België in oorlog / Persoonlijkheden

Clerdent Pierre

Thema - Verzet

Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)

Pierre Clerdent (1909-2006)

Pierre Clerdent werd op 29 april 1909 geboren in de "Vurige Stede", in de volkswijk Outremeuse. Zijn familie was en katholiek en begoed: zijn vader, afkomstig uit de streek van de benedenloop van de Maas, was de oprichter van de nog steeds bestaande "Grande Pharmacie" tussen de "place Saint-Lambert" en de "place de la République Française". Pierre Clerdent bezocht het vrij onderwijs en m.n. twee colleges voor de hoge burgerij, Saint-Roch van Ferrières en Saint-Barhélemy te Luik. Aan de universiteit deed  hij rechtenstudies die hij beëindigde in 1934. Na een speciaal studiejaar in Parijs schreef hij zich in als advocaat bij de Luikse balie (tot 1945).

Maar het duurde niet lang voor hij door de politiek werd gebeten. De groten van de balie en vooral stafhouder Paul Tschoffen merkten hem op en hij deed al snel zijn eerste stappen in de zakenwereld en in het kleine Luikse christen-democratische milieu. In 1939 werd hij secretaris van de minister van P.T.T. Antoine Delfosse in de regering Pierlot. Delfosse was een nog jonge minister die ook al gold als een van de coming men van de Waalse christen-democratie. 

267984
Instelling : CegeSoma
Auteursrecht : Voorbehouden rechten
Oorspronkelijke legende : Pierre Clerdent, s;d.

Een van de eerste verzetslui

cusson_armAe_de_la_libAration.jpg
Oorspronkelijke legende : Embleem van het Bevrijdingsleger
273885-antoine-delfosse.jpg
Instelling : CegeSoma
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Antoine Delfosse, s.d.

Delfosse die door de snelle vijandelijke opmars van zijn collega’s gescheiden raakte, kende tijdens de eigenaardige zomer van 1940 een moment van twijfel maar koos vanaf de herfst voor het verzet. Met de zegen van Walthère Dewé en geholpen door Clerdent…en enkele anderen (Joseph Fafchamps, René Wéra, Jules Malherbe,…) legde hij de basis voor het "Bevrijdingsleger - Armée de la Libération".  Dit ontwikkelde zich langzamerhand vanuit christelijke netwerken, vooral aan de linkerzijde. In 1942 werd de beweging, ondanks uitlopers in Limburg, nog steeds aanzien als "de christen-democratische partij van Luik en omstreken". Overigens was er sedert februari 1942 contact gelegd met Londen.

Delfosse voelde zich al snel vervolgd en verliet België een paar maanden richting Engeland. Hij droeg de leiding van het Bevrijdingsleger over aan Pierre Clerdent die zich onder het pseudoniem "Max" weldra tot een goed organisator en vooral een uitstekend onderhandelaar ontpopte. Onder zijn leiding zou het Bevrijdingsleger begin 1943 in de provincie Luik, zijn bastion, bijna 2000 "mobiliseerbare" mannen geteld hebben. Die manschappen bleven passief tot er zich een goede gelegenheid zou voordoen, maar "Max" activeerde  hen voor een stuk voor hulp aan joden en werkweigeraars. Ondertussen zocht hij ook naar medestanders om samen in te grijpen op het ogenblik van de bevrijding. Gesteund door Paul Tschoffen en Walthère Dewé kon hij zo begin 1943 een akkoord afsluiten met het "Leger van België - Armée de Belgique" (het latere "Geheim leger") dat op 21 oktober1943 met Jean del Marmol geformaliseerd werd. De twee groepen besloten  nauw samen te werken met dien verstande dat het Bevrijdingsleger zijn autonomie en zijn hiërarchie zou behouden. Het "Leger van België aanvaardde ook dat het Bevrijdingsleger het initiatief kreeg  in de sector 1 van zijn  Zone V, d.w.z. in de driehoek  benedenloop van de Maas, Nederlandse grens en de baan Luik/Aken. Met de bevrijding nakend kon Clerdent als prima onderhandelaar zijn bescheiden organisatie op een nog betere plaats manoeuvreren. Zij behield na overeenkomst met de Patriottische milities van het Onafhankelijkheidsfront haar autonomie in Luik-stad en kreeg bovendien als opdracht de openbare gebouwen en de zetels van de Duitse diensten te bezetten, wat haar natuurlijk een grote zichtbaarheid verschafte op het cruciale moment van de bevrijding. 

Voorzitter van de Nationale Raad van de Weerstand

Pierre Clerdent werkte ook samen met de Zending Samoyède (heropstarten van radio-uitzendingen in bevrijd België) en het netwerk Socrates voor de verdeling van gelden aan werkweigeraars. Hij leek dus met recht en reden een van de grote leiders van het verzet in de regio. Zijn beschermheer en vriend Antoine Delfosse dan weer bekleedde een vooraanstaande positie in de zopas uit Londen teruggekeerde regering Pierlot.

Met zijn eretitel van 'kolonel' hoeft het dus niet te verwonderen dat hij in 1945 voorzitter werd van de "Nationale Unie van de Weerstandsgroepen", later omgevormd tot Nationale Raad van de Weerstand. Clerdent leek in de onmiddellijke naoorlog bijzonder geschikt voor die functie. Christen, maar "link", echt verzetsman en goed onderhandelaar, allemaal elementen die van belang konden zijn in het kader van de spanningen tussen de verschillende verzetsgroepen. Clerdent bracht het hier vrij goed van af maar hij had de omstandigheden wel mee: ondanks de steeds opflakkerende Koningskwestie koelde de politieke toestand geleidelijk af. Met inzet van al zijn contacten en dankzij zijn talenten als diplomaat slaagde Clerdent er na lange onderhandelingen ook in het Nationaal Monument aan de Weerstand te laten toewijzen aan Luik zodat de "Vurige Stede" voor een tijd "hoofdstad van het Verzet" werd. Het monument werd in 1955 ingehuldigd in het Parc d’Avroy. Alhoewel hij niet de enige was die ervoor geijverd had, was hij het misschien wel die de doorslag gegeven had.  

28084-Ametteur.jpg
Instelling : CegeSoma
Auteursrecht : CegeSoma
Oorspronkelijke legende : Clandestiene zender

Inzet voor de BDU-UDB

529925-elections-udb.jpg

Zijn band met de christen-democratie indachtig verwonderde het niemand dat Clerdent zich met Delfosse en vrienden inzette voor de oprichting in juni 1945 van een  "Belgische Democratische Unie - Union Démocratique Belge" (BDU-UDB). Ze was geheel onafhankelijk van de oude Katholieke partij, zelfs in haar nieuwe gedaante als Christelijke Volkspartij. De BDU bleek de laatste uiting van de "travaillistische droom" om principiële christenen en socialisten in één beweging onder te brengen. In de zomer van 1945 waren de verwachtingen hoog gespannen en een politiek-sociale vernieuwing leek mogelijk zoals die in kringen van het "linkse niet-communistische" verzet gerijpt was. Zelfs al telde de Unie maar één volksvertegenwoordiger (Delfosse…), toch leek het eerste-minister Achille Van Acker (BSP) genoeg om ze op te nemen in een coalitieregering die verzwakt was door het vertrek van de CVP. Tijdens onderhandelingen tussen socialisten en "bdu’ers" bleek de zopas tot ondervoorzitter van de BDU (en verantwoordelijke voor de Waalse vleugel) benoemde Clerdent op zijn best. In naam van zijn in het parlement haast onbestaande partij slaagde hij erin twee ministeries in de wacht te slepen voor directe leden van de partij en een voor een sympathisant. Deze coalitie "van Links en van het Verzet" hield het vol tot de verkiezingen van februari 1946. Maar de goden leken de BDU, "De partij van het Verzet", niet welgezind. Het was niet verwonderlijk dat de CVP al haar duivels ontbond. De voorzichtige  Clerdent deed een stap opzij en aanvaardde in december 1945 – hij was toen  35 – het gouverneurschap van de provincie Luxemburg. Gelukkig voor hem, want twee maand later werd zijn partij verpletterd bij de verkiezingen van 17 februari 1946:  2,16% van de stemmen en één verkozene… die niet meer Delfosse was! Terwijl de partij waarvan hij een tijd zoveel gehoopt had kopje onder ging, herstelde de handige Pierre Clerdent de contacten met de christelijk-sociale familie. Hij bleef gouverneur van Luxemburg tot 1953, zette zich in voor de heropbouw van de door de "slag der Ardennen" verwoeste streek en richtte in 1947 de Conseil économique luxembourgeois op. Van 1953 tot 1971 werd hij ondanks zijn katholieke achtergrond in een zeer vrijzinnige regio gouverneur van de provincie Luik. Alomtegenwoordig als hij was in economische kringen concentreerde hij zich op de ontwikkeling van het transport over water en van de autostrades in het Luikse bekken en onderhandelde later ook een halte van de hoge snelheidstrein in zijn stad. Toen had hij de  P.S.C. al ingeruild voor de "Parti Réformateur Libéral". Clerdent die van  1971 tot 1981 de N.V. Cockerill naar buitenuit vertegenwoordigde, werd door Jean Gol gevraagd om liberaal senator te worden, wat hij bleef tot 1991. Tevens bleef hij ijveren voor de economische  reconversie van zijn streek.

Pierre Clerdent overleed op 10 juni 2006. De stad Luik eerde hem met de aanleg van het Place Pierre Clerdent aan de voet van het station Guillemins.

Bibliographie

Arthur BODSON, Pierre Clerdent, dans Nouvelle Biographie Nationale, Bruxelles, Académie de Belgique, T. XI de 2012, pp. 48-51. https://academieroyale.be/Academie/documents/ClerdentPierre20527.pdf

Wilfried BEERTEN, Le rêve travailliste en Belgique. Histoire de l’Union Démocratique Belge, Bruxelles, Vie Ouvrière, 1990.

Ghislain LHOIR, La mission Samoyède. Les maquisards de la Radio Nationale Belge 1940-1944, Bruxelles, Didier Hatier, 1984.

Francis BALACE, "Aspects de la Résistance en province de Liège", dans Libération—Nos libertés retrouvées—La Mémoire, Liège, Province de Liège, 1994, pp. 75-101. 

Deze pagina citeren
Clerdent Pierre
Auteur : Colignon Alain (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/clerdent-pierre.html