België in oorlog / Persoonlijkheden

Van Overstraeten Raoul

Thema - Militaire geschiedenis

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Wie was Raoul Van Overstraeten, raadgever van koning Leopold III bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog? Wat weet men over zijn politieke standpunten en wat met zijn verantwoordelijkheden in de controverses om en rond de vierde koning der Belgen? 

De wording van een "Leider"

Raoul Van Overstraeten (1885-1977) was de zoon van een weldenkend tweetalig koppel (een Vlaamse vader en een Waalse moeder). Op jonge leeftijd al wilde hij in de voetsporen van zijn vader treden die beroepssoldaat was. Hij volgde middelbaar onderwijs in het Onze-Lieve-Vrouwcollege te Oostende en in het instituut Michot-Mongena waarna hij naar de Koninklijke Militaire School  trok. In 1904 werd hij onderluitenant (hij was pas 19), volgde dan de opleiding van de ruiterijschool in Ieper waarna hij in 1910 luitenant werd bij de bereden artillerie. In augustus van hetzelfde jaar volgde zijn benoeming aan de Krijgsschool waar hij snel een van de discipels werd van Emile Galet, een van de directe raadgevers van Albert I voor militaire zaken. Hij was zozeer onder de indruk van de lessen van Galet dat deze voor hem bewust of onbewust een model ging vormen voor de rest van zijn carrière.

Aan de vooravond van de grote oorlog was hij stafbrevethouder en verbindingsofficier bij de staf van de enige cavaleriedivisie. Hij pleitte voor een defensieve tactiek eerder dan voor charges met de blanke sabel en droeg zo ontegensprekelijk bij tot de overwinning in de slag bij Halen ( « Slag der Zilveren helmen », 12 augustus 1914). Hij werd gewond en tot kapitein bevorderd in november  1914. Hij vertrok naar Oost-Afrika als verbindingsofficier met de Britten. Als zijn Mémoires kloppen, was het dankzij zijn goede raad dat het kleine Belgische expeditiekorps onder generaal Tombeur Tabora, de hoofdstad van de Duitse kolonie, kon innemen en zo het gras onder de voeten van de Britten wegmaaien. Het succes van zijn zending in Afrika werd bij zijn terugkeer in België in juli 1917 beloond met een benoeming als ordonnansofficier van koning  Albert, dit alles onder het goedkeurend oog  -en met een duwtje in de rug- van  Emile Galet die ook na de oorlog zijn beschermheer  bleef. In 1922 werd hij majoor en in het verlengde daarvan hoogleraar aan de K.M.S. dankzij de tussenkomst van alweer Galet (die het toen in de school voor het zeggen had); tot 1933 kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de cursus militaire geschiedenis van de School.  

7503-van-overstraeten-dAtail.jpg
Instelling : Cegesoma/Rijksarchief
Oorspronkelijke legende : Raoul Van Overstraeten, s.d. (détail)
intocht-tabora-19-september-1916.jpg
Instelling : http://www.be14-18.be/nl/defensie/de-oorlog-afrika
Oorspronkelijke legende : Force Publique trekt Tabora binnen, 19 september 1916

De “man achter de schermen”…

163991
Instelling : CegeSoma/Rijksarchief
Auteursrecht : Rechten voorbehouden
Oorspronkelijke legende : Léopold III, s.d.
33962-lAopold-iii-manoeuvre-rAgion-de-namur.jpg
Instelling : CegeSoma
Collectie : Actualit
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Grote manoeuvres in de streek van Namen. Hier is Koning Leopold bij lancering van een brug, 21 oktober 1937

In maart 1934 werd Van Overstraeten vleugeladjudant van koning Leopold belast met « de contacten tussen het Paleis en het ministerie van Landsverdediging ». Hij was ervan overtuigd dat hij nu veel invloed kon uitoefenen  - zoals  Emile Galet bij Albert I !- en de pas bevorderde kolonel (juni 1934) zou er op korte tijd in slagen het vertrouwen van de vorst te winnen. Ongetwijfeld zat hij boordevol ideeën en werkkracht en op Leopold III maakte dat een grote indruk.

Van Overstraeten was intelligent, had een prima reactievermogen en kende zijn soldatenberoep tot in de puntjes. Mits een paar aanpassingen bleef hij erg onder de invloed van wat het tandem Galet-Nuyten hem geleerd had. Eerder dan een verdediging in de diepte die steunde op versterkte stellingen, was hij vanaf de herfst 1934 voorstander van een motorisering van de ruiterij en zelfs van gepantserde eenheden en goede antitankwapens. Maar zijn militaire intelligentie vertoonde toch blinde vlekken : de luchtmacht en luchtafweer interesseerden hem  zeer weinig. Omdat er te weinig geld was of omdat de wil ontbrak, kregen de gepantserde eenheden slechts weinig performante gevechtstanks. De artillerie bleef grotendeels door paarden getrokken. Dat Van Overstraeten de Frans-Britse “garanten” niet vertrouwde, was wellicht erger.  Hij bewonderde het  professionnalisme van het Britse leger maar wantrouwde het, terwijl hij tegelijkertijd Engeland als de enige “natuurlijke” bondgenoot van België aanzag. Ook overschatte hij lang de anti-Duitse politiek van Frankrijk terwijl hij paradoxaal genoeg de verzwakking van het Franse leger vreesde en hij niet onder stoelen en banken stak dat hij het parlementarisme van de IIIe Republiek maar matig kon appreciëren. Hij was niet speciaal germanofiel maar hij bracht een zeker respect op voor de Wehrmacht  en voor de “doeltreffendheid” van het regime. Hij toonde zich een groot voorstander van de Belgische “onafhankelijkheidspolitiek” vanaf 1936. Hier ging hij dus perfect akkoord met Leopold III…en met een groot deel van de Belgische elite. Maar van “hogerhand” had men wel problemen met  zijn karakter.  Dat een bepaald milieu  zich principieel tegen zijn ideeën keerde (de liberale vrienden van  Devèze, de Waalse militanten die een verdediging op de Oostgrens wensten, de antifascistische linkse socialisten ,…) leek logisch, maar zelfs in kringen die soms  ideologisch op dezelfde lijn zaten, was men zeer terughoudend t.a.v. zijn persoon: hij was cassant en achtte zich onfeilbaar.  Ondanks deze kritieken slaagde Van Overstraeten erin zijn weg te maken in de schaduw van de vorst die naar hem bleef luisteren en die hem vertrouwde ondanks de vijandschap die hij opriep. Zijn bijnaam verraadde zijn invloed : de “Onderkoning” , zoals men hem lang voor de “schemeroorlog” bij de militairen noemde. En toen die uitbrak, werd die invloed nog groter . 

Een goede raadgever voor de Koning ?

Zijn macht ging ongetwijfeld het verst tijdens de winter 1939-1940. Hij was de man achter het geostrategische dispositief van dat ogenblik in het verlengde van een absoluut neutralisme. In september 1939 liet hij  2/3e van de Belgische strijdkrachten tegenover Frankrijk opstellen - net alsof de grens langs die kant bedreigd was – en verzette zich tegen ook maar de geringste samenwerking met de Frans-Britse geallieerden “omdat dit een gebrek aan loyaliteit (jegens Duitsland) zou betekenen”. Het was pas medio oktober dat dit standpunt evolueerde (maar na de nederlaag van Polen stuurde het  Reich zijn divisies naar de oostgrens) en er ultra-discrete contacten kwamen met de Britten. Het duurde weken voor in het geheim ook voelers naar Frankrijk werden uitgestoken. Informatie voor een eventuele technische samenwerking in geval van een aanval werd maar in beperkte mate doorgegeven … 

Een andere twijfelachtige ingreep van zijn kant kwam er in februari 1940 toen hij de defensieve “K-W”-stelling een paar kilometer naar het oosten deed verplaatsen terwijl de soldaten al maanden aan het oorspronkelijke tracé gewerkt hadden. Gevolg: op 10 mei 1940 was de stelling niet klaar. Maar tenslotte en vooral bleef er de grote terughoudendheid in de contacten met Fransen en Britten, zelfs na de invasie van Denemarken en Noorwegen (april 1940).

Tijdens de ”18-daagse veldtocht” kwam Van Overstraeten niet echt uit de verf. Hij lag wel mee aan de oorsprong van een belangrijke defensieve actie van het leger op de Leie eerder dan op de IJzer (21-23 mei) om de laatste munitiereserves en de belangrijkste oorlogshospitalen te sparen. In elk geval lijkt het erop dat hij niet verantwoordelijk was voor de onvoorwaardelijke overgave van het Belgisch leger in de vroege ochtend van  28 mei 1940, noch voor de bepalingen van de capitulatie. Hij wilde nog 24 uur langer doorvechten, minder om de “eer te redden” dan wel om er zeker van te zijn dat de Frans-Britse « garanten » er wel degelijk van op de hoogte gebracht waren dat de vijandelijkheden zouden gestaakt worden. In tegenstelling tot wat de politici en het “grote publiek” op het moment zelf dachten, lijkt de rol die Van Overstraeten bij de Koning speelde wellicht kleiner dan die van een Emile Galet, een Prudent Nuyten of een Hendrik De Man, om maar te zwijgen over die van koningin-moeder Elisabeth …

Tijdens de bezetting was hij fysisch minder aanwezig bij de in het kasteel van Laken “gevangen” vorst maar hij ontsnapte wel aan een internering in een Duits Oflag. Hij bleef in Brussel en vervulde nu en dan nog een opdracht voor de Koning die niet altijd even opportuun bleek. Op  18 oktober 1940 bezocht hij in gezelschap van Duitse officieren en van prinses Marie-Josée, de zus van de de Koning en toekomstige koningin van Italië, de SS-Ordensburg Vogelsang en de ruïnes van het fort Eben-Emael dat op 24 uur was veroverd door Duitse luchtlandingstroepen…Dit uitstapje bleef bij de ingewijden natuurlijk niet onbesproken … Op 19 november 1940 vergezelde hij Leopold III bij zijn onderhoud met Hitler te Berchtesgaden. Compromitterender bleken de artikels die hij in de zomer van 1941 meende te moeten publiceren in het weekblad Cassandre. Dit gebeurde dankzij Pierre Daye (een « ancien » van de Afrikaanse veldtocht van  1916-1917) en wilde de eer van het Belgisch leger verdedigen. Van Overstraeten vergat blijkbaar wel dat  Cassandre voor veel Belgen doorging als een aan de bezetter “verkocht” collaboratieblad …

Daarentegen  zat hij achter de oprichting van verenigingen van leopoldistische officieren in de Duitse krijgsgevangenenkampen en in België werkte hij via de “Dienst voor werken van het gedemobiliseerd leger” al sedert 1940 aan een soort vervanging van het ministerie van Landsverdediging met als uiteindelijk doel de heroprichting van een nieuw Belgisch leger. Die initiatieven werden aanvankelijk door de Duitsers door de vingers gezien behalve in de laatste fase van de bezetting. Ze kenden overigens slechts een beperkt succes… maar droegen te Londen wel bij tot de idee dat Van Overstraeten  een overtuigd voorstander bleef van een “koninklijke dictatuur”. Men veronderstelde ook dat hij de meest heikele punten van het “Politiek testament van Leopold III” (januari 1944) meegeschreven had wat hem in de ogen van de regering van Londen helemaal onmogelijk maakte. 

33911-mobilisation.jpg
Instelling : CegeSoma
Collectie : Actualit
Oorspronkelijke legende : België mobiliseert uit voorzorg 6 klassen. Minister Spaak zei : "Wij zijn vast besloten om ons grondgebied te verdedigen tegen elke aanval en zullen niet toelaten dat het een doorgang wordt. De reservisten die hun volledige uitrusting gekregen hebben begeven zich naar hun verzamelpunt. 28/9/1938
74062-armAe-belge-1940.jpg
Instelling : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Belgisch Leger 1940
564-eben-emael.jpg
Instelling : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Eben-Emael, mei 1940
164012
Instelling : CegeSoma
Auteursrecht : Rechten voorbehouden
Oorspronkelijke legende : Léopold III Berchtesgaden (+ Meissner)

Een man die vasthield aan zijn groot gelijk…

Na het vertrek van de Duitsers bleef Raoul Van Overstraeten in Brussel waar hij de bevrijding en de terugkeer van de regering Pierlot meemaakte. Als ’s Konings raadgever kreeg hij niet te maken met de epuratie maar hij werd wel in zijn eigenliefde gekwetst toen hij op 1 april 1945  vervroegd buiten dienst werd gesteld… Dynamisch als hij was, had de generaal met het verminkte oor nu alle tijd  om verschillende boeken te schrijven over de militaire geschiedenis van de regeerperiodes van Albert I en  Leopold waarbij hij er discreet voor zorgde dat hij er zelf steevast goed uitkwam en zijn tegenstanders en concurrenten de grond in boorde. Ondertussen maakte hij in de jaren  ’50 ook deel uit van verschillende economische zendingen naar Latijns-Amerika voor rekening van een van zijn goede vooroorlogse kennissen, graaf Paul de Launoit, een invloedrijke industrieel. Ook Leopold III vergat hem niet : na diens terugkeer naar België in de zomer van 1950 was generaal Van Overstraeten een van de eerste personaliteiten die de vorst ontving. En het Paleis gaf hem nog een laatste erkenning voor zijn onwankelbare trouw : in 1954 werd hij onder een homogeen katholieke regering door koning Boudewijn benoemd tot ere-luitenant-generaal.

Hij overleed op  30 januari 1977.   

 

Bibliografie

Crahay Albert et Gerard Jo, Le général Van Overstraeten, « vice-roi » en 1940, Bruxelles, Editions Collet, 1990. 

De Vos Luc et Decat Frank, Raoul Van Overstraeten, dans Nouvelle Biographie Nationale, Tome VI, pp. 368-373.

Van Overstraeten Raoul, L’armée belge dans la guerre mondiale, Bruxelles, Bertels, 1923.

Idem, Albert Ier – Léopold III. Vingt ans de politique militaire belge, Bruges, Desclée de Brouwer, 1946.

Idem, Dans l’étau. Au service de la Belgique, une fois, Paris, Plon, 1960. ( Il s’est montré un vrai soldat de Plon !)

Idem, Sous le joug. Léopold III prisonnier, Bruxelles, Didier Hatier, 1986.

Velaers Jan & Van Goethem Herman, Leopold III  De koning, het Land, de oorlog, Tielt, Lannoo, 1994. 

Meer weten

33878-manoeuvres-cyclistes.jpg Artikels Militaire plannen. Verdediging van het hele grondgebied of van een deel ervan? Sterkendries Jean-Michel
34358-armAe-belge-1939-1940.jpg Artikels Belgisch leger van 1940 (Het) Colignon Alain
Deze pagina citeren
Van Overstraeten Raoul
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/van-overstraeten-raoul.html