België in oorlog / Artikels

Vindevogel : een gerechtelijke moord?

Thema - Collaboratie

Auteur : Wouters Nico (Instelling : CegeSoma)

Na zijn terechtstelling op 25 september 1945 wegens collaboratie, wordt de zaak-Leo Vindevogel één van de meest iconische symbolen van het zogenaamde ‘falen van de naoorlogse repressie’. Een duurzame beeldvorming zegt dat zijn terechtstelling een politieke afrekening was. De historische realiteit is op zijn minst genuanceerder.

Constructie van de beeldvorming

In de herinneringscultuur over Vindevogel staan enkele verhaallijnen centraal : a) de impact van de dorpspolitiek (Franstalige politieke tegenstanders uit Ronse die een concurrent wilden uitschakelen), b) de juridische ontsporingen (een reeks niet-rechtsgeldige daden door het militaire gerecht), c) het feit dat Vindevogel als burgemeester goed bestuur leverde en wel Duitsgezind maar niet Nazi-gezind was, d) dat nationale krachten een lastige Vlaams-nationale katholiek uit wilden schakelen (soms zitten die binnen het Katholieke partij-establishment, soms binnen de regering en het verzet) en tot slot e) Vindevogel’s persoonlijkheid (eigenzinnig en autoritair maar principieel en standvastig). Die vijf verhaallijnen steunen op een ingewikkeld kluwen aan beweringen.

De contouren van de beeldvorming ontstaan al tijdens het proces in 1945. Vindevogel’s advocaat, Antoine Dhooge, cultiveert al in de beroepsprocedure (april 1945) de stelling dat de rechten van de verdediging geschonden worden. Zijn meest krasse stelling is dat hij onder druk van het Krijgshof zijn nota moest intrekken die Vindevogel de vrijspraak had kunnen bezorgen. Journalist en schrijver Valère Depauw (1912-1994) zal grote ruchtbaarheid aan dit verhaal geven in 1949. Ook het zogenaamde ‘stenografisch verslag’ van het proces is een basiselement. Jan Verroken – binnen de CVP de ‘opvolger’ van Vindevogel – publiceert een tekst die tot vandaag meestal als de basisbron wordt beschouwd. In werkelijkheid gaat het om een persoonlijke tekst en geen officieel verslag.

9909-renaix-sipho.jpg
Instelling : Cegesoma
Collectie : Sipho
Oorspronkelijke legende : Ronse s.d.

Herdenkingscultuur en herziening

leo_vindevogel_-_campo_santo.jpg
Instelling : Wikipedia
Oorspronkelijke legende : Graf van Leo Vindevogel - Campo Santo - Sint-Amandsberg - Gent - Oost-Vlaanderen - België (2012)

Na de herbegraving van Vindevogel 1952 in Campo Santo te Sint-Amandsberg ontstaat de herdenkingscultuur. Het beeld van een fatale gerechtelijke dwaling wordt snel gemeengoed. In 1955 vergelijkt de krant De Standaard de zaak-Vindevogel met de Franse Dreyfus-affaire. Eén invloedrijke stem is journalist en oud-verzetsman Louis De Lentdecker, die een nationale complottheorie verdedigt. In Vlaams-nationale en katholieke middens groeit de aandacht tussen 1952 en 2005. De strijd om herziening van het proces kent een hoogtepunt tussen 1994-2002. Die periode zijn er acties, TV-uitzendingen, politieke interpellaties en druk op de opeenvolgende ministers van Justitie. Het proces van de terechtgestelde Irma Laplasse wordt in 1996 wel herzien, maar het auditoraat-generaal vindt geen juridische grond voor herziening van het proces-Vindevogel.

Na 2005 deemstert de herinnering aan Vindevogel weg. De impact van zijn symboolwaarde verdwijnt. De Vindevogel-biografie van historicus Pieter Jan Verstraete uit 2013 betonneert echter de stelling dat het proces “een gerechtelijke moord” was. Verstraete baseert zich sterk op het verslag-Verroken. De maatschappelijke impact is misschien intussen wel verwaarloosbaar, maar de beeldvorming blijft dus diep geworteld, ook in de mainstream media. De confrontatie van de beeldvorming met de bronnen toont een ander beeld.

Het proces

Het gerechtelijke onderzoek (eerst door het parket van Oudenaarde, vanaf 27 september 1944 door de Krijgsauditeur van Gent) gebeurt snel maar grondig. Het gerechtelijk onderzoek werpt een breed net uit en de onderzoekers ondervragen tussen september 1944 en maart 1945 tientallen getuigen. Al snel blijkt dat de meest zwaarwichtige feiten in het proces-Vindevogel verbonden zijn met zijn steun aan de Duitse repressie. Vindevogel onderhield tijdens de bezetting een permanent en hecht contact met de Duitse overheden en veiligheidsdiensten. Hij verzamelt inlichtingen over tegenstanders en houdt de Duitse overheden op de hoogte. Voor sommige mensen heeft dat relatief lichte gevolgen, voor anderen veel zwaardere. De twee zwaarste ‘verklikkingsfeiten’ uit het gerechtelijke onderzoek zijn de burgerwacht van 1943 en de aanhoudingen door de Feldgendarmerie in het stadhuis.

De verklikkingsfeiten

De ‘burgerwacht’ gaat om een Duitse strafmaatregel na de bomaanslag op het huis van Vindevogel (oktober 1943). Het gerechtelijke onderzoek draait vooral rond de namenlijst voor deze wacht : de selectie van de namen van inwoners. Vindevogel coördineerde de opmaakt ervan. Zwaarwichtiger zijn de uitnodigingen naar het stadhuis. Vindevogel nodig gedurende ca. anderhalf jaar inwoners uit “op last van de Feldgendarmerie”. De Duitse politie houdt kantoor naast het bureau van Vindevogel en houdt soms inwoners aan. Vindevogel stuurt ook uitnodigingen zonder de vermelding van “Feldgendarmerie” en deze inwoners lopen dus in de val. In de nacht van 25-26 augustus 1944 vindt een voorbereide aanhoudingsoperatie plaats : de rol van Vindevogel blijft onduidelijk en het gerechtelijke onderzoek gaat er ook niet dieper op in. Beide dossiers worden beschouwd als de meest duidelijke voorbeelden van het algemene patroon van hechte contacten van Vindevogel met de Duitse overheden.

Essentieel is dat Vindevogel zich tijdens de ondervragingen zwak verdedigt. Hij lijkt veel vergeten, stelt zich onverschillig op, spreekt zich tegen en gebruikt ongeloofwaardige argumenten. Zo beweert hij dat hij nooit gemerkt heeft dat de Feldgendarmerie in het bureau naast hem mensen aanhield. Hij blijft ook zijn pro-Duitsgezindheid verdedigen. We kunnen speculeren dat deze zwakke verdediging de procesgang heeft versneld : er is geen nood voor een langer onderzoek. Wanneer de jonge en drukbezette advocaat Antoine Dhooge bij de zaak wordt betrokken, moet hij een cliënt verdedigen die zich al aan de galg gepraat heeft. 


dsc08079.jpg
Instelling : Rijksarchief
Collectie : Militair gerecht
Auteursrecht : Nico Wouters
Oorspronkelijke legende : Dossier Leo Vindevogel
dsc08085.jpg
Instelling : Rijksarchief
Collectie : Militair gerecht
Auteursrecht : Nico Wouters
Oorspronkelijke legende : Dossier Leo Vindevogel

Voor de Krijgsraad en het Krijgshof van Gent

De formele aanklacht wordt op 20 februari 1945 voorgelegd aan Vindevogel. Die bestaat uit zes onderdelen, a) wapendracht (in de zin van artikel 66 en 67 van het strafwetboek), b) economische collaboratie, c) twee onderdelen van politieke collaboratie, d) verklikking en e) de steun aan een vereniging of groep die de vernietiging van het democratische België nastreefde. De militaire collaboratie steunt op de burgerwacht uit 1943 en de aanhoudingen op het stadhuis door de Feldgendarmerie. De economische collaboratie steunt op hetzelfde laatste feit (de aanhoudingen op het stadhuis wordt dan wegvoering van arbeidskrachten) en plakbrieven voor de werving voor het oostfront. De politieke collaboratie (de beide onderdelen ervan) steunen op zijn administratief beleid als burgemeester en zijn politieke propaganda via zijn gepubliceerde artikelen. De verklikking weegt het zwaarst door : ze steunen op aangiften bij de Feldgendarmerie en verschillende Kommandanturen. Het laatste samenhangende feit is vooral het lidmaatschap van DeVlag.

De zaak tegen de twee oudste zonen en die tegen de uitgever van ‘t Volk van Ronse en Oudenaarde zijn aanvankelijk bij de zaak-Vindevogel gevoegd. Substituut Stévigny volgt de verdediging voor een deel van de ten laste gelegde verklikkingen en op 20 maart 1945 wordt Vindevogel veroordeeld tot levenslange hechtenis. Het openbaar ministerie gaat in beroep op 21 maart 1945; Vindevogel op 28 maart 1945. Er is een opvallende wending wanneer burgemeester Eugène Soudan in april 1945 terugkeert uit Buchenwald. De emoties in Ronse laaien op en het OF eist nu de doodstraf. De staatsveiligheid ondervraagt in zeven haasten Soudan op 27 april 1945. Dit PV wordt niet meer aan het gerechtelijke dossier toegevoegd : wellicht omdat de inhoud ervan geen directe betrekking heeft op de zaak-Vindevogel. Vindevogel wordt op 30 april 1945 veroordeeld tot de doodstraf. 




volksgazet-21-4-1945-1.jpg
Instelling : KBR
Oorspronkelijke legende : Volksgazet, 21 april 1945, p.1.

Het Hof van Cassatie en het genadeverzoek

Vindevogel’s advocaat start een verbrekingsprocedure voor het Hof van Cassatie. De vier argumenten zijn zwak : a) onregelmatigheden in de aanhouding (dit is het reeds door het Krijgshof verworpen argument dat de formele opheffing van de parlementaire onschendbaarheid te laat plaatsvond), b) het bevoegdheidsprobleem van de onderzoekrechter (het feit dat de onderzoekrechter na 22 september 1944 niet-legale onderzoeksdaden zou hebben gesteld), c) de stelling dat het krijgshof gebruik maakte van niet-geïnventariseerde stukken en d) een tot slot nog één vaag element dat zegt dat het arrest niet antwoordde op één specifiek element van de verdediging. Op 23 mei 1945 verwerpt de tweede kamer van het Hof van Cassatie dat verzoek tot verbreking.

Het genadedossier-Vindevogel is verdwenen, wat deel uitmaakt van de naoorlogse complottheorieën. Het genadeverzoek voor Vindevogel wordt op 4 juni 1945 ingediend bij de minister van Justitie door advocaat Dhooge. Dhooge gebruikt tien argumenten voor het genadeverzoek, waarvan er slechts vier die in deze context enig gewicht hebben : Vindevogel’s kroostrijk gezin, zijn oorlogsverdienste in WOI, dat hij onderduikers rantsoenzegels gaf en dat hij mensen van deportatie redde. De auditeur-generaal die ambtshalve een advies moet geven verwerpt op 11 juni 1945 de tien ingebrachte argumenten. De minister van Justitie, oud-verzetsman Marcel Grégoire van de Union Démocratique Belge, dient zijn voorstel tot negatieve beslissing in bij Prins-regent Karel, die op 24 augustus 1945 zijn negatieve beslissing bevestigt. Volgens de beeldvorming zou eerste minister Achiel Van Acker beloofd hebben de doodstraf te willen herzien, maar dat klopt waarschijnlijk niet. Op 25 september 1945 wordt Vindevogel gefusilleerd in de Gentse gevangenis “De Nieuwe Wandeling”. 

depauw-cover.jpg

De rechten van de verdediging geschonden ?

De juridische kritiek wordt in de decennia na 1945 herwerkt door politici, actiegroepen, schrijvers, theatermakers en journalisten. De argumenten worden zodanig gemanipuleerd of hervormd dat de feitelijke basis verdwijnt. Eén voorbeeld is het verhaal van de onder druk ingetrokken verweernota van advocaat Dhooge. Uit onderzoek blijkt dat deze nota een misschien wat te haastig opgemaakt samenraapsel was van ongegronde beschuldigingen en onvoltooide argumenten, en dat Dhooge dit waarschijnlijk wel besefte en daarom de nota introk. Een ander voorbeeld is het PV over de ondervraging van Eugène Soudan, dat Vindevogel zogenaamd had kunnen helpen maar dat daarom bewust buiten het gerechtelijke dossier zou zijn gehouden. In realiteit blijkt dat dit PV geen relevante informatie bevat. Een ander voorbeeld is de stelling dat stadssecretaris Delobel (van het Onafhankelijkheidsfront) zelf een ‘lijst met inwoners’ indiende in 1940. Als stadssecretaris tekende hij inderdaad een dergelijk administratief stuk, maar dit stond los van de Duitse strafmaatregelen in 1943 (de burgerwacht). Ook valt op dat de (Franstalige) ‘politieke tegenstanders’ in het proces zelf niet zo’n prominente rol spelen.

Het vonnis van 30 maart en het arrest van 20 april 1945 zijn helaas niet of nauwelijks gemotiveerd. De verplichting om strafkeuze en strafmaat te motiveren, werd pas opgelegd bij wet van 25 april 1987. Hierdoor is niet duidelijk welke feiten uiteindelijk hebben doorgewogen en blijft grote ruimte voor interpretatie en discussie bestaan.


de-morgen-14-12-1995.jpg

Algemene evaluatie

Het gerechtelijk onderzoek over Vindevogel steunt op vier elementen: 1/ er is een hele reeks Duitse aanhoudingen, 2/ er zijn veel papieren sporen van Vindevogel’s Duitse contacten, 3/ haast alle getuigenverklaringen (ook zijn collaborerende medestanders) wijzen naar de burgemeester, 4/ Vindevogel rijdt zich helemaal vast in zijn zwakke verdediging.

Puur juridisch is het onderzoek robuust en zijn de tegenargumenten zwak. In die specifieke tijdscontext, was de doodstraf juridisch niet onlogisch. Emoties en dorpspolitiek speelden zeker een grote rol, maar hebben de rechtspraak niet buiten het toenmalige wettelijke kader geduwd. Minister Grégoire voert ook een genadebeleid dat aansluit bij dat van zijn twee voorgangers. Vooral het vroege tijdstip (maart-april 1945) speelde een grote rol. In een vroege fase van de naoorlogse repressie, werd relatief zwaarder gestraft. Het is zeer goed mogelijk dat als Vindevogel een jaar later terechtgestaan zou hebben, hij een lichtere straf had gekregen of wellicht begenadigd geweest zou zijn.

De zaak-Vindevogel illustreert de kern van de beeldvorming over de anti-Vlaamse repressie. Die komt neer op een decennialang politiek gecultiveerd fundamenteel wantrouwen in de Belgische rechtstaat. Wat in deze beeldvorming een grote rol speelt, is de spanning tussen emotie en rede. Vindevogel kan als ‘martelaar’ worden beschouwd en de beeldvorming maakt maximaal gebruik van de emotionele lading. Er ontstaat een romanesk verhaal van helden en schurken waartegen feitelijke geschiedenis niets begint.

De zaak-Vindevogel toont ook aan dat een doodstraf verzoening en verwerking in de weg kan staan. Een doodstraf creëert weer nieuwe trauma’s die over generaties heen worden doorgegeven. Het creëert een blijvende emotionele contestatie van het verleden die een dialoog blokkeert.

artikel-de-standaard-1-september-1983.jpg
Instelling : Cegesoma
Oorspronkelijke legende : De Standaard, 1 september 1983

Bibliografie

Nico Wouters, "De zaak Vindevogel: historische waarheid en beeldvorming over de repressie in Vlaanderen" in BTNG-RBHC, L, 2020, , pp. 96-132.

Zie ook

163792 Artikels Krijgsauditoraat - repressie Campion Jonas
163793 Artikels Krijgsraad - repressie Campion Jonas
275327 Artikels Doodstraf - repressie Aerts Koen
Deze pagina citeren
Vindevogel : een gerechtelijke moord?
Auteur : Wouters Nico (Instelling : CegeSoma)
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/vindevogel-een-gerechtelijke-moord.html