 1795. De Administratieve Rechtscolleges in België Sinds 1795. Bruxelles: Archives générales du Royaume, 2006.
Vermersch, Sarah. “Les Familles Belges Face à La Justice En Temps de Guerre. Le Cas de l’arrondissement de Neufchâteau : 1940-1948.” MA Thesis, Université catholique de Louvain, 2015.
Wouters, Nico. De Führerstaat: Overheid En Collaboratie in België (1940-1944). Tielt: Lannoo, 2006.