België in oorlog / Persoonlijkheden

Bologne Joseph

Thema

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Op  15 april 1940 werd de 69-jarige Joseph Bologne burgemeester van Luik na het onverwachte overlijden van zijn voorganger Xavier Neujean. Voor de eerste maal werd een socialist burgervader van de “Vurige Stede”.  

Deze belangrijke klim op de maatschappelijke ladder, vooral via het netwerk van de Belgische Werkliedenpartij en van de sociale organisaties, was niet vlug gegaan en leek zelfs wat moeizaam. Hij was het resultaat van de ijver en het geduld van een man die goed thuis was in de kleine politiek, eerder dan van een groot temperament of superieure intelligentie. Toch kon men het ook beschouwen als de bekroning van een smetteloos vaderlands parcours tijdens de wisselvalligheden van de “Grote Oorlog” en een openbaar leven in dienst van zijn medeburgers. 

Een kwaliteitsvolle « cursus honorum » .

Joseph-Pierre-Julien Bologne werd - als enige jongen van negen kinderen - in 1871 geboren in een gezin van zeer eenvoudige ambachtslui uit de wijk Sainte-Walburge. Hij zou zijn volkse afkomst en zijn kleinsteedsheid dikwijls uitspelen, bleef zoals zijn ouders Waals praten en wilde Luik nooit de rug toekeren. Anders dan zijn zusters kon hij middelbaar onderwijs volgen. Op 16-jarige leeftijd werd hij bediende in een tabaksmanufactuur. Zijn baas, een progressieve liberaal, merkte dat hij goed kon praten en maakte er een handelsreiziger van om hem daarna de politiek in te duwen. Met zes vrienden richtte hij in maart 1895 een “Syndicaat van Bedienden en Handelsreizigers” op dat aanleunde bij de Belgische Werkliedenpartij! In 1900 werd hij socialistisch gemeenteraadslid; hij werd ook steeds actiever in de “sociale werken” van de partij en wierp zich eveneens op als spreekbuis van de “handelsreizigers”. In november 1910 werd hij tot volksvertegenwoordiger gekozen voor het arrondissement Namen maar bleef, zoals de wet toen toeliet, te Luik wonen. Via zijn pleidooien voor de bedienden in de Kamer en door zijn werk in de coöperatieven bleef  zijn bekendheid langzaam groeien.  

Tijdens de Eerste Wereldoorlog stelde de jonge volksvertegenwoordiger zich al aan het begin van de inval ter beschikking van het Belgisch leger en speelde tijdens de slag om Luik in augustus 1914 de rol van burgerlijk verbindingsofficier tussen de forten. Tijdens de bezetting hield hij zich bezig met verschillende solidariteitsacties en in 1916 werd hij lid van een clandestiene Franse inlichtingendienst. Na een verklikking werd hij in 1918 door de vijand in de gevangenis Saint-Léonard opgesloten en ter dood veroordeeld. Hij werd in extremis gered door de wapenstilstand op 11 november 1918. Zijn ontegensprekelijk vaderlandslievende actie zag zich beloond met verschillende eretekens zoals het Franse oorlogskruis (met palmen), de  « most excellent Order » van het Britse Empire en het Légion d’honneur ten burgerlijken titel.

Tijdens de jaren ’20 raakte Bologne steeds herverkozen en situeerde hij zich meer en meer aan de rechterzijde van zijn partij. Zoals een aantal van zijn socialistische kameraden maakte hij geen geheim van zijn vijandschap t.a.v. de communisten die hij als “verdelers”, warhoofden en demagogen aanzag waarmee op vakbondsvlak onmogelijk constructief kon worden samengewerkt … Op  22 december 1932 werd hij gecoöpteerd senator voor de “Vurige Stede” en even later schepen van burgerlijke stand, bevolking, toerisme en de waterregie in een liberaal-socialistische coalitie die voortaan de stad bestuurde.

12_bologne_joseph_1932-1946.jpg
Instelling : Archief Belgische Senaat
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Joseph Bologne. Biografisch dossier nr. 894

Eerbewijzen… en lasten van een leidende functie.

la-wallonie-10-4-1940-p-1.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : La Wallonie, 10 april 1940, p. 1

Met zijn belangstelling voor de regionalistische problematiek was het geen wonder dat de nieuwe schepen meermaals deelnam aan de werkzaamheden van de voorbereidende commissie van de toekomstige Waalse economische raad. Hij was tevens bestuurslid van de Société historique pour la Défense et l’Illustration de la Wallonie. Ook slaagde hij erin zich in de belangstelling te werken n.a.v. de “Internationale Watertentoonstelling” in 1939.

De gemeenteraadsverkiezingen van 1938 leverden  de socialisten 13 zetels op, tegen 9 voor de katholieken en slechts 8 voor de liberalen. De BWP kon dus normaliter het burgemeesterschap opeisen. Toch bleef een liberaal in functie. Maar Xavier Neujean overleed in januari 1940. Na drie maanden moeilijke onderhandelingen en een dreiging met een regeringscrisis in volle “schemeroorlog” slaagden de  socialisten erin de kandidatuur van bekende “blauwe” politicus Auguste Buisseret te stoppen en eindelijk de opvolging van Neujean binnen te halen.  Op 15 april 1940 werd Joseph Bologne burgemeester van Luik.

Nog geen maand later vielen de nazi’s België binnen. In de late namiddag van 12 mei 1940 betrad de Duitse bevelhebber von Forstner als overwinnaar het stadhuis van de Vurige Stede. Daar vond hij een Bologne met het grootste deel van het college die vast van plan waren hun plicht te doen.

Maar op 28 mei capituleerde het Belgisch leger na een dramatisch slecht verlopen veldtocht. Op 22 juni was Frankrijk aan de beurt. Het Reich leek op het toppunt van zijn macht. Een verbijsterde Bologne bleef eerst op de achtergrond maar besloot dan in naam van het minste kwaad  tot accommodatie met de overwinnaar van het ogenblik. Aanvankelijk koos de bezetter ook voor een accomodatie en nam genoegen met het herstel van de openbare orde en een werkhervatting na de terugkeer van de vluchtelingen. In december 1940 liet de plaatselijke Oberfeldkommandantur weten dat ze tevreden was met het beleid van Bologne. Hij was wel socialist maar tevens leek orde in zijn stad hem belangrijk; de bezetter maakte er dan ook geen probleem van hem de “Burgemeestersconferentie van het arrondissement Luik” te laten voorzitten die op 1 oktober 1940 werd opgericht om het beleid te stroomlijnen en m.n. de diensten voor veiligheid van de burger in de 24 deelnemende gemeenten te coördineren. Bologne liet zijn politie vrij hard optreden tegen rexisten die op spectaculaire wijze hun antisemitisme in het publieke domein wilden brengen, maar het bleef evenzeer duidelijk dat hij net als voor 1940 de communisten niet in zijn hart droeg.


Op 3 mei 1941 vroeg de Oberfeldkommandantur via Dr. Busch, hoofd van de  lokale Zivilverwaltung, de burgemeester om een lijst van uiterst linkse en antifascistische organisaties en om de namen van de leidende figuren van die groepen uit de agglomeratie Luik. Na een korte aarzeling gaf hij gevolg aan dat verzoek nadat procureur-generaal  Destexhe – die ook al geen vriend was van de communisten – hem ervan had verzekerd dat hij niets onwettigs deed. Daarop overhandigde Bologne de Duitse overheid een lijst met 180 namen. Maar daarmee eindigde het niet.

Nadat hij dit dus zonder al te veel gewetensproblemen had aanvaard, vond de burgemeester van Luik het nodig aan de Militärverwaltung een afwijking te vragen van de Duitse verordening van 7 maart 1940 m.b.t. de leeftijdgrens voor ambtenaren (die op 60 jaar moesten vertrekken). De Duitsers gingen akkoord. Maar zijn “accommodatie” stopte hier niet: opheffing van de gemeenteraden (april 1941) zonder protest en schorsing van de liberale schepenen Buisseret en Jennissen om hun vooroorlogs  antifascisme en hun vrijmetselaarsverleden (4 juni 1941). Op 22 juni 1941 brak de oorlog tussen het Reich en de Sovjetunie uit. De Duitse politiediensten gingen te Luik over tot de preventieve aanhouding van tientallen personen wegens hun politieke gezindheid – uiterst links en communisten – of omdat ze bekend stonden als antifascistische intellectuelen. 47 personen van de door Bologne overhandigde lijst werden langer dan een maand vastgezet en 16 ervan overleden in gevangenschap.

Een verzet dat eerder magertjes uitviel…

Die (relatief) massale en plotse aanhoudingen hebben misschien zijn vaderlandse gevoelens geraakt. Vanaf de zomer 1941 begon hij bepaalde gestes en dan daden te stellen die als burgerlijk verzet tegen de druk van de bezetter of de voorschriften van de secretaris-generaal van Binnenlandse zaken, de VNV’er Gerard Romsée, konden doorgaan. Hij blies de bruggen met de Militärverwaltung niet op, maar hij stelde zich tot de zomer 1942 steeds minder soepel op.  Zo protesteerde hij tegen het gebruik van de gemeentelijke Schietbaan door de bezetter, alweer in november 1941 tegen de Duitse bevelen de spoorwegen te laten bewaken door opgeëiste burgers en gijzelaars op de treinen te posteren. In december ’41 weigerde hij “strategische” non-ferro metalen te leveren en mei 1942 ging hij zelfs zover zijn politieagenten te verbieden de officieren van de Garde wallonne te groeten, een paramilitaire groep die getraind, bewapend en betaald werd door de nazi’s. Tegelijkertijd bleef hij de Duitse orde in haar meest hatelijke aspecten eerbiedigen zonder altijd te begrijpen welke gevolgen dat kon hebben.Tussen oktober 1940 en juni 1942 liet hij zijn administratie gewillig de antisemitische nazi-wetgeving toepassen die als doel had het leven van de joodse gemeenschappen in de agglomeratie Luik - 2.560 personen op iets meer dan 410.000 inwoners -  geleidelijk onmogelijk te maken . Maar de overgrote meerderheid van deze pas geïmmigreerde en dikwijls slecht geïntegreerde mensen was geen Belgisch staatsburger.

Laat toonde Bologne zich menselijker n.a.v. de invoering van de jodenster. Op  9 juni 1942 volgde hij – zij het iets minder duidelijk - het standpunt van zijn (nochtans zeer  katholieke) Brusselse collega Jules Coelst en liet zijn “ontevredenheid” blijken door beleefd te vragen dat « zoals te Brussel » de Kommandantur de sterren zou uitdelen, en niet de gemeente-ambtenaren. Maar zijn dagen als burgemeester waren geteld, niet omdat hij zich tegen de antisemitische verordeningen keerde maar omdat hij zich sinds maanden verzette tegen de plannen voor een “Groot Luik” dat onder voogdij van het secretariaat-generaal van  Binnenlandse zaken alle gemeenten van de agglomeratie in een unitaire en gecentraliseerde structuur zou gedwongen hebben .  Ondanks druk uitgeoefend door luitenant-generaal von Keim, de plaatselijke Oberfeldkommandant, kreeg zijn verzet de steun van 22 van de 24 gemeenten van de “Burgemeestersconferentie van het arrondissement Luik” . Op  25 oktober 1942 werd bij besluit van het ministerie van Binnenlandse zaken “Groot Luik” opgericht. Met ingang van 1 november 1942 werd Bologne geschorst en moest hij de plaats ruimen voor de rexisten Gérard Willems en Albert Dargent.

Op 28 maart  1943 koos het directorium van het clandestiene « Wallonie Libre » hem als lid met de bedoeling hem als voorzitter aan te wijzen van het Nationaal Waals Congres dat na de oorlog in de bevrijde stad zou moeten doorgaan. 

9709-liAge.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Collectie : Sipho
Oorspronkelijke legende : Luik, Stadhuis, 12 mei 1944
03_transmission-registre_avlg.jpg
Instelling : Stadsarchief Luik
Webcaptie : Overdracht van Jodenregister aan Duitse bezetter

Op het moment van de bevrijding

Op 7 september 1944 dacht hij dat zijn gloriemoment was aangebroken. Terwijl er nog gevochten werd op de rechteroever van de Maas  trok hij onder applaus van een kleine menigte enthousiastelingen ”zijn”  stadhuis binnen. Vanop het balkon kondigde hij de bevrijding van de “Vurige Stede”  aan  en bedankte hij het verzet. Niet minder triomfantelijk zat hij vier dagen later de eerste Burgemeestersconferentie van het arrondissement Luik voor,  wat meteen de afschaffing van het Nieuwe Orde-“Groot Luik” betekende waartegen hij zo gestreden had – tenminste op administratief vlak. Alles verliep dus opperbest .

Maar plots ging er iets helemaal mis. In oktober 1944 onthulde Le Monde du Travail, voormalig sluikblad van de links-socialisten en nu dagblad , wat al weken lang werd gefluisterd. De burgervader van de “Vurige Stede” had in mei 1941 via procureur Destexhe lijsten van “bekende subversieven” (of wat er voor moest doorgaan) aan de Duitsers bezorgd. Joseph Bologne, enkele weken vroeger bijna DE burgemeester-weerstander, stapte in december  op door een “diplomatieke ziekte” en werd enkele maanden later, op 26 februari 1945, tot oneervol ontslag gedwongen.

In het proces in eerste aanleg te Charleroi op 24 januari 1946 eiste de procureur-generaal 10 jaar dwangarbeid… maar de zaak eindigde op  ontslag van rechtsvervolging : men ging er van uit dat hij onder dwang had gehandeld en niet met de bedoeling te schaden. Dit oordeel werd op 12 oktober 1946 bevestigd.

Maar het was afgelopen met zijn politieke loopbaan. Eind 1944 werd hij uitgesloten uit de federatie Luik van de Belgische Socialistische Partij . Wel bleef hij bestuurder van de  «Maison liégeoise », de “Société du Port de Liège”, Onderlinge Maatschappij der Openbare Besturen (O.M.O.B) …

la-wallonie-14-10-1946-p-1.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : La Wallonie, 14 october 1946, p. 1
journal-de-charleroi-20-12-1944-p-2.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : Journal de Charleroi, 20 december 1944, p. 2

Bibliografie

Paul BRONZWAER, Maastricht en Luik bezet. Een comparatief onderzoek naar vijf aspecten van de Duitse bezetting van Maastricht en Luik tijdens de Tweede Wereldoorlog, Hilversum, Verlore, 2010.

Eddy DE BRUYNE, "Le Parti communiste et les arrestations du 22 juin 1941 dans la région liégeoise", dans Entre collaboration et Kollaboration. Particularismes, reflets et aspects en région liégeoise et ailleurs, Liège, Les éditions de la province de Liège, 2017, pp. 21-33.

Jean PUISSANT, "Joseph Bologne" in Dictionnaire biographique du Mouvement ouvrier / Le Maîtron, Aubervilliers, 2014, https://maitron.fr/spip.php?ar...

Thierry ROZENBLUM, Une cité si ardente... Les Juifs de Liège sous l’Occupation (1940-1944), Bruxelles, Luc Pire, 2009.

Communistische senatoren op het veld van eer, https://www.senate.be/www/?MIv...




 

Meer weten?

130346-liAge.jpg Artikels Luik Colignon Alain
291953 Artikels Grootstedelijke agglomeraties Wouters Nico
Deze pagina citeren
Bologne Joseph
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/bologne-joseph.html