België in oorlog / Persoonlijkheden

Hoornaert Paul

Thema - Verzet

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Paul Hoornaert was afkomstig uit een katholiek, burgerlijk en autoritair milieu. Hij werd geboren in de ‘Vurige Stede’; zijn vader was een Westvlaming en jurist en zijn moeder een vroeg gestorven Waalse. De jongen volgde een voorbeeldig schoolparcours, van het college Saint-Servais tot de Universiteit Luik waar hij op 12 oktober 1910 als briljant student het diploma van doctor in de rechten behaalde. Tijdens zijn studies begon hij zich voor politiek te interesseren en m.n. voor de christen-democratie binnen de « Etudiants catholiques ». Kort voor de oorlog werd hij raadgevend advocaat van de staalreus Ougrée-Marihaye. Hij legde trouwens vele contacten binnen het toenmalige Comité Central Industriel

Een echte held

De Eerste Wereldoorlog zou hem tekenen en zelfs zijn hele verdere leven bepalen. Als oorlogsvrijwiliger kwam hij bij het 14e linieregiment terecht, was er graag soldaat en liet zich in de voorste frontlijn weldra zo opmerken dat hij als aspirant-officier naar de militaire school van Gaillon (Normandië) werd gestuurd. Terug in de vuurlinie kreeg hij al snel de naam een leidersfiguur te zijn. Hij ondernam verschillende commando-acties en kreeg daardoor de graad van luitenant-patrouilleleider. Hij raakte verschillende malen gewond en was ook onderhevig aan zware gevolgen van gasaanvallen … Terug in het burgerleven met het aura van een held met een resem eretekens , hernam hij zijn beroepsbezigheden. Hij huwde met Pauline Masset, een gescheiden vrouw, dochter van een zangersechtpaar, wat in die tijd van morele rechtlijnigheid een deel van zijn deftige kennissen van hem vervreemde. Maar de Hoornaert van na de oorlog was niet meer dezelfde als vroeger: hij bleef nostalgisch naar de mannelijke kameraadschap, de “broederschap van de vuurlinie en de loopgraven”, een gevoel dat even diep zat als het moeilijk uit te drukken was. 

34602.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Paul Hoornaert, s.d.

Oudstrijder en/of een nieuw soort politicus ?

het-laatste-nieuws-31-7-1920.png
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : Het Laatste Nieuws, 31 juli 1920, p. 1.

Aanvankelijk werd hij actief in een aantal duidelijk rechtse oudstrijdersverenigingen, maar het heette dat ideologie voor hem niet belangrijk was. Eind 1919 stapte hij uit de Nationale Strijdersbond die hij te links achtte en werd leider van de 'Association Nationale des Combattants’. Die verdedigde vooral de “morele belangen” van de ex-soldaten, zonder evenwel de “vaderlandse belangen” te veronachtzamen tegen de “verdelende krachten” en de “demagogen” . 

Op 29 juli 1920 nam deze verdediger van Gezag en Vaderland eerder aarzelend deel aan een opmars van ex-frontsoldaten die sociale rechtvaardigheid eisten en het parlement aan zijn beloftes terzake wilden herinneren. Enkele dagen later erkende hij die eisen echter niet meer. Langzamerhand begon hij belangstelling te krijgen voor de politiek, maar buiten de zgn. traditionele partijen. De eerste helft van de twintiger jaren was getekend door de gevolgen van de Grote Oorlog en door een weinig schitterende economische toestand wat een voedingsbodem vormde voor een aantal uiterst rechtse groeperingen die zich kenmerkten door germanofobie, xenofobie, hoera-patriottisme en “angst voor de Roden”. 

Dat was ook het geval met de ‘Légion nationale’ die in de lente 1922 door een zekere Henri Graff te Luik werd opgericht en die opviel door haar militaristisch karakter en aanvankelijk rekruteerde bij veteranen van ’14-’18 . Maar het bleek moeilijk voet aan de grond te krijgen buiten het Luikse terwijl het programma niet erg verschilde van dat van andere ultra-patriottische en klerikaal getinte conservatieve politieke groepen. Hoornaert werd vrij snel lid (1924) net als een aantal oudgedienden van het 14e en 12e linieregiment. Even snel werd hij lid van het directiecomité en hoofdredacteur van het tijdschrift voor ‘legioenpropaganda’ (juli 1925). Hij was toen nog Belgisch nationalist en unitarist, zeer francofoon (en dus bijzonder antiflamingantisch) en openlijk anti-Duits, waardoor het Franse 2e Bureau hem als ‘vertrouwensman’ recruteerde. 

Ondanks enkele steunbetuigingen aan Mussolini en de fascistische dictatuur, leek hij tot 1927 eerder schatplichtig aan de ideeën van de Franse neo-royalistische ‘Action française’ .Maar na de veroordeling van de ‘Action Française’ door de paus kwam het tot een geleidelijke koerswijziging waarbij Hoornaert  een aantal programmapunten van zijn beweging verhardde en tevens elementen van “sociale rechtvaardigheid” en van corporatieve organisatie van de maatschappij introduceerde. Vanaf juni 1928 werd hij leider van de beweging. 

Leider van een belgicistisch fascisme

Het Belgisch Nationaal Legioen had toen al enkele uiterst rechtse groepjes opgeslorpt in Brussel, Gent, Antwerpen en Namen . Het para-militair profiel werd steeds duidelijker via geüniformiseerde afdelingen (blauwe hemden, « Adrian »-helmen, ruitersbroeken en laarzen) als de ‘Beveiligingssecties’ en ‘Mobiele groepen’. Lange tijd zou Hoornaert – die zichzelf maar vanaf mei 1934 “Leider” liet noemen – de structuren van zijn beweging perfectioneren (Provincies/Zones, Federaties/Districten/Sectoren). Ze moest een hulp-ordedienst worden “in dienst van Koning en Vaderland” tegen sociale en nationale subversie. Maar in haar tijdschrift werden ook geregeld aanvallen gelanceerd op de corrupte politici en werd het corporatisme gepredikt als oplossing voor alles.

Het Nationaal Legioen schoot pas echt uit de startblokken na de revolutionaire stakingen van de zomer 1932 in Henegouwen ; een deel van de ordelievende kleinburgerij had de schrik te pakken en liet voortaan haar voorbehoud jegens het gespierd optreden van het Legioen varen. Een aantal leden van het « Comité Central Industriel « begon de oprichting her en der van “Nationale Huizen” discreet te financieren en het ledenaantal steeg. Kwam daarbij dat het Legioen steeds minder aarzelde zich onder het banier te scharen van het Europees fascisme, dat van Benito Mussolini. Was het niet aan hem te danken dat Italië in ’14-’18 voor de Entente gekozen had?

Het hoeft dus niet te verbazen dat het “N.L.” via zijn Leider deelnam aan de « fascistische internationale van Montreux » die in december 1934 georganiseerd werd door de zgn. “Comités d’Action pour l’Universalité de Rome”, dat er contact werd gelegd met leidende figuren van het Europees fascisme, dat er werd deelgenomen aan de « Exposition de l’Ordre nouveau universel » (juni 1935)… en dat Italië onvoorwaardelijke steun kreeg tijdens de Ethiopische oorlog in de winter 1935-1936. Het Legioen werd ook antisemitischer . Het kreeg ook wat materiële en financiële steun van over de Alpen en won de sympathie van twee intellectuele zwaargewichten uit het conservatieve establishment , burggraaf Charles Terlinden (U.C.L.) en Fernand Desonay (U.Lg). Maar dit ontegensprekelijke succes bleef binnen de perken. Pas begin 1934 toen de economische crisis de middenklassen steeds zwaarder trof , bleek het ledenaantal landelijk tot 15.000 te stijgen (inbegrepen in Vlaanderen, maar vooral bij de Franssprekenden). Daarenboven slaagde Hoornaert erin de wet van 29 juli 1934 houdende het verbod van privé-milities te omzeilen en er eerste minister de Broqueville van te overtuigen dat het Nationaal Legioen een politieke partij als een andere was, of toch bijna…zelfs indien de Leider liever het begrip “Beweging” hanteerde uit afkeer van politici en parlementarisme.

Die herfst van 1935 zat de wind mee en Paul Hoornaert droomde al van een landelijke verkiezingsdeelname onder de hoofding “Nationaal Corporatief Front” met kandidaten uit het Legioen en uit verschillende middenstandsorganisaties zoals het Westvlaamse « Action Civique-Burgerstrijd » of het Brusselse « Front unique du Commerce, de l’Artisanat et de la petite Industrie ». In november 1935 leek alles in kannen en kruiken, maar dat was buiten de rexistische waard gerekend die hetzelfde jachtterrein had, met als gevolg dat Hoornaert zijn electorale plannen moest opbergen .

Toppunt van vernedering: Degrelle wees zijn voorstel af om het Legioen te laten optreden als ordedienst van het Rex-Volksfront omdat hij hem als te compromitterend beschouwde. Hij was natuurlijk boos op de leider van Rex die hem aan het lijntje had gehouden en ontgoocheld dat veel van zijn leden naar Rex waren overgelopen. Maar Hoornaert liet zijn trots varen en deed in september 1936 een nieuwe toenaderingspoging , samen met een aantal andere ultra-vaderlandslievende organisaties (Vuurkruisen, Verbond van Verbroederingen van het Veldleger ,…). Het doel bleef hetzelfde : belgicistisch uiterst rechts bundelen en, wie weet, daarna de bezem halen door het parlementarisme. Maar zijn aanbod van goede diensten viel weer in dovemansoren: de Rex-leider sloot op 6 oktober 1936 liever een akkoord met het federalistische en crypto-separatistische Vlaams Nationaal Verbond. Voor Hoornaert en de zijnen een verbond met de duivel !

De toestand bleef moeilijk voor Hoornaert. De toenadering tussen het nationaal-socialistische Derde Rijk en het fascistische Italië dat zijn bondgenoten van ‘14-’18 liet vallen, was erg vervelend voor het Nationaal Legioen dat zich verplicht zag het Duitsvijandelijke Belgisch nationalisme uit de jaren 1922-1930 opnieuw uit de kast te halen…

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog deed Rex het door de herhaaldelijke blunders van Degrelle steeds slechter, wat voor een zekere voldoening zorgde bij de leider van het Legioen die tevens een aantal afvalligen zag terugkeren …

De ‘schemeroorlog’ en de algemene mobilisatie in de winter 1939-1940 verzwakten de structuren van het Legioen dat nog maar 5000 leden telde. Hoornaert sloeg in zijn tijdschrift een steeds bitterder toon aan…

hoornaert-le-redressement-national.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
caricature-hoornaert-la-lAgion-nat-11-4-1936-p-1.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijkarchief
Oorspronkelijke legende : Légion nationale, organe hebdomadaire du nationalisme belge, 11 a9ril 1936.
brochure-la-lAgion-nationale.jpg
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Oorspronkelijke legende : La Légion nationale veut, april 1939

Eindspel

In zekere zin bood de nazi-invasie van mei 1940 de gelegenheid voor nieuwe keuzes, maar Hoornaert begreep dat niet helemaal. Tijdens de ‘Achtiendaagse veldtocht’ wilde hij opnieuw vrijwilliger worden maar hij werd wegens leeftijdsredenen en lichamelijke handicaps geweigerd. Geschokt door de onvoorwaardelijke overgave van 28 mei 1940 heractiveerde hij langzamerhand zijn beweging in de herfst, echter zonder tijdschrift omdat het uitgesloten was het onder vijandelijke censuur te laten verschijnen.  Tot de zomer 1941 liet de (weliswaar kritischer wordende) Militärverwaltung begaan ; zijn faam als fascistisch leader en fel anticommunist beschermde hem. Hij maakte er gebruik van om zijn organisatie discreet te ontdoen van Nieuwe Orde-aanhangers en om contacten te leggen met de verantwoordelijken van het beginnende militaire verzet dat zich … Belgisch Legioen noemde. Dat liep niet van een leien dakje. Hoornaert die politiek gezien van ver kwam, wilde het controlerecht over zijn legionnairs behouden terwijl zijn gesprekspartners hem gezien zijn verleden vroegen flexibel te zijn... Tegelijkertijd - men wist maar nooit – droeg hij zijn ondergeschikten op om her en der kleine geheime wapendepots aan te leggen. Maar de Duitse politie kwam dat te weten…

In juni 1941 kwam het tot een akkoord tussen het Belgisch Legioen en het Nationaal Legioen. Dat laatste zou de mobiele reserve worden van het Belgisch Legioen. Maar de bezetter ging tot de actie over . Op 20 augustus 1941 verbood de Sipo-SD het Nationaal Legioen; zijn lokale vertegenwoordigingen bleven echter nog open. Een tolerantie die er geen was, vermits in de nacht van 22 op 23 september meer dan 200 leden werden aangehouden. De meesten werden vlug vrijgelaten maar een vijftiental bleef aangehouden. Hoornaert zelf kwam drie weken later voorlopig vrij, maar de Sipo-SD hield hem in het oog . Na een verklikking werd hij op 24 april 1942 opnieuw gearresteerd. Hij werd overgebracht naar de gevangenis van Aken en op 6 augustus 1942 tot 15 jaar dwangarbeid veroordeeld wegens het aanleggen van illegale wapenopslagplaatsen en het leiden van militaire oefeningen met subversieve anti-Duitse doeleinden. Hij werd gedeporteerd als Nacht und Nebel-gevangene.

Op 2 februari 1944 overleed degene die gedurende een vijftiental jaar de grote hoop was geweest van een fascisme « op zijn Belgisch » in het concentratiekamp Sonnenburg .

liege_stele_hoornaert_2.jpg
Instelling : Bel-Memorial
Collectie : Philippe Hamoir (2013)
Auteursrecht : Voorbehouden Rechten
Oorspronkelijke legende : Stèle ter nagedachtenis aan Paul Hoornaert, rue Fabry, Luik.

Bibliografie

Francis BALACE, Fascisme et catholicisme politique dans la Belgique francophone de l’entre-deux-guerres, dans Handelingen van het XXXIIe Vlaams Fililogencongres, Louvain, 1979, pp. 146-164.

Francis BALACE, La Droite belge et l’aide à Franco, dans Revue belge d’Histoire contemporaine, T. XVIII, n)3-4 de 1987, pp.505-690, https://www.journalbelgianhist....

Guy DELMOTTE, La Légion Nationale Belge 1922-1942, Bruxelles, ULB, (Mémoire de licence), 1965.

Jacques WILLEQUET, Paul Hoornaert, dans Biographie nationale, Tome 35 de 1969, col. 423-425.

Zie ook

27948 Artikels Verzet Maerten Fabrice
148443 Artikels Extreem rechts Colignon Alain
Deze pagina citeren
Hoornaert Paul
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/hoornaert-paul.html